vrijdag 31 december 2010

Schrijfselkes

Beste,
Even het gif dat cynisme is opzij zetten? De ironie laten varen?

Er zijn klokkenluiders nodig. Dwarsliggers. Bond zonder naam zou zeggen dat spoorwegen aangelegd worden op dwarsliggers. Haha. Er zijn klootzakken nodig en iemand moet het doen en ik doe het graag, met veel plezier en veel overgave. En niet eens om iets of iemand te dienen, laat staan een of andere hoger doel. Kan me gestolen worden.
Volkoren stokbrood: afschaffen! Stokbrood is wit.

Margarine? Boter!
Geen vlees? Haha.
Vegetarians are just lousy hunters!
Bio wijn: stik er in!

Lang leve ganzenlever. Oesters. Kaviaar. Champagne van voluit gesproeide druiven.
Kill Andre Rieu en alles wat fake is. Mijdt volkoren stokbrood en margarine. Eet lekker zwart brood met vette boter en verse garnalen met een goed glas wijn.
Je leeft maar en keer. En als je niet weet te genieten van de echte dingen, Géef dan liever al je geld aan de misdeelden.
Moraal van dit verhaal: geen.
Kill moraal.

2010


Het zalige jaar 2010.
Waarin we eindelijk wisten of we aarde aan het verkloten waren of niet. Ik ben het antwoord vergeten.
Waarin Antwerpen, het stadje bij de machtige Schelde, eindelijk een brug bouwde van een architecturale schoonheid, die van de ene naar de andere oever reikt en die het stadje bijna de allure van een metropool geeft.
Waarin Brussel en Halle en Vilvoorde, ja... Wat eigenlijk?
Waarin wat we al ons hele leven wisten, wij allemaal, geweten werd en waarin we met zijn allen zo hard ons best deden te doen alsof dat nieuws was, om zo ons collectieve geweten schoon te wassen: priesteres deden het met koorknaapjes enzo. Tsja.
Waarin deze Amerikaanse president evenveel can als de vorige: niks. Want een president can just niks zonder het kapitaal en het door populisme gedreven volk. Daarom heet het volk.
Waarin de honger in Afrika eindelijk de wereld uit was en Haiti een economische grootmacht en China vredelievend en bekommerd om leven en welzijn. Waarin Europa weer die wijze oude en gerespecteerde dame werd die de wereld kon leiden met de kracht van eeuwenoude beschaving en filosofische wijsheden en twijfel en nuance.
Waarin treinstations dienden waarvoor ze dienen en niet langer slaapzalen waren.
Waarin ik niet cynisch was, maar vrolijk.
Waarin ik alleen mensen heb ontmoet die open waren en eerlijk, zonder al dan niet onhandig verborgen agenda.
Waarin er geen verraad was, waarin vroegere mede strijders van vele oorlogen, vrienden eigenlijk, dacht je soms, je in de ogen konden kijken als ze tegen je praatten en niet wegkijkend stil en onduidelijk stamelden, bang. Waarin vergeving was en begrip voor elkaars zwakke momenten.
Waarin de vos de passie preekte, zoals steeds.
Waarin de paus conservatiever was dan de paus, zoals dat hoort. Waarin de mensen de keuze hebben, zoals dat hoort. En waarin de meeste mensen nog steeds liever de keuze ondergaan en daarover klagen en zagen, als steeds.
Waarin in oude middeleeuwse kerken van vergeten godsdiensten, musea kwamen en concertzalen, hotels en restaurants, Mac Donalds tussen de Rubensen en de preekstoelen, 2 Manu dj's in SintBaafs.
Waarin een weekblad zichzelf verkocht aan een sixpack bier waarvan iedereen de naam vergeten is en de bittere smaak van platte commercie in je glas goot.
Waarin de nucleaire oorlog begon en niet ophield en de wereld verging. Eindelijk.
Waarin ik me het antwoord herinner op de vraag of we het verkloot hebben of niet: ja, en geen klein beetje.
Waarin we straks feest vieren en elkaar in de armen vallen en doen alsof volgend jaar beter zal zijn. Hoera.
Waarin we een paar miljoen liter olie in zee pompten.
Waarin we een volksjury iemand lieten veroordelen waarop het volk verontwaardigd reageerde en schande sprak en onrecht.
Waarin we weer in sprookjes geloofden en dat sinterklaas uit Spanje komt.

Ik wens ons eens geweldig 2011. Echt.

donderdag 30 december 2010

De ochtenden


In de ochtend groet ik de dingen. Niet. Ik word zo moeilijk wakker. Wat me kan drijven in de ochtend, en dat is dan ook het enige, is de waanzinnig onzinnige gedachte dat ik die dag vroeg ga afsluiten en op tijd naar bed zal gaan om ervoor te zorgen dat ik de volgende ochtend me uitgeslapen zal voelen, wetend, echter, dat ik diezelfde avond geen zin zal hebben naar bed te gaan omdat tegen dan dat ellendige ochtendgevoel verdwenen is en ook vergeten. Ik ben geen ochtendmens.
Sommigen zijn dat wel. Die worden wakker en babbelen er vrolijk op los en mij lijkt dat een geweldig gevoel te zijn: gewoon wakker zijn en niet wakker worden zoals een rups een vlinder wordt, elke ochtend opnieuw. Het gebabbel dringt amper tot me door, alsof ik ergens diep onder water lig en dat gebabbel zich afspeelt boven het oppervlak.
Ik ben geen ochtendmens. Dat is wel duidelijk.

