donderdag 28 februari 2013

Atlas

"Atlas, de arme knaap, droeg de wereld niet op zijn sterke schouders. Zijn schouders waren eerder zwak en hij leunde tegen de wereld. Hij stond in de schaduw, daar waar het grove huisvuil staat en het stinkt naar kadavers en rottende etenswaar en waar het kil is en donker. Niemand die de kloten aan het lijf had om hem de pijnlijke waarheid te vertellen. En toen Atlas er zelf achter kwam, dat zijn beeld van het gebeuren niet meteen de realiteit schetste en hij dus niet die werelde op de schouders torste, klapte hij in elkaar daar in die stille schaduw waar het stinkt en koud is en niemand die het merkte."

Dichter leest het voor. Boerken blaast in de hete tomatensoep die dampend en oranje rood in een mok wacht om gegeten te worden en zet er zijn lippen aan en gromt tegen Meisje in de keuken dat de soep lekker is. Hij heeft niet geluisterd naar wat Dichter vertelt en Meisje in de keuken ook niet en Knorpot die wat verderop in de krant leest, al helemaal niet. Dichter weet dat nog niet. Hij is de Atlas.
"Het wordt lente", zegt Knorpot.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

woensdag 27 februari 2013

Ziel in bloem.

Boerken komt binnen in het Donker Kot waar een karige lamp probeert te winnen van de dag die langs de ramen naar binnen gluurt en met hem waait het laatste beetje winterkou naar binnen en hij vraagt wat Dichter scheelt, want die is weer zo zwart en stil. Pikzwart als koffie en stil als de beesten, volgens Boerken en gewoon donkerbruin en modderig triest volgens Knorpot en een onnozele piekerende ziel volgens Zakenman en Meisje zegt niets en Dichter zwijgt, want hij weet waarom en hij wil er niet over praten met hen, hij wil lange tochten maken langs het water met Meisje, niet eens hand in hand, maar met de zielen open en met weinig woorden luisterend en stil Meisje kijkt weg en Dichter staart op zijn blad en de leegte is oneindiger dan de zee en de horizon en de hemel.
Buiten vertellen de vogels over de lente en de dag plooit zich open. In het Donker Kot hangt het soort stilte die je in plakjes kan snijden. Niemand doet het. Het zwijgen grijpt hen bij de keel maar ze ademen verder zonder denken. Boerken gaat zitten aan de tafel en Meisje gaat naar de keuken om daar te rommelen met alles en niets en Dichter probeert woorden aan elkaar te haken. Zakenman kijkt op zijn polshorloge en vertrekt. Ze horen het brommen van zijn auto en dan het korte gieren van zijn banden. 'Die is ook goed gezind", zegt Boerken. Knorpot staat ook op, mompelt iets van sfeer en de geur van rot fruit en kadavers en dan trekt hij de deur achter zich dicht.
Boerken drinkt koffie en Dichter schrijft over de pijn van het zijn en de evenwichten die in onevenwicht zijn en over korte eindjes en de luwte van de schaduw en de eenzaamheid van zijn priemgetal en over verlaten zijn en vergeten en genegeerd door zijn naasten en het is als witte bloem op de tafel en hij wentelt er zijn ziel in en legt die daarna te braden op de pan. Niemand ruikt het.



Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

dinsdag 26 februari 2013

Boerken is zot

"Ik ben zot", denkt Boerken, "ik ben stekezot. Ik wil verdekke gedichten schrijven met een potlood op een blad papier zoals de Dichter die zot die denkt dat hij met woorden de zon bewegen kan en de maan en de sterren en die woorden kan eten en drinken en ademen. Ik ben stekezot, want ik vind die Dichter een onnozelaar en een stomme kloot die zijn tijd verdoet met als een dwaas woorden achter elkaar te plakken die nergens op slaan en die nergens naar leiden en tot niets dienen en nu sta ik hier in het midden van de polder en staar naar de lucht boven mij en kijk naar mijn voeten in de modder en wil erover schrijven en dus ben ik zot. Stekezot. Ik heb gezegd."
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Honing

Zakenman vliegt laag over Vlaamse snelwegen vanuit diepe Zuiden naar het vlakke land tussen Dender, Durme en Schelde, dat in zijn jeugd zo ontwapenend mooi en nu zo ergerlijk verknoeid is als landschap met zijn polders en wilgen en populieren. Zakenman ziet het niet, want hij ziet enkel geld en macht en het is donker buiten. De auto raast stil. De snelweg glijdt snel voorbij. De verlichting is geel als honing. Zakenman heeft honger en is moe.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

maandag 25 februari 2013

God only knows

Dichter zit in elkaar gedoken aan de verweerde tafel. Bleek en rillerig. Hij snottert en hoest.
Boerken komt binnen uit het donker en Knorpot, die er ook is en met Stil Meisje thee drinkt, zegt dat Boerken in het donker van de polder met die LED-lamp op zijn hoofd, een dwaallicht lijkt dat door de velden zweeft.
Dichter vertelt over hoe hij gisteren het gedicht voor Stil Meisje schreef. Dat hij haar schrijven wou dat zijn Liefde Eeuwig was, maar wat is eeuwig? Dat is alles en dus niets. Dat is zo oneindig, dat het onzinnig wordt. En dus besloot hij te beginnen met een negatie. Want dat trekt ook aandacht. Stel dat je geliefde je zegt: 'ik ga niet voor altijd van je houden', dan is dat even een schok. "En dan wou ik vertellen dat het... wel voor altijd is", zegt Dichter, "en ik zocht beelden en kwam bij zon en maan. En daarna dacht ik: laat ik groter beginnen en dan afdalen en dichter en dichter komen en eindigen bij mijn hart en mijn woorden. En dus begon ik met de sterren..."

Knorpot vraagt waarom Dichter dat allemaal vertelt, want dat dat toch niet nodig is.

"Toch wel", zegt Dichter stil, "want gisteren vertelde iemand me, dat iemand me voor geweest was. En dat die tekst collectief geheugen zou zijn. En ik was daar helemaal ondersteboven van. Omdat ik eerst zo blij was met mijn vondst en dat beeld en het dan niet origineel bleek te zijn. Het is van The Beach Boys."