Geschreven de ochtend van de laatste dag van het eerste decennium van de 21ste eeuw.

zware discussies


Je zit gezellig aan tafel en op die tafel worden gerechten gezet en dranken. Rond de tafel zitten mensen en die praten en je praat mee, soms. Buiten het eethuis draait de wereld door en via de blackberry en de netwerken allerhande waarmee we voortdurend vasthangen aan elkaar en de gebeurtenissen groot en klein, dringen mensen binnen en blijf je beslissingen nemen en zaken sturen. Dat stoort, maar je verslaving is groter dan de last van de sociale druk.
Je zit dus semi-gezellig mee aan tafel en praat mee, soms. Tot je ineens merkt dat een hoop verstandig volwassen mensen nood hebben aan bovennatuurlijke verklaringen, goddelijke interventies en zelfs vorige en volgende levens om zin te geven aan zaken en gevoelens en gebeurtenissen. Genoeg om de verslaving opzij te schuiven en me vol te gooien op de discussie. Niet dat ik zo nodig mensen wil bekeren tot het enige echte zuivere geloof, dat van het niet-geloven, van de zware last te weten dat we een toevallige uitkomst zijn van een ongelooflijk oud en complex genetisch algoritme dat geen begin en geen einde en geen betekenis heeft. Bekeren is mijn ding niet. Maar ik kan niet lijdzaam toezien hoe mensen die ik hoog inschat, zich laten wegglijden in sprookjes.
Ja, ik hou van sprookjes en verhalen. Ik vind ze geweldig. Het is zalig ze te vertellen en het is zalig in kaboutertjes te geloven en trollen en sprekende dieren en eenhoorns en elfjes. Vooral elfjes. En Sinterklaas natuurlijk.

dinsdag 28 december 2010

tussen kerst en nieuw


Tussen kerst en nieuw in zou een mens tijd moeten hebben om na te denken en zijn gedachten te laten slepen, traag en moeizaam, en niet ijl en vluchtig,als gewoonlijk.
Maar ik schreef 'zou', want ik weet wel beter.

Tussen droom en daad staan wetten in de weg, schreef Elsschot en praktische bezwaren. Maar vooral een te kort aan tijd.

Als ik het leven zou kunnen hertekenen, dan schonk ik mezelf een leven of 4, maar dan wel simultaan. Dat zou een heel stuk minder frustrerend werken als het zappen heen en weer in een onmogelijke poging simultane levens te kunnen simuleren als je maar hard genoeg doet alsof. En dan zou ik ook nog terug willen schrijven. En tekenen. En schilderen. Liefst allemaal, want het is zonde het niet te doen.

Wat ik maar niet vatten kan, geachte opperwezen dat niet bestaat, maar aan wie moet ik het anders vragen? is waarom het aanvoelt als zonde dat ik geen tijd heb voor die dingen, maar er me gewoon te weinig simultane tijd gegeven is om alles te doen waarvan ik het gevoel heb dat ik het maar beter kan doen? Omdat ik er wat aan heb. En hopelijk ook anderen.

Een eindejaarsgedachte zowaar, met een open einde.

vrijdag 5 november 2010

Van de vos


En in die dagen was de vos op de dool. Hij was uit het bos verstoten omdat de herten en everzwijnen en de eekhoorns en de beren hem niet meer vertrouwden omdat hij hen voortdurend met smoezen om de tuin had geleid om aan hun honing te zitten, hun noten op te vreten of doodeenvoudig om hen de stuipen op het lijf te jagen of gewoon, voor de lol. En ook in het veld was hij niet welkom. De das joeg hem weg uit de burcht en de fazanten vlogen op als hij in hun buurt verscheen. De vos werd een schim, die nu en dan even leek te verschijnen en dan weer verdween als een vale schaduw 's nachts bij mistige maan.
De wolf rook zijn kans en verscheen in het bos en vrat de biggen van de everzwijnen op, verminkte de herten, hakte de bomen om waarin de eekhoorns woonden en tenslotte metselde hij de grot toe waarin de beer zijn winterslaap deed. Daarna stak hij de velden in brand, brak hij de dassenburcht af, en schonk de fazanten aan de jagende mensen en verdween weer, een verwoeste en zwartgeblakerde vlakte en een geplunderd bos achterlatend.
Van de vos heeft niemand nog wat gehoord, maar er gaan geruchten dat hij ergens leeft in weelderige bossen en velden voorbij de einder, waar geen wolf zich waagt en waar de vos zich fijn amuseert met het om de tuin leiden van de beren en de everzwijnen, de dassen, herten en fazanten, omdat dat nu eenmaal zijn aard is.

vrijdag 29 oktober 2010

Sleep

Slapen is kijken met je ogen toe

Rix tips and trix

Mannekes, ik ben die files spuugzat. De E17 staat van 's ochtends tot 's avonds muurvast van Sint Niklaas tot A'pen. Blijf eens thuis. Dank.

In de reeks sprookjes zonder moraal en verhaal:
Lang lang geleden, toen de dieren nog spraken, waren er eens een kind, een wolf, een schaap en een leeuw. De wolf beet het kind, dat huilde. Toen kwam de leeuw. Die at het kind op, en daarna de wolf en het schaap, om vervolgens een dutje te doen.
Met het ikkebord op de schoot, neem ik me voor regelmatiger te schrijven, tikkend in stilte op virtuele toetsen. Zullen we het daar bij houden? Voor vandaag?

woensdag 18 augustus 2010

Time

Sinds enige tijd ben ik moeizaam harkend een boek aan het schrijven. Tenminste, ik schrijf een verhaal en dat lijkt uit te deinen tot een heel boek.
Dat werkt zo: je klapt je pc open/je zet je handen boven het klavier/je vingers gaan op en neer en er verschijnen woorden en zinnen.
Simpel.

"Waarover dan?" vragen mensen me.
"Over die periode in mijn leven", zeg ik dan, "die lijkt op de Faustlegende. Over gebeurtenissen die je niet alleen overkomen, maar die je ook kunt sturen en die in normale omstandigheden gigantische krassen zou trekken in de tefal op je ziel. Ware het niet dat je net die ziel verkocht in ruil voor die dingen die je belangrijker acht dan dat onwereldse goed. Want wie als een god aan de stuurknuppel van de wereld om zich heen mag zitten zonder ziel, hakt en kapt als een waanzinnige in de mensen rondom zich. Per definitie."
"Dat is heavy", hoor je dan.
"Neen", zeg ik, "dat is helemaal niet heavy. Dat is zielig."
Meestal ontgaat het spelletje met de woorden dan de gesprekspartner, maar soms ook niet.

vrijdag 30 juli 2010

geweten

Vorige week of zo, schreef ik op Facebook dat somige mensen een schoon geweten hebben, zoals een keuken die je nooit gebruikt ook proper blijft, en iemand noemde dat 'cynisch', maar dat was het niet, want ik ken effectief zulke mensen met schone gewetens. Meestal omschrijven we hen als mensen zonder geweten, maar dat klopt niet, want het zijn geen psychopaten, zeker niet, hoewel een ervan wellicht wel :-)
Neen, ze hebben wel degelijk een geweten, maar gebruiken het nooit, waardoor het proper blijft en ongeschonden en maagdelijk.
Dat van gewone stervelingen als ikzelf, en hopelijk ook u, krijgt door de gang van het leven schrammen en krassen en blutsen en builen. Een gekraste geweten is zo mooi.

stilte

dinsdag 20 juli 2010

Respect voor de Fransen

Ik heb respect voor de Fransen. Vandaag reed het circus dat Tour heet en sport moet voorstellen en strijd en vechtlust met de remmen toegeknepen richting Pau om de oude en versleten en lachwekkende cowboy dan toch een ritje te gunnen in zijn tweede tour te veel. Maar dat is buiten de Franse coureurs gerekend, die Lance precies het respect geven dat hij verdient: Wil je winnen, Boss? Klop me dan. Als je kan. Nananananananaaaaaah!" Respect!

zaterdag 17 juli 2010

Tips and Trix van een ex frequent flyer

Tip 2: toeristen aller landen moet je mijden als waren het pestlijders. Als uzelf toerist bent, is dat moeilijk. U kan er niet aan doen. Pestlijders stonden ook niet langs de kant van de weg bedelend om de ziekte te krijgen. Toeristen zijn een ras apart. Ze vertrekken in shorts en bloemige hemden, het zijn kijvende vrouwen en jengelende kinderen en mannen met te witte benen in witte sokken in sandalen. Ze hebben een vreemde notie van het begrip handbagage. Voor toeristen betekent 'handbagage' ongeveer hetzelfde als de inhoud van een volledige container huisraad verpakt in talloze trolleys, rugzakken, heuptasjes, handtassen, boodschappentassen, plastic zakken, en alles wat in die categorie ooit uitgevonden is.

De ellende begint al meteen bij de incheckbalie. Toerist nummer éen moet minutenlang zoeken naar zijn identiteitskaart en de print out van zijn internet boeking en dan begint de ellende met de bagage, want natuurlijk zijn de koffers te zwaar en in te grote getale. Toeristen,denk ik, roven hun eigen huis helemaal leeg en stoppen dat dan helemaal in de koffers die ze meezeulen. En na de bagage start de discussie over de handbagage. En als ze de discussie verliezen, dan gaan ze voor je knielen en beginnen ze koortsachtig dingen over te laden van de ene tas naar de andere rugzak. Ellende. En dan begint alles opnieuw bij de volgende toerist, die, al heeft hij staan kijken hoe fout het allemaal liep met de toerist voor hem of haar, toch hetzelfde doet. Beginnend bij het zoeken naar de identiteitskaart.

Helemaal geweldig wordt het nu de luchthavens meer en meer over gaan naar het inchecken door de passagiers zélf. In concreto betekent het dat ik, die zeker niet beschuldigd kan worden van sociale eigenschappen als daar zijn behulpzaamheid, in mijn leven al honderden toeristen heb helpen inchecken. Niet om ze te hélpen, maar om het godverdomme vooruit te laten gaan. Please.

Maar het inchecken is niets in vergelijking met dé marteling voor de frequent flyer: tussen de toeristen de veiligheidscontrole door.