"God Only Knows

I may not always love you
But long as there are stars above you
You never need to doubt it
I'll make you so sure about it

God only knows what I'd be without you"

Knorpot bromt dat dat het leven is. Het gaat niet in cirkels. Het rijmt.


Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Woordenloos

Dichter is een oude Ziel, wat niet wil zeggen dat hij of de schrijver van de traag meanderende levens van Boerken en Droeve Dichter en Oude Knorpot en Strakke Zakenman en Stil Meisje, geloven in eeuwige zielen die steeds weer terugkomen om te huizen in verschillende lichamen in verschillende levens in verschillende tijden. Ze geloven in niets dat ze zien en niet zien, ze geloven in alles wat ze zien en niet zien. Ze maken geen onderscheid tussen geloven en niet geloven. Sommige dingen zijn zoals ze zijn: Dichter is een oude Ziel.

Dichter is een oude Ziel en soms schrijft hij teksten op dik papier dat stroef is en glad en waar het dikke houtskool letters op haakt in zwart en antractiet. Woorden en zinnen. Hij schrijft Stil Meisje in stilte. De woorden zijn geluidloos.

"Ik hou niet voor altijd van jou
Ooit zal het ophouden
Als er geen sterren meer zijn
En geen maan en geen zon
Geen regen en geen wind
Geen Zee in het Noorden
En
Geen Trage Stroom meer
En geen wind die fluistert
In de bomen langs de dijk
En
Mijn hart niet meer klopt
En mijn ziel
Geen woorden meer schrijft"

En daarna schrijft Dichter ook nog:

"Ik loop
Door de polder
En
Dan landen
Deze woorden
In mijn ziel
Als ganzen
In de polder
Ze drijven
Als wolken
In mijn hemel

En dan
Wil ik schrijven
Meteen
Deze woorden"


Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

zondag 24 februari 2013

Sneeuw

Boerken komt binnen en Stil Meisje kijkt hem aan terwijl hij zijn laarzen uittrekt waaraan de sneeuw koekt. "Ik heb het nu wel gehad met de sneeuw", zegt ze en haar stem is minder stil dan anders. Boerken kijkt haar aan en lacht. "Ja", zegt hij, "De vogels buiten ook. Als ik mijn ogen zou sluiten zou ik denken dat het lente is, zo gaan ze te keer. Ze hebben ook genoeg van de winter. Duidelijk."
Ze drinken samen. Hij espresso uit een klein wit sierlijk kopje en zij thee in glas. Ze praten niet en kijken buiten.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Fijne poezie




Zon
zon
zon
zon

Zon
zon
zon

Zon

vrijdag 22 februari 2013

De Zin van Het Leven

'Ge vraagt mij na te peinzen over de zin van het Leven, Dichterke", zegt Boerken scherp, "en ik weiger dat te doen. Dat doet gij maar. Ik heb al genoeg aan mijn kop met de prijs van hooi en stro en voer die altijd maar hoger gaat en de prijs van de paarden die omdat het te duur wordt er te houden, altijd maar omlaag gaat, godverdomme. Wat kan mij de zin van het leven schelen als ik vooral wil overleven. Straks heb ik honger en spaar ik mijn eigen eten en drinken om die beesten te kunnen houden. Zwijgt mij van de verdomde zin van het leven. En Knorpot, denkt ge dat die echt om de zin van het leven geeft? Dat die ernaar zoekt? Die oude zeurpot zoekt alleen maar aanleidingen om te kunnen zagen en klagen en een muur om azijn tegen te pissen en mensen en dingen om zuur overheen te kappen om dat naar het sissende spectakel te kijken en er bijtende commentaar op te geven, de cynische klootzak. En Zakenman die denkt alleen aan geld en macht bij alles dat hij ziet en iedereen die hij ontmoet, en als hij al aan de Zin van het Leven denkt, in hoofdletters, is het om het in stukskes te kappen en de stukskes te verkopen en daarna een handleiding die vertelt hoe ge de stukskes in elkaar moet zetten. En Bohemien, dat nieuwe speeltje van de Grote Schrijver denkt aan niks behalve zichzelf, want het is een volbloed navelstaarder en een dikke egoist van geboorte. En Meisje? Ja, Meisje. Die Is misschien wel de zin van het leven, en daarom houdt die zich niet bezig met dit soort kleinmenselijke overpeinzingen. Dus Dichterke: of zwijgt over de zin van het leven of doet er wat mee, voor uzelf, want ge schrijft toch dat ge het beste medicament zijt tegen uzelf. En hebt ge me nog een jenever? Beter: geeft me de fles. Ik zal eens kijken of daar de zin van het leven in zit."
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

donderdag 21 februari 2013

Steve Jobs en korte kabels en lege batterijen

Kleine batterijen en korte kabeltjes.

Er was eens. Alle verhalen beginnen met ‘er was eens’, net zoals alle mooie liedjes eindigen en bloemen verwelken en scheepjes vergaan. Ook dit verhaal begint met ‘er was eens’. Morgen ga ik meer over het vertellen van verhalen. Vandaag echter, moet ik gewoon mijn frustratie kwijt. Over beperkte batterijen en korte kabeltjes en gebroken dromen. Heeft dat iets te maken met sociale media? Ik vind wel een link, ergens. Hoop ik.

Bindingsdrang.