Meestal gaat het zo: de handbagage zit vol met flesjes water en ander vloeistoffen, tubes tandpasta, zonnecrème, zalfjes, schaartjes, mesjes,... die ze tot hun stomme verbazing moeten afgeven, ook als staat dat met koeien van letters overal aangegeven, ook al heeft die stomme toerist voor hen alles moeten afgeven en zal de toerist na hen exact hetzelfde tegen komen. Want dat is het geweldige: ze staren als een vis in een bokaal naar de buitenwereld staart naar wat met de toerist voor hen aan het gebeuren is, en dan is het hun beurt en doen ze éxact hetzelfde. En het afgeven van die flesjes, die tandpasta, die zalven, die zakmesjes, die schaartjes, gaat elke keer gepaard met verbàzing, met discussie, met ongeloof, met een gevoel van onrechtvaardigheid.

En het duuuuuuuurt. En duuuuuuuurt. Zij hebben uren. Na het inchecken hebben ze nog een halve dag om de taxfree te plunderen en nog meer handbagage te verzamelen om op dat vliegtuig mee te sleuren, allemaal de passagiersruimte in die tijdens het toeristenseizoen lijkt op een treincoupé in een overvolle trein tussen Peking en Shanghai, zo vol proppen de toeristen elke hoek met hun zakken, hun handtassen, hun rugzakken, hun taxfree stuff.

Schoenen uit. Voor iedereen voor hen in de rij. Maar als het hun beurt is, stappen ze eerst gezwind door de controle, schoenen ààn de voeten. Moeten ze terug. Moeten ze, alweer verbaasd en boos, en tekortgedaan, de veters losknopen en de schoenen uittrekken, om dan, net als de toerist voor hen en de toerist daarvoor en die daarvoor, te vergeten hun broeksriem uit te trekken, hun horloge, hun dikke gouden ketting, het kleingeld uit hun zakken te halen. En telkens het gebiep en gezoem, telkens weer de verbazing. En dan vergeet ik nog de laptops, de gsm's, de i-pods...

Als je wil bewijzen dat mensen kuddedieren zijn die zich, als dat ooit aan de orde zou zijn, willoos éen na éen naar de slachtbank zouden laten leiden, moet je daar tussen staan.

Finaal, finaal, wordt de vlucht omgeroepen. Tijd om ineens te beginnen drummen, want nu kan het niet snel genoeg. Krampachtig en gebogen honderden kilo handbagage en taxfree rommel torsend, willen ze allemaal zo snel mogelijk en liefst als eerste op het vliegtuig. Roept het personeel bij een groot vliegtuig eerst de passagiers rij 1 tot 12 op, dan geldt dat voor iedereen, maar niét voor de toerist, die, ook al zit die op rij 878, toch gaat aanschuiven bij de groep 1-12.

Komen ze dan bij de finale controle, stinkend naar het zweet van het lastdier dat het bijna begeeft onder duizenden kilo rommel, dan moeten ze ineens naar hun identiteitskaart zoeken, net als de toerist voor hen, hoe kan het anders en ook hun ticket. Alle zakken moeten op de grond. Miljoenen ritsen moeten open dicht, en uiteindelijk zitten dat ticket en die identiteitskaart in de allereerste rits, maar daar hebben ze onvoldoende zorgvuldig gekeken, in hun haast zo snel mogelijk op dat vliegtuig te raken. Het zweet gutst ze ondertussen Niagara waterval gewijs vanaf hun rug en hun oksels en maakt hun shirts druipnat en zorgt ervoor dat ze gaan stinken als dokwerkers die een week geen douche hebben gezien en straks zit je dan links en rechts en voor je en achter je gevangen tussen die stalen van het menselijke stinken.

Maar zover zijn we nog niet. Eens de controle voorbij wordt het vliegtuig bestormd door de horde toeristen die nu zo snel mogelijk binnen willen zijn, alsof het ding de lucht zal ingaan eens zij neerzitten.. Voor je tot 10 kan tellen worden alle 'overhead lockers' volgepropt met die miljoenen kilo's handbagage, tot 30 zetelrijen voorbij de plaats waar de toeristen zelf zitten, want ze hebben allemaal genoeg bij zich om een gemiddeld 3de wereldland een maand lang van eten, drinken en ondergoed en kleding en lectuur te voorzien. Ze proberen zoveel bazaar in die overhead lockers te proppen, dat vroeg of laat eens een vliegtuig zal openklappen onder de inwendige druk.

Ik ben nu even te moe om de ellende tijdens de vlucht te beschrijven. De stank, het gesmos, het gesnurk, de geur van scheten die ineens opwellen uit de zetelrij voor je , de jengelende kinderen, de angst bij elke luchtzak,...

Wat was de tip nu weer? A ja: mijdt de toerist als waren het pestlijders. Of beter nog: toeristen, blijf thuis. En laat me met rust.

vrijdag 16 juli 2010

volkswijsheden/ zo zouden de spotjes op de radio moeten klinken

Allo. Ik zen Tom Boojne en ik zen ne coureur. Ik ken verdoeme hejt raaie. Ik raai oek graag vriet hejt met de Ferrari en af en toe snuif ik oek een lijntje coke, omda ik mda ken permitteren. Ik zen me Lore mor da vergeet ik wel es assek een nachtje gon stappe mor oe zoude zellef zen as ge Tomme Boonen zout zen? Ze zegge da kik nen dikke nek em, mor da is nie zo zo, da komt van den tv, da mokt alles groter.

Allo. Ik zen Natalia en ik zen een zangeres. Ik ken verdoem het zinge. Ik raai ottos in de prak en assek zing doenk dak Tina Turner zen, gewetwel: benen bekke open en een bekke door de knieen en kont nor achteren, een bekke zoals loopse bavianenwefkes en dan me uwe kop schudde en uw arme met de elleboge nor achteren over tpodium rammen in e kort rokske. Ze zegge da kik een dik gat em, mor da is nie zo, da komt van den tv, da mokt alles veel groter.

Alleen jammer dat je de rare Kempische intonatie niet kan horen, want als ze spotjes inlezen op de radio, dan leggen ze allebei op zeer prettige wijze de klemtonen op de verkeerde plaats in woorden en zinnen.

tips and tricks van een ex frequent flyer

Beste Toeristen,
De kans dat u een dezer het vliegtuig neemt om aldus op uw vakantiebestemming te raken, is behoorlijk groot. Omdat u weinig reist met het vliegtuig, hebt u er meestal geen talent voor. U knoeit nogal wat af in de luchthaven en precies daarom probeerde ik steeds in dit seizoen zo weinig mogelijk te reizen, om ergernissen te vermijden. Maar dat is mijn probleem, niet het uwe.

Omdat u weinig aanleg hebt tot reizen, geef ik u tips en tricks. Niet te veel in een keer. Mondjesmaat.

Tip 1, zeker als u transcontinentaal gaat vliegen. Kies altijd zetelrij 13. De kans dat u komt te zitten naast een aziaat die een hele vlucht uit alle lichaamsopeningen stinkende scheten en ronkende boeren laat en zijn eten smost en halfweg de nacht kwijlend tegen je je schouder gaat slapen, is nihil. En de kans dat een supersized amerikaans citizen die amper in twee zetels past, naast je komt zitten, is ook zeer klein. Ook russen en aanverwanten en zelfs engelsen hebben angst voor rij 13. Op rij 13 zitten alleen mensen die niet bijgelovig en bijgevolg verstandig en geciviliseerd zijn.
Als echter uzelf, en de kans is groot, eveneens bijgelovig bent, dan mag u deze tip negeren. Ik wens u veel succes vanuit mijn stoel op rij 13.

En als we uit de lucht vallen, is de kans groot dat we allemaal dood zijn en meestal niet alleen de passagiers op rij 13.

TdF

Ik ging schrijven dat het me verbaasd, maar dat zou een leugen zijn, want verbazing is een zeldzaam goed geworden in de Bananenrepubliek en bij uitbreiding de door de mensensoort gedomineerde planeet A.

Een fractie van die mensensoort kijkt elke elke dag weer opnieuw via het medium televisie naar Le Tour de France, een non event dat zich drie volle weken in bijna dagelijkse afleveringen van een aantal uur verder sleept naar -letterlijk- de laatste eindstreep, die getrokken ligt in de eeuwige velden van grote stad aan een trage stroom. Drie weken lang zitten een paar tientallen mannetjes van de menselijke soort op tweewieler die ze op primitieve wijze vooruit duwen, gebruik makend van tandwielen, een ketting en de spierkracht in hun benen. Die mannetjes zijn gehuld in kleurrijke spannende kledij, torsen helmen op het hoofd en zonnebrillen op de neus en ze rijden elke dag van de ene stad naar een andere, daarbij mijden ze hoge bergpassen niet, nu en dan, al zijn dat geen noodzakelijke obstakels op weg van A naar B, meestal. Ze worden vooraf gegaan en gevolgd door een hoog aantal personenwagens, vrachtwagen, autobussen, motoren, helicopters,...

De mensensoort registreert alles met camera's en stuurt de beelden naar een flink aantal honderduizenden televisies over de hele wereld. De mensensoort stuurt reporters die praten bij de beelden die ze zo proberen op te leuken tot spannende en aangrijpende gebeurtenissen. Wat ze niet zijn. En precies daarover wou ik verbaasd zijn, maar ik ben het niet.
Die reporters omschrijven het gebeuren beurtelings als een circus en een karavaan. Het Tourcircus of de Tourkaravaan.

Het lijkt alsof de leiders van deze karavaan, de ringmeesters van het circus, het echte spektakel willen mijden, omdat echt spektakel gevaarlijker is, want onvoorspelbaar, dan het non-spektakel dat enkel spankracht krijgt door oeverloos gekakel door reporters.

Gisteren, bijvoorbeeld, in de laatste rechte lijn naar de met witte verf getrokken eindstreep in een stadje in het mooie land F, gebeurde er iets wat leek op een event. Je moet beseffen dat als nog veel mannetjes op tweewielers samen zijn, kort voor het einde van hun dagelijkse tocht van A naar B, er enige deining ontstaat in de kudde mannetjes op tweewielers. Het is -en dat dagelijks- de bedoeling dat er zo snel mogelijk van A naar B getrokken wordt en in concreto betekent dat dat wie het eerste over die finale witte streep rijdt met de tweewieler, de winnaar is van de tocht van die dag. Dus gaan de mannetjes in die laatste rechte lijn zo hard mogelijk fietsen, allemaal en gaan ze wat duwen en trekken en elkaar de pas afsteken of tegen de kant aan duwen.