Er was eens een briljant jongetje in een zwarte coltrui dat behoorlijk gebukt ging onder vreselijke en onverklaarbare bindingsdrang. Er kan geen andere verklaring zijn waarom ik mijn iPhone voortdurend ergens moet opladen. Je kan alles met dat ding: ik vind er mijn weg mee, weet waar en wanneer ik te snel rijd, ik erger me aan mijn Kloutscore die alweer onbegrijpelijk de dieperik in keldert, ik ken mijn slaapritme, speel onnozele woordspelletjes, heb zicht op al mijn communicatie, kan foto’s bewerken en bewaren, heb al mijn vrienden bij me, ik kan er mijn televisie en muziekinstallatie mee bedienen, open er poorten en deuren mee, zoek alles wat ik niet weet (en dat is dus veel en hoogst frequent), koop me op geheel impulsieve wijze een financieel ongeluk, regel mijn verwarming en verlichting, ik beluister muziek, knip er mijn teennagels mee, kijk films en televisie en draai er (yes! hier is de link!) al mijn sociale media op. En na een paar uur is de pret voorbij, want is de batterij even leeg als een kikker waarover net een dertigtonner is gepasseerd en even plat en moet die aan de kabel om op te laden of ik voel me naakt en ontheemd en verlaten en ongelukkig.

En dat slurpen van de nodige energie uit de muur moet dan met zo’n kort kabeltje, dat zelfs een dicht naar de muur geschoven tafel even hoog en ver lijkt als de Mount Everest vanuit het kleine Vlaamse stadje Dendermonde tussen Schelde en Dender dat U eens een keertje moet bezoeken (ja, ik geloof in city-marketing en mijn stadsgenoten lezen mee). De draad tussen mijn smartphone en de muur is dan even strak gespannen als mijn zenuwen nadat ik weer eens een wereldschokkende tweet heb proberen schrijven, zoals bijvoorbeeld “ik ben het beste medicijn tegen mezelf en ook de ergste bijwerking” op dat vreselijke touchscreen, een handeling die even succesvol is als het knopen van te korte schoenveters met bokshandschoenen rond je handen en even relaxerend als 5 espresso’s en een paar Red Bulls nuttigen. Ooit al eens proberen af te kicken van je smartphone? Dat voelt als die kikker en die vrachtwagen, of als die vlieg en de voorruit van mijn auto, zoals je straks zal merken, maar dan erger.

Glashelder.

Daarom zijn die iPhones gemaakt van glas.
Een strak gespannen kabel in combinatie met een smalle doorgang en een voorwerp uit glas en een stenen vloer, dat is een ‘accident waiting to happen’, lijkt mij. Een iPhone die landt op een onzachte vloer dat komt even goed als die eerder genoemde vlieg die absoluut mijn voorruit wenste te rammen toen ik tegen 130 over de A28 raasde, weet ik uit ervaring. En leg je, precies om dat gedoe te vermijden, je kostbare iPhone op het zachte tapijt te rusten, dan komt de bevallige dame met wie je een gezellige businessbabbel hebt, er haar punthak in planten. Een mooie permanente footprint is het onprettige gevolg. Dank u, lieve dame, u hebt uw sporen nu wel verdiend.



Liefde voor het vak.

Verder vond ik die Nerd in zwarte pull een aardige kerel. Ik kom geregeld langs zijn kassa. Ik ben een goede klant van iTunes en de Appstore en dus raak van die iPhone nooit meer af. Om het met The Clash te zeggen:

Steve was a bankrobber
but he never hurt nobody
he just loved to live that way
and he loved to steal your money


Conclusie.


“iCracked” schrijft iemand mij. Nog suggesties?

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Puzzel

Dichter zit dik in de jassen en onder de mutsen en de sjaals bij de Trage Stroom te denken, want hij dacht dat hij over 'iets' zou moeten schrijven, maar de nacht bracht hem een stille boodschap dat het niet gaat over 'iets' of 'niets' maar over 'zeggingskracht'' en Dichter begrijpt het niet en staart over de rivier die geen antwoord geeft.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

woensdag 20 februari 2013

Slaap

Vermoeid lees ik mijn ziel tot de avond als water in een bad de dag laat vollopen en ik me er in dompel als een steen in een rivier en een blad aan een boom. Ik adem het neonlicht van de stad en ruik het gesmolten rubber en de verbrande koffie en overrijpe bananen en kaneel. Mijn ogen zijn gesloten en ik baad in zwart. Ik haal geen adem meer in dit landschap dat in uit ijs is gesneden en mijn vingers breekt. Mijn geest is een waterput in de zomer. Mijn gedachten een lekke emmer. Mijn ziel een roman in een mij onbekende taal in letters die ik niet herken. Mijn hart bonst op het ritme van de wolken. Mijn spreken is regen. Mijn denken is de wind. Mij ziel is een kartonnen doos. Mijn lijf is een bergketen. Ik wil slapen. De slaap kust mijn voorhoofd.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Glas in lood

Hoor de mensen dromen van de nacht. Speksteen. Hardleers. Noordzee. Ik zwem in ijswater. De nacht is een vierkante cirkel. Ik tel het mysterie. Het zijn er drie. Kruipkelders. Breekijzer. Spijt jankt tegen de zon. Ijskoud. Glas in lood. Chinese inkt. Ik drink zandstormen. Krijtstrepen. Noodkreten. Ik fiets door graslanden. Ik ben modder. Iemand zakt in mij. Glijdt. Vloekt. De zee is grijs. Een vlam flikkert onbeschreven geuren. Puur. Handgeklap. Boerenpsalm. Verlangen. Bidden en boete doen. Boven het station brandt een licht. Een snaar is gebroken. Parkeerplaats. Stapelbed. Slapen. Vluchten in gesloten ogen. Stad. Mijn hoofd te vol. Bloesem. Houdgreep. Maanziek.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Meanderen zonder meer

Dichter zit langs de Trage Stroom die kronkelend naar zee kruipt door dit vlakke land en die gevangen zit tussen dikke dijken die haar verhinderen uit te breken en haar bedding te verleggen. Hier en daar in het landschap zie je nog de sporen van haar vroegere loop. Het zware water stroomt naar zee en botst met het opkomende tij. Het water draait en bokst in kolken en onderstromen.

Dichter zit langs de stroom en denkt als de stroom en daarna is zijn schrijven net zo. Traag, meanderend, botsend, kolkend, met onderstromen en gevangen tussen de dikke dijken van de regels van de grammatica en de betekenis van de weinige woorden die hij gebruikt. Hij denk aan de Stroom en aan het Grote Schrijven.

Iemand zegt hem dat hij meer "iets" moet vertellen en daar denkt hij over na. Meestal heb ik niets te schrijven, denkt hij, ik heb wel de drang om te schrijven, gewoon. Zoals het regent. En dan schrijf ik. Ik schrijf een eerste woord en een eerste zin en dan raak ik in iets wat anderen 'trance' zouden noemen en dan schrijf ik. Soms gaat het ergens heen maar meestal niet. Dan meanderen mijn zinnen. Punt. Zonder meer. Ze omcirkelen niet, ze hebben geen zin en betekenis. Behalve dat ze de woorden die daar ergens in mij wonen een beeld geven en een stem. Soms.

Ik vertel vaak niets, denkt Dichter. Het zijn woorden en zinnen. Er zitten veel leegtes in. Er zijn veel stiltes. Er is weinig samenhang. Er zijn zelden verhalen. De dingen gebeuren gewoon.


Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Koud.

"Ik heb het begrepen", zegt Boerken en Stil Meisje zwijgt en schenkt thee en zweeft in hun ziel. "Je mist de zomer. En daarom ga je in een warm bad liggen met schuim dat geurt naar Lavendel om er te schrijven op je BlackBerry over de zomer en de zon en de hangmat en witte wijn. Wat helpt al dat dromen? Buiten is het helder. De zon geeft warmte, maar de Oostenwind bijt die weg. De lucht is helder en ijzig als vers water dat uit een ijsberg smelt. Wat zeuren we over zomer?"
Net dan komt Knorpot binnen, zich in de verkleumde handen wrijvend. "Koud!" zegt hij, "Maar zo zalig buiten."

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

dinsdag 19 februari 2013

Tolkien en Neil Young en geen koffie.

Oude Knorpot loopt zijn rondje op de weides en langs de stallen. Boerken is ginds ver in de polder, vlakbij de Hoge Dijk bij de Trage Stroom. Knorpot ziet zijn tractor staan. De zon komt op als een perfect roze bol die daarna eerst diep rood en dan fel oranje wordt. De wind waait de ijzige kou aan vanuit de bevroren toendra in het droge Oosten. De hemel is helder. Boerken werkt aan de omheiningen en Knorpot ziet hem als een bruinig zwarte penseeltrek op oranje groene dun gezette olieverf.

Knorpot heeft de muts diep over de oren en over die muts staat een ouwe hoofdtelefoon. Hij luistert naar Neil Young en neuriet mee met Cowgirl in the Sand. Ruby in the Dust. Knorpot vraagt zich af of de 4 juryleden zich zouden omdraaien als ze de jonge Young zouden horen en om zijn mond speelt een cynisch lachje.

De kou knauwt zich in zijn vingers, dwars door de dikke handschoenen als hij water draagt tot bij de tonnen. Hij schopt tegen de tonnen om het ijs te breken en giet vers water bij. Hij gooit hooi op de weides en met het hooi waait hem de geur van de zomer in het gelaat en lang vervlogen jaren, toen de polder nog veel groter was en hij er als kind speelde.

Hoe lang luister ik al Neil Young? vraagt Knorpot zichzelf. Hoe dikwijls heb ik deze Cowgirl in the Sand al gehoord? Duizenden keren. Het verveelt nooit. Wanneer ben ik Neil Young gaan luisteren? Ik was 13-14. Maximaal 15. Ik spaarde wekenlang om die 300 Belgische Frank bijeen te sprokkelen. Ik kocht After The Goldrush en Harvest en daarna Decade. Ik las de Russische klassiekers en de Amerikanen en Tolkien. Als ik die nu lees begrijp ik niet hoe ik dat lezen kon. Dagenlang. Wekenlang. Ik begrijp niet wat ik lees. Wat is er anders?

Knorpot legt hooi op de weide van Dante en leegt een emmertje voer in de eetbak van de stal. De zon klimt. De tijd tikt. De winter bijt zich krampachtig vast in dit vlakke land van lage weides en trage rivieren en rommelige steden en lintbebouwing.

Binnen wacht geen koffie. De bonen zijn op.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Mossels en zomer

Het zwart smaakt naar verbrande heide en geroosterde dennenwouden. In de zomer ga ik erheen. Ik laad een grote bruine papieren zak vol naalden. Thuis leg ik een laagje van die naalden een paar centimeter dik op het strandzand in de paardenpiste, in een hoek. Ik leg er mossels op en steek de droge naalden in brand. Het vuur is laaiend, kort en heftig. De mossels smaken zalig met heldere en erg koude witte wijn die naar bloesems smaakt. We eten ze met brood.

Het is nu winter.

In de zomer verdwaal ik op de heide. Ik slaap in het heidekruid. Ik ruik de dennen. Ik teken de berken met vet potlood op dik papier. Het zweet komt in straaltjes langs mijn rug omlaag. Ik voel elke druppel. Ik proef het zout op mijn lippen.

Het is winter nu.

In de zomer zwem ik in zee tot ik vlak voor de Engelse krijtrotsen verdrink omdat ik liever verzuip dan de overkant te bereiken. Ik beklim de K2 langs de Noordelijke route om er mijn naam te pissen in de sneeuw. In de zomer ga ik wandelen langs het strand. In de zomer voetbal ik met de zon. In de zomer slaap ik in mijn hangmat bengelend tussen hemel en aarde. In de zomer ben ik zoeter. In de zomer ben ik niet langer een nest mieren. In de zomer ben ik een grasveld. In de zomer schrijf ik over liefde en lust en leven. In de zomer landt mijn leven in mijn dromen.

Nu is het winter.
Nu is het avond.
Nu is het koud.
Nu.


Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Zwart en kaarslicht

Boerken zit buiten terwijl de nacht zich over de polder legt en de kleuren dempt tot zwart. Het is windstil en ook gewoon: stil.

In het kunstlicht van 4 verstralers op hoge palen, wordt een paard gelongeerd.

'Drrrrrrraffff', klinkt het en Boerken kijkt even op. Hij pikt de paardenstront uit de stal met een riek en keert de propere droge krullen langs buitenkanten naar binnen. Het dravende paard heeft er geen zin in. "Gaaaaaaaaalop".