Gisteren gingen mannetjes, daar zijn het mannetjes voor, met testosteron in hun lijf en adrenaline enzoverder, elkaar wat duwen en kopstoten uitdelen. Behoorlijk gevaarlijk en mooi om zien, tegen de hoge snelheden die de mannetjes bereiken op hun tweewielers. Maar dat mocht niet. Want het koppigste mannetje (woeha, een woordspelletje van de schrijver dezes) mag niet meer meedoen. Jammer. Maar niet verbazend.

donderdag 15 juli 2010

een heer van stand of toch niet

In het weekblad voor de saaie burgerman, K, staat deze week een interview met de pseudo pseudo RT. Korte armpjes. Grote kop met hoog voorhoofd, kalende schedel en daaronder onzorgvuldige haarbos. Ogen die door afhangende zakken erboven triest kijken. De pupillen raken het onderste ooglid niet, maar laten een stuk wit. De mond liploos. De blik intriest en hautain tegelijkertijd.
In dat interview bewijst de heer van stand RT dat hij is wat hij is: pseudo pseudo en bovendien en bovenal een leeg vat vol mooie praatjes. Men rolle zijn K op en stoppe die dan zonder medelijden in de kont van de ijdeltuit zonder inhoud, de genaamde RT. Dan past die smartelijke blik ook beter bij het fysieke ongemak.

Dag Allemaal

De Bananenrepubliek bij de Noordzee is verdeeld in niet minder dan 4 delen. Over die 4 delen en het waarom ervan zal ik het vandaag niet hebben. Het bestaan van die delen speelt geen rol in mijn hersenspinseltjes. Het bestaan van die 4 delen is hallucinant en hoogst surrealistisch en erover schrijven zou een roman vergen en om een roman te schrijven ontbreekt het me aan tijd en energie vandaag.
In het deel van de Bananenrepubliek, dat grotendeels vlak is en waar loom stromende rivieren meanderend hun weg zoeken naar de Noordzee, waar hard werken zonder daarbij na te denken als een deugd omschreven wordt en waar de meeste bedrijven gerund worden als een boerderij, leven de Vlamingen.
Over de Vlamingen en hun boerderij-management schrijf ik momenteel een handleiding Vlaams Ondernemen Voor Dummies. Als in de Vlaamse gronden olie was gevonden en men er geen vlas had geweekt, was de wereldeconomie, het milieu en daarmee ook de wereld en de mensheid al lang naar de kloten. Maar daarover wil ik het vandaag niet hebben.

De Vlaming is niet echt een lezer. Ja, ik weet het, hier had best een bruggetje gemogen, maar ik ben vandaag ook lui.

Ik denk dat in Vlaanderen ongeveer evenveel romans gelezen worden per inwoner als bij primitieve stammen in regenwouden waar ook ter wereld. Als je in Vlaanderen een zaak start en je wil snel veel geld verdienen, dan moet je een boekhandel starten en romans gaan verkopen. Doordat de Vlaming weinig leest, krijgt hij ook de schrijvers en de romans die hij verdient en lijkt de middelmatigheid meestal het hoogst bereikbare. Als er al een Vlaming aan schrijven doet en er behoorlijk in slaagt handig graaiend in de wereldliteratuur enkele genietbare zinnen achter elkaar te poten en hier en daar iets te scheppen wat een verhaal lijkt te zullen vertellen, roept de iets intelligentere Vlaming algauw dat die schrijver de Nobelprijs verdiend, waarmee die iets intelligentere Vlaming meteen bewijst pseudo te zijn en van echte literatuur geen benul te hebben.

Ik overdrijf. Er zijn in Vlaanderen best goeie dingen geschreven nu en dan. In het stinkende textielstadje A leefde halfweg de vorige eeuw een verver die 's avonds gezeten aan de keukentafel urenlang woorden zat neer te pennen in zinnen die stroomden als beken en rivieren en greppels en riolen, om van het gezaag van zijn vrouw af te zijn en te ontsnappen aan de donkere depressie van een zinloos bestaan als lid van het klootjesvolk. Die schreef dat de mensen een geweten geschopt moest worden, maar urenlang gebogen zat over pornoboekjes die hij in Amsterdam ging halen en waaruit hij knipte en plakte om zo 'het lichaam van de vrouw en het meisje' in kaart te brengen. Die schreef over 11 jarige fabrieksmeisjes zonder onderbroek die beloerd en in gedachten bepoteld werden door vieze venten in losse overalls die opvallend veel gelijkenissen vertoonden met de schrijver van die obsessies. Die stierf achter die keukentafel, de fles sterke drank boven de tafel en wie weet wat onder de tafel ter hand, net bezig de de rubriek 'peervormige borsten' van gepaste illustraties te voorzien. En in de wereldstad A in het diepst van hun eigen gedachten, leefde vroeger nog in de vorige eeuw, een gewiekst zaken- en saaie burgerman, die zinnen kon bouwen en beelden en verhalen die elke beginnend schrijver eerst tientallen keren zou moeten lezen en ontleden om dan te besluiten toch maar geen schrijver te worden, omdat de wijze waarop die zinnen en beelden en verhalen geschreven zijn, bijna onmogelijk te evenaren blijken.
Het liefst leest de hedendaagse Vlaming Dag Allemaal. Elke week weer opnieuw worden masaal veel Dag Allemaal verkocht en in Vlaamse huiskamers gelezen. Daarmee is alles gezegd.

vrijdag 9 juli 2010

laatste bericht van de dag

In de Bananenrepubliek bij de Noordzee, is onverdraagzaamheid verheven tot levenskunst. Vandaag heeft een vrederechter besloten een kinderopvang te laten sluiten omdat er een klacht was ingediend tegen die opvang wegens geluidsoverlast.