'Kruisgalop', zegt iemand aan de kant, leunend op de houten omheining. Boerken gaat op een stoel zitten en kijkt naar het paard dat cirkels draait in wijzerzin. Als een klok die nu eens sneller gaat en dan weer traag en nukkig.

Rechts van hem tikt de elektrische installatie die stroomstoten op de draden zet. Dag en nacht. Een rood en een groen lampje tikken mee.

Boerken staat op en haalt water. Met twee emmers van 20 liter, schuivend en glijdend in de zompige modder, wandelt hij naar de verste weide om er de ton bij te vullen. Ver weg van de bescherming van de muren van de stallen, merkt hij een kille bries die langs zijn nek tussen zijn kleren glijdt.

Ergens fluisteren woorden die als kaarsen zijn in de nacht, flikkerend en bijna dovend in de bries.

Boerken hoort ze niet. Hij werkt, de muts diep over de oren en tot net boven de ogen. Hij werkt. Boerken is alleen met de polder en de nacht en de modder onder zijn voeten.

Er is alleen zwart.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

De winter voorbij


Het is middag op een dinsdag. De lucht is niet helder. De koepel boven me is iets dat lijkt op dunne melk in een lichtblauw bord. Maar dan omgekeerd, hangend boven mijn hoofd. Het is niet koud, maar mijn vingers zijn ijzig koud en het tikken op mijn BlackBerry gaat moeizaam. Tussen het verwerken van cijfers en strategische overwegingen en overpeinzingen, het maken van presentaties en verslagen in, probeer ik even rust te zoeken buiten. Ik heb de paarden hooi gegeven en het water loopt in de tonnen. Ik zit op een vuile verweerde plastieken stoel tussen de etende paarden. Twee rechts, een links en een achter me. Ik probeer wat te schrijven. Honger scheurt mijn lijf aan flarden merk ik, maar met twee vers gapende wonden in mijn mond is eten een last, nog steeds. Al wordt het beter. Ook dat.

Voor het eerst dit jaar hangt er lente in de lucht. Of iets dat daarop lijkt. Het lijkt me vrolijk te stemmen. Ik adem de koele lucht diep in mijn lijf.

Op de BlackBerry schrijf ik korte en lange zinnen met de twee duimen die snel heen en weer bewegen. De klikkende toetsen voelen vertrouwd en de letters vormen woorden die de zinnen bouwen die zich in mijn hoofd ontrollen, even snel als de woorden verschijnen op het schermpje. Ooit is die roman in mijn hoofd af. De melk is verdwenen. Het bord is leeg gelikt De zon streelt mijn vel dat grauw is van de winter.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel


Knorpot staat op en wandelt weer naar binnen en opent een Macbook en werkt.

zondag 17 februari 2013

Leegte

De Trage Stroom zwijgt. Het riet ruist. De dijken kraken jammerend. De wolken snijden de lucht en schuren het landschap. De wind aait het gras en de bomen en de akkers. De geur van modder en rottende bladeren vult mijn huid. Ik sluit de ogen. De horizon fluistert een naam.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

zaterdag 16 februari 2013

Roes

Boerken en Dichter en Knorpot en Zakenman zitten samen met Stil Meisje bij de haard en Dichter ligt tegen Stil Meisje aan. Ze drinken oude single malt die naar turf smaakt en naar verdorven water en de heide en een klein beetje honing en die Knorpot jarenlang bewaard heeft voor geen enkele gelegeheid en dus is nu perfect en ze worden niet dronken, maar de warmte van de laaiende vlammen en de lichte roes van de drank vouwt de wereld om hen heen dicht en in die plooi in tijd en ruimte verliezen zij zichzelf heel even eeuwig.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Meisje van de Schelde

Dichter zit aan de verweerde tafel stil en ingespannen te schrijven zonder woorden en totaal los van de wereld en Knorpot zit bij de open haard te lezen in een tijdschrift en zich te ergeren, als steeds en dat grommend luidop te doen, sarcastisch en cynisch en bijtend als brandend maagzuur en Boerken loopt buiten van stal tot stal met voer en water en voordroog en hij doet het traag en zorgvuldig en hij ademt de bevroren lucht die zijn longen vult met de scherpe naalden van de late winter en hij spits de oren en hoort het briesen en stampen van de paarden en hij ruikt en en voelt hun warmte in het donker van de stallen als ze hem snuivend begroeten en aan de kant van de weg staat zakenman tussen ergens en nergens met een blackberry tussen de twee handen waarop zijn duimen hakerig snel heen en weer bewegen en de toetsen klikkend indrukken en hij leest de kleine woorden op het kleine scherm en terwijl leest hij e-mails op zijn iPhone en luistert naar de radio en bekijkt websites op zijn Macbook Pro en kijkt op zijn veel te duren en belachelijk opzichtige horloge die een slagschip is van slechte smaak en haantjesgedrag en dan start hij zijn Duitse bolide en zet de bak in Drive en rijdt weg nergens heen waar niemand op hem wacht. Meisje zweeft vanaf het Noorden langs de Trage Stroom naar het slapende stadje dat zich nestelt daar waar de Trage Stroom de kabbelende Rivier tot zich neemt.

" Wist je dat de ene een Keltische en de andere een Romaanse naam heeft?", schrijft Zakenman aan niemand behalve zichzelf, "Want in het plaatselijke dialect is het 'De Schelde en Die Schelde, zoals die koe en die vrouw en die onnozele" en dus vrouwelijk en bij de Romanen waren de waterlopen vrouwelijk, maar het is "Den Demer, Den Ijzer, Den Durme, en Diejen Demer, Diejen Ijzer en Diejen Durme, zoals in dieje man en dieje stier en diejen onnozelen" en dus mannelijk en bij de Kelten waren de waterlopen mannelijk. In ons slapende stadje neemt het vrouwelijke het mannelijke tot zich. Kan het mooier? En wat is onzijdig? "Da kind" natuurlijk. "

Niemand leest het en niemand antwoordt en Stil Meisje glijdt vanaf Zee scherend over het water als een witte sliert bloemen over het water dat zwart is als inkt en zwaar als olie.

Ineens staat Dichter op en zegt luidop: "Ze is niet het Meisje van de Zee! Ze is het Meisje van de Trage Stroom."

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

donderdag 14 februari 2013

In de stilte van de nacht.

Dichter schrijft, zittend aan de verweerde tafel in het Donker Kot terwijl buiten een dag zich openplooit in lichtgrijs en windstilte en miezerende regen:

"In het holst van de nacht, net voorbij het oog van de orkaan, in de hagel en de striemende regen, als ik dreig te breken en te knappen als een oude boom, als ik dreig te bevriezen, als ik dreig te stikken bij gebrek aan lucht, als mijn huid scheurt en mijn rug breekt, mijn armen en benen gevoelloos worden en mijn ziel jankt om iets of iemand ergens ooit, sluit Zij mijn ogen en zweeft mij naar een plek waar het rustig is en stil en waar het warm is en zonnig en waar het gras mals is en ik de ogen open in een droom en erin verdwaal in Haar ogen en daarna verdwijn ik in de droom in een diepe droomloze slaap en daarna is nergens ergens een nooit ooit en ik vraag haar of dit zo blijft, voor altijd en zij kijkt me aan met ogen die de kleur hebben van de zee uit het Noorden en zegt dat er geen eeuwig is en geen tijdelijk, geen goed en geen kwaad, geen waar of vals. Ze zegt dat ik in haar ziel mag wonen en vraagt of zij in de mijne mag schuilen en ineens zie ik het, een fractie lang en ik wou dat ik die gedachte lang genoeg kon vasthouden om ze te begrijpen, maar ik ben geen Godenkind."

De dag glijdt voorwaarts en slaapt in mijn herinnering.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

River

Zakenman komt het Donker Kot binnen in een blauw pak en een wit hemd en met een veel te opzichtige horloge om de pols en in een wolk van zoek parfum en hij gaat zitten aan de verweerde tafel en schenkt zich de thee in die Dichter voor zichzelf had gezet en kijkt Dichter niet aan als hij een stapel papieren op tafel legt die vol teksten staan die de Dichter geschreven heeft en Zakenman tot zich heeft genomen, lezend 's avonds in een bed in een kamer in een hotel in een stad in een land ergens en nergens en nooit en ooit.
"Ik begrijp je teksten soms niet, Dichter" zegt hij. Ze zijn soms zo flou en mistig en vaag en meanderend en omcirkelend dat ik er mistroostig van wordt. Waarom schrijf je soms zo modderig en aangedikt?"

Dichter kijkt op met een glimlach op de lippen die zelfzekerheid en spot toont en die meer bij Zakenman past dan bij hemzelf en hij zegt dat sommige teksten alleen bedoeld zijn voor een iemand die precies begrijpt wat daar zo versleuteld staat omdat alleen die lezer de sleutels kent en de deuren kan openen in de leegtes die Dichter daar gelaten heeft.

Zakenman kijkt hem aan, staat zuchtend op en verlaat het Donker Kot en Stil Meisje komt uit de keuken, zwevend op een wolk van stilte en ze legt haar hand op de schouder van Dichter en zegt stil "sssssssst".

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

woensdag 13 februari 2013

The Chain deel 2 (Fleetwood Mac Revisited)



Ik mijn hoofd zitten Boerken en Dichter en Knorpot en Zakenman rond het vuur en ze luisteren naar de wind en kijken naar de zonsopgang. Ze vloeken en miljaren op leven en liefde en vragen zich af waarom de keten gebroken is en ze hullen zich in stilte en schaduw en ze luisteren naar de nacht die binnensluipt in de fluisterende wind en ze zitten in de schaduw, ze verbreken de stilte, vervloeken de stilte en de schaduwen en de stilte en het lawaai en ze vormen een keten die nooit gebroken moet worden en ze smelten tot een en Stil Meisje reikt hen woorden en stilte en beelden en wit tussen de woorden en leegtes tussen de woorden en stiltes tussen de beelden en de stilte wordt tijd en de tijd wordt stilte en vouwt zich daarna dicht. In mijn hoofd brandt de zon zich doorheen de wolken. Ik praat met Stil Meisje en de tijd staat stil en in die plooi in de tijd vergeet ik te ademen en ik sluit de ogen, verdwijn van de wereld en Stil Meisje kan mijn hart laten bloeden en mijn ziel laten janken en zij geneest me en ik open de ogen en speur naar haar ziel en laat de mijne lezen. In de schaduw in mijn hoofd schrijven Boerken en Dichter en Knorpot en Zakenman zich tot mijzelf en ik probeer te ontsnapppen, want ik wil geen personage worden in het eigen schrijven en ik klauw en wankel en val en verlies. Dichter vertelt over Elfjes en over Engelen en over Godenkinderen en dat die bestaan en dat Stil Meisje er een is, die geen goed kent en geen kwaad en geen onder en geen boven en geen links en rechts en geen heden of verleden, geen juist of fout, niet oordelen en niet twijfelen en geen heimwee kennen of angst voor de toekomst, geen spijt en geen berouw kennen of vragen of begrijpen en dat je je in hun wereld verliest, als in een bel die in de jouwe hangt en dat je eens in zo'n bel gestapt, nooit meer iets anders wil dan dat opnieuw te mogen beleven en dat je de herinnering niet opslaan kan en niet kan vatten in woorden en in mijn hoofd luisteren ze en ze verbreken de keten niet. In de schaduw vervloeken ze liefde en lust en leven. Stil Meisje zingt zacht dat als hij nu niet van haar houden kan hij nooit meer van haar houden zal en de bas beukt en de drums jagen en de gitaren janken en de stemmen in zijn hoofd en de muziek die pompt en draaft en beukt vormt een universum, een bubbel in een leven in een stad in een land ergens nergens nooit ooit. De tijd is een beest boven een haard dat dood is en kijkt naar het leven dat krioelt en nooit stil staat. In mijn hoofd tolt het. In mijn hoofd rijmt de tijd zich in lange zinnen die meanderen en stromen worden en beekjes en watervallen en oceanen en daarna regen en tranen en speeksel. Ik proef. Ik sluit de ogen en mijn tijd spoelt terug als in een draaikolk sleurt ze me naar de bodem van het bestaan en daar sterf ik. Sil. In mijn hoofd is het stil.
Er is geen twijfel meer. Geen wanhoop. Geen pijn. Het is er stil. Stil Meisje streelt mijn wang. Ik noem haar naam in het duister van de dag. Ze kijkt in het licht en is het licht. Het beest snuift.