In het apenland bij de Noordzee, moeten vrederechter geen wijze mannen zijn blijkbaar, maar mogen ze wel voldoen aan alle criteria die een mens tot een volmaakte lompe imbiciel maken.
In plaats van zij die een klacht indienen een draai om de oren te geven, laat de heer vrederechter de kinderopvang sluiten. Ik schreef al, in dit geweldige land moet je geen absurde verhalen bedénken: ze worden je bij dozijnen aangereikt. Elke dag.

De redenering van de vrederechter volgend, denk ik dat een aantal maatregelen zich opdringen.
Ik stel voor dat we voortaan kort na de geboorte kinderen ritueel ontdoen van de stembanden en dat ouders die dat weigeren, opgesloten worden en dat we koppels die kinderloos blijven subsidies verstrekken voor hun bijdrage tot de rust en stilte in de Bananenrepubliek. Tenslotte stel ik voor om het begrip onverdraagzaamheid op te nemen in de grondwet als een burgerplicht. Ik heb gesproken.

GOM

Het in woorden, zinnen en verhalen omzetten van ergernissen, die ik een beetje cultiveer omdat ze me energie geven en die ik voed omdat ze me de inspiratie en inhoud bezorgen voor mijn scrijfsels, hebben ertoe geleid dat ik vandaag omgedoopt ben tot 'grumpy old man' en dat bevalt me wel: ik ben voortaan officiëel GOM want ik lijk ruim te voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Ik ben 47 en dus per definitie ben ik dus oud. En grumpy is my middle name. Ik erger me met graagte aan alles wat ons mensen lelijk maakt en dom en onozel, asociaal en belachelijk. Wonend in onze bananenrepubliek bij de Noordzee, worden me dagelijks dingen aangereikt, het ene al absurder, lelijker, surrealistischer en ongelooflijker dan het andere. Ik prijs me gelukkig.
Het is een vuile job, maar ik neem hem met plezier op. Geliefd word je er niet mee, maar ik heb in mijn leven nooit te klagen gehad over een gebrek aan liefde, integendeel. En ik heb er ook veel gegeven, denk ik, al is dat soms moeilijk te beoordelen, objectief.

donderdag 8 juli 2010

fabels, sprookjes en vertelselkes

In een land bij de kille zee hebben de hoogste gezagdragers van de ritueel geestelijke gemeenschap foto's in hun bezit van naakt hurkende min 1O jarige meisjes in een douche en dat is toeval. In dat land zijn de ongelovigen even gelovig als de gelovigen en de gelovigen even zondig als de ongelovigen en proberen ze elkaar kapot te maken door zich te verenigen in broederschappen met regels en rituelen/ritualen, waarbinnen de broeders elkaar beschermen en indekken, waardoor de zwakken van geest en vlees aan de meest zich aan hun meest primaire behoeftes overgeven denkend dat de anderen binnen hun broederschap hen zullen beschermen en hen boven de wet zullen verheffen. In dit land zijn de gelovige broederschappen 10 eeuwen of meer aan de macht geweest, maar ze verliezen de strijd nu aan het niet gelovige broederschap. En het enige wat anders is zijn de namen en de gezichten van de perversen en de gestoorden, zijn de namen en de gezichten en de bankrekeningen van hen die de zondes, de misdaden en de excessen begaan. Het is enige wat anders is, zijn de namen en de gezichten en de banden die ervoor zorgen dat de zwakken van geest en lijf en zinnen door de broeders beschermd worden.
als we iets anders geloven, zijn we dom, kortzichtig, goedgelovig. je kan beter geloven. of niet geloven (zoals ik) dan goedgelovig zijn.

Toen de dieren nog spraken

Toen de dieren nog spraken werd er veel onzin verteld en raakten dieren slaags enkel om wat ze tegen elkaar zeiden, niet meteen om wat ze elkaar echt aandeden. En omdat het uit de hand liep werd beslist dat de dieren voortaan gewoon niet meer zouden kunnen spreken, wat een verstandig besluit was.
Er wordt sindsdien niet minder bloed vergoten in het dierenrijk, maar het is allemaal iets minder complex: eten of gegegeten worden, dat is de vraag.

bedenksels uit de nederprairie

Ik heb de barslechte gewoonte te lang niet te eten. Soms eet ik om 9 uur 's avonds (meestal is dat gewoon zo) en dan wacht ik tot de volgende dag hetzelfde uur om weer tot de daad over te gaan. Voel ik me flauw tussendoor? Neen.
Hoe je -letterlijk- met honger weet om te springen, heeft te maken met je type. Jager of prooi. Prooien moeten voortdurend eten. Prooidieren die te weinig eten worden 'leeg' (mijn paard is leeg zeggen ruiters) en minder alert, traag, minder snel. Roofdieren worden scherper, alerter, sneller, hun denken slaat de omweg naar de hersens over en spreekt rechtstreeks met het ruggemerg. Ik heb graag honger. En als ik eet, eet ik als een roofdier.