The Chain by Fleetwood Mac

In een luchthaven in een stad in een land waar het koud is en de sneeuw hard bevroren is en bijna zwart na een lange winter danst iemand op het ritme dat alleen hij horen kan: stomende bas en jagende drums doemdedoemdedoem. Op zijn hoofd de koptelefoon die zeker 25 jaar oud is die projecteert "The Chain" van Fleetwood Mac in zijn kop en hersens en ziel en de solo op het einde laat hem dansen als een hakerige oude hippie. Op te veel weed. "Never break the Chain". Hij is alleen op de wereld met de pompende bas in zijn hoofd die hem vult en laat dansen.

In een luchthaven in een stad in een land drinkt iemand gin tonic en verliest hij zichzelf in herinneringen zoet en zuur en donker en licht en hij lacht en huilt en de muziek bonkt in hem.
In een stad aan de Stroom slaapt een beest hoog boven een haard. Het is er leeg en stil en koud en het vuur is gedoofd en de kilte bevriest de tijd niet. Die gaat voorwaarts. Ooit was er een tipping point. De tijd kon de twee richtingen uit en kantelde voorwaarts. Wat voorbij is is voorbij. Komt niet terug,

Iemand bewaart herinneringen in een doosje ergens daar waar hart en ziel samen vloeien. Champagne en thee van munt en lange gesprekken die meanderen en dan als een woeste waterval in zee storten om een oceaan te zijn en daarna een kabbelende beek.

Engelengeduld bestaat niet, Engelen kennen geen geduld. Zij kennen geen haast, geen ongedurigheid, geen rust, geen onder en geen boven en geen heden en verleden, geen goed en geen kwaad, niets moet en alles mag en er is geen heden en geen verleden, ze ondergaan alles en niets kan hen raken. Je kijkt ze in de ogen om hun ziel te peilen en geeft hen je ziel. Never break the Chain.

Ergens in een parkeergarage in een stad in een land staat een parkeergarage blank en is het donker en leeg. Iemand start de auto en blijft in de auto voor zich uit staren. Wat verder waait hem een woord tegemoet uit een andere wereld die hij niet kent en waarnaar hij heimwee voelt die zijn ziel raakt en streelt. Fijn.

Het beest staart hen aan en oordeelt niet. Mensen praten verder. Ze kijken de engel na als ze opstaat. iemand in een stad in een land wil de vleugels raken. Vragen of hij ze voelen mag. Iemand probeert iets uit te leggen waarvoor geen woorden zijn en raakt verstrikt in te veel woorden en blaast en zucht,

Een vliegtuig stijgt op.

Rhiannon in zijn hoofd. Het verhaal van de heks. Of een Engel? Een Elfje. Ze is als een kat in het donker en dan is ze het donker. Buiten is de wereld weg. De tijd staat stil.




Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

zondag 10 februari 2013

Fietsen

De lucht is een lekkende emmer waar is de twijg met de verse knoppen fietsende mensen met dikke jassen en wolkjes ademend het gras is bepoederd een licht springt op groen ik verdwaal in een oud kasteel in de nacht de bar is van ijs levens gekaderd aan de muur het leven stil de spieren gezwollen een boom roerloos tegen het glas waarin vergeten drijft de pezen strakke touwen hartslag het ruisen van windstlte de horizon suiker smaakte nooit lekkerder klop klop haar ogen staken over in mijn brein cimbalen en poppenkast en applaus ik ben een vreemde een kind verdwalen in de lange gangen de trappen en de toren en het liegen van die andere ziel het glas breekt geloof is een woord dat niemand leest.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Avond

Schaduwen trekken lijnen van licht en donker op de onbeschreven bladen van de muren en glijden als de tijd verloren in de ruimte. In het lege raam hangt een klok die stil staat en buiten kleurt de wereld okergeel en daarna legt het rossige van goud zich als een dunne laag verf tussen dag en nacht.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Dun

Het winterse gras is diepgroen en bijna zwart en de modder die bevroren is, is hard en heeft de sporen van de voorbije dagen gebeeldhouwd in steen en ik wankel struikelend over de weides naar de drinkbakken waarop een dun laagje ijs staat. Mijn adem stoomt in de vette stralen van de lage zon die de kleur hebben van honing en die vloeibaar lijken. De hemel is helder lichtblauw en dun en breekbaar als het ijs. Mijn handen zijn klauwen om de handvaten van de emmers die ik links en rechts draag en waaruit bij elke schuiver water klotst en mijn broek nat maakt en mijn benen koud. Ik giet de emmers leeg en kom op adem en sluit de ogen en laat het leven uit me lopen in de aarde en ik vul mijn lege lijf met de zon en de kilte en de stilte.



Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Oude Knorpot en de Sociale Media enzo


Een keer per week schrijft Oude Knorpot zichzelf in een baan om de aarde.

Inleiding

Ik beloof nu al een poos dat ik over Storytelling ga schrijven en ik ga dat ook wel een keer doen, maar niet deze keer. Alweer. Ik ga verder over mijn Kleine Avontuur in de Wondere Wereld van Linked, want daar heb ik wel nog een en ander over mee te delen en misschien is dat wel Storytelling. Wie weet.