___

"Alleen zwakke persoonlijkheden smaken ten volle de vreugde van het flink zijn. Omgekeerd zijn het de doortastenden voor wie het melancholisch weifelen een feest is."

in de reeks: ultieme songs

Lay, Lady, Lay

Lay, lady, lay, lay across my big brass bed
Lay, lady, lay, lay across my big brass bed
Whatever colors you have in your mind
I’ll show them to you and you’ll see them shine

Lay, lady, lay, lay across my big brass bed
Stay, lady, stay, stay with your man awhile
Until the break of day, let me see you make him smile
His clothes are dirty but his hands are clean
And you’re the best thing that he’s ever seen

Stay, lady, stay, stay with your man awhile
Why wait any longer for the world to begin
You can have your cake and eat it too
Why wait any longer for the one you love
When he’s standing in front of you

Lay, lady, lay, lay across my big brass bed
Stay, lady, stay, stay while the night is still ahead
I long to see you in the morning light
I long to reach for you in the night
Stay, lady, stay, stay while the night is still ahead

woensdag 7 juli 2010

De Brug

Ik krijg er maar niet genoeg van. Uren kan ik op de ene of de andere oever zitten van de brede trage stroom die vanuit de Vlaamse velden naar zee vloeit, kijkend naar de ranke, witte, elegante schoonheid van de brug naar de stad A aan de stroom. De stad A met haar open en bescheiden bevolking, die de bewoners van de andere oever met open armen ontvangt, gastvrij en vriendelijk. Die er nooit aan kunnen en durven denken heeft in plaats van een brug, tunnels te graven onder de stroom om het aan de inboorlingen van de linkeroever duidelijk te maken dat het herrenvolk op de rechterkant woont en dat ze daar aan die linkse zijde primitievelingen zijn die in rare dialecten praten en tussen de koeien wonen en te vangen zijn met kraaltjes en spiegeltjes en zilverpapier en die stinken naar zweet en ongepoetste tanden en geen designerkleren dragen en niet met dikke Duitse auto's over de leien paraderen. Om aan dat schorem van de linkeroever duidelijk te maken dat ze als mollen onder de grond de stad mogen binnen rijden, nederig, onderdanig, kruipend in de slijk en stof, de gezegende bevolking van de jubelende stad A eeuwig dankend even op hun grondgebied te mogen vertoeven.
Uren zit ik tussen het gras en het riet en ik bewonder de brug.

R&D: Rob and Deploy

Op bepaalde dagen slaag je er in om pas verworven (lees: geleende/gestolen) inzichten achteloos in een converstatie te smokkelen. Als die dan gesmaakt worden, geeft dat een vreemde kick. In het beste geval, doet je toehoorder, of doen je toehoorders, hetzelfde en gaan ze op hun beurt wat je hen aangereikt hebt, toepassen.
Zo heb ik pas (alweer) het mooie 'ik heb last van voortschrijdend inzicht' gebruikt, met dank aan de bedenker.
Wat is het mooiste, soms. Weten of geloven?
Keuze:
'Een rustig voorbij drijvend cumulus wolkje weegt zoveel als 80 olifanten'
of
'Clouds can have a large range of mass per volume,
depending on how large and numerous the cloud droplets
or ice crystals are that are in them. However, they
do not really weigh anything, if by weighing you mean
putting them on a scale to weigh. Weight is defined
as the force of an object upwards as the result of
gravity. Since clouds, in a sense, defy gravity, they
do not have weight.

Clouds are less dense than dry air of the same volume.
That is why they do not fall from the sky. Upwards vertical
motions in the atmosphere also help to counteract
the weight of the droplets or ice crystals, helping to
hold them up (or make them rise even) in the atmosphere.'

Berichten uit de wereld

Ergens in de wereld is er nu een vlinder die de vleugels precies zo slaat dat dat zal leiden tot een orkaan en we zullen het nooit weten. En of je dat nu gelooft, of geloven wil, of niet, doet er niet toe. Orkanen komen en gaan.
Geloven is nu eenmaal een vrijwillige staat van onwetendheid en beloven is vragen aan de ander om te kiezen voor die status.

Dag 2

Beste allen, niemand dus
Ik ga echt de dagen niet bijhouden, want tellen doe ik als de kraaien: "een, twee, drie, veel..."
Uitspraak van de dag dan? Een quote van een onwijs man: wijze mannen zwijgen en doen dus geen wijze uitspraken en door dit te zeggen, bewijs ik dat ik een wijs man had kunnen zijn als ik deze wijsheid had gezwegen.

dinsdag 6 juli 2010

Aan alles is een begin

Antwerpen, 6 juli 2010, 14:55// aan alles is een begin en als we dat begin niet notuleren, vergeten we het achteraf, en lijken de dingen naadloos en zonder grenzen in elkaar over te vloeien
deze blog start
hier
en
nu