Het begin

Lang en omstandig heb ik u mijn verhaal over Linkedin gedaan, de schaamte verder voorbij dan die ene keer dat ik een belangrijke presentatie moest doen voor 2000 mensen en ik 2 minuten voor ik er aan moest beginnen, merkte dat jas en broek tot een ander pak hoorden en dat het verschil tussen beide kledingstukken net niet groot genoeg was om stijlvol te ogen en te groot om onopvallend te blijven. Mijn gênante verhaal over hoe Linkedin me door de strot is geduwd als het vette voer door dat van een gans, hebt u dus reeds kunnen lezen. Tot zover onze culinair vestimentaire rubriek. Over naar de orde van de dag: de door mij zo geliefde Sociale Media.



Spreidstand

Ik zat dus tegen mijn wil aan de Linkedin en ik wist niet wat ik moest met deze datingsite voor zakenmensen en dus negeerde ik het bestaan ervan, zoals een bang kind dat de ogen sluit en denkt dat de boze wereld verdwenen is.

Echter, ik was niet alleen op de wereld, want het verschijnsel Personal Assistant, met een wil waarop je evenveel controle hebt als op de baan van de zon, had besloten dat die Oude Knorpot die haar baas bleek te zijn, niet alleen een profiel zou aanmaken op Linkedin, maar dat die koppige ezel die niet naar haar wijze raad wilden luisteren, ook nog eens zijn netwerk zou opbouwen in de sociale openbaarheid, of hij dat nu zelf wilde of niet. Dus deed zij wat zij dacht dat goed voor mij was: ze begon naarstig en in mijn naam relaties voor me te verzamelen.

Toen ik een aantal weken later een update kreeg van haar, zo tussen de kippensoep en de al even Vlaamse patatten, en met een balzaalbrede glimlach om haar mond, zat ik aan een 85-tal connecties die zij voor mij bij elkaar had kunnen sprokkelen en even zeker als na bliksem de donder volgt, kwam ik daardoor in een spreidstand terecht en spreidstanden hebben een vervelende eigenschap: ze zijn pijnlijk en niet meteen lang vol te houden.

Door die niet te negeren 85 connecties, wist ik, drijvend op mijn buikgevoel, als een te hard opgeblazen luchtmatras op een vlakke zee, kon ik niet langer doen alsof ik Linkedin negeerde en het alfa mannetje in mij dat altijd en overal winnen wil, vond die 85 relaties even belachelijk en zinloos als in een fluo-roze tutu met veren in je kont op Nationale televisie praten over de invloed van de Sociale Media op de prijs van de tomaten.



Haantje

Alles waarbij punten te verdienen zijn, heeft op mijn simpele geest altijd dezelfde impact: ik wil er zo veel mogelijk vergaren en dan liefst ook zo snel mogelijk en vooral meer dan de anderen. Zet mij op een erf en ik zoek meteen het hoogste punt op de mesthoop om er te luid en fier te kraaien. Ik ben een haantje. Winnen is de enige optie. En als ik verlies ga ik boos zitten mokken.

En dus ging ik even fanatiek relaties verzamelen als een sumo worstelaar vet: gulzig, veel, snel en met het doel te winnen.

Daar bestaan truuks voor, leerde Linkedin mij even attent als verleidelijk, zoals daar zijn het importeren van je outlook contacten in Linkedin en die aan de hand van een door datzelfde Linkedin voorgeprogrammeerd mailtje allemaal vriendelijk verzoeken om zich aan mij vast te ketenen.

Ik volgde de wijze raad van dat lieve Linkedin en stuurde een paar honderd mails, waarop ik prompt geblokkeerd werd door datzelfde ineens iets minder lieve Linkedin, omdat ik blijkbaar mensen schoffeerde.



Wat Linkedin mij leerde

1. Linkedin is even wispelturig en onbetrouwbaar als Hendrik VIII, want het geeft me goeie raad om me daarna de darmen uit het lijf te rukken, me te villen en vierendelen en tenslotte te onthoofden en in de diepste kerkers te gooien voor het volgen ervan.



2. Blijkbaar zijn er zakelijke relaties van mij die graag een Clintonneke doen en schaamteloos beweren dat "I did not have a business relationship with that man", wat lijkt te bevestigen dat ik misschien hier en daar enige vijandschap heb mogen verwekken tijdens mijn sociale bezigheden, in de echte wereld, zoals onze koning der Belgen buitenechtelijke kinderen .



3. De customer service van Linkedin is een robot met evenveel menselijk gevoel en warmte als een diepgevroren blok marmer en suckt als een baby op zijn fopspeen: big time. Je maakte als dissident meer kans om een proces te winnen tegen Stalin dan dat Linkedin oor heeft voor je smeekbedes weer te mogen meespelen.



500 relaties

Het is allemaal goed gekomen tussen Linkedin en mijzelf. Uiteindelijk en gelukkig maar. Voor de verstandige mensen onder ons die niet doen alsof ze echt meer dan vijfhonderd actieve zakenrelaties hebben en die zich niet laten meeslepen in de ratrace naar ‘ik heb de grootste verzameling relaties!’ en die zich toch een beetje nieuwsgierig afvragen wat er gebeurt eens je die magische 500 grens voorbij bent, heb ik hier The Answer to The Million Dollar Question: NIETS.

Je spaart maandenlang met de elegantie van een bouwvakker die ballet danst, zakenrelaties bij elkaar en bidt en smeekt iedereen die je denkt te kennen om zich aan jou te ketenen omdat je met hen op school zat, of omdat je elkaar een keer tegen het lijf bent gelopen of omdat je een collega bent, of was of omdat Linkedin je iemand suggereert, lief en verleidelijk als Linkedin wel lijkt te zijn, soms. En al die tijd kan de hele wereld je opmars zien van 0 naar 499 en dan ben je er eindelijk, die magische 500ste relatie is eindelijk gestrikt en je verwacht toeters en bellen en drumbands en langbenige majorettes en toespraken van belangrijke mensen en liters champagne, maar er gebeurt HELEMAAL NIETS.



Low hanging fruit

Ik vind het wel een geweldig handig instrument dat Linkedin. Neen, ik ga je niet vertellen hoe en waarvoor ik het allemaal gebruik. Een beetje sluwe vos vertelt niet zomaar zijn geheimen en als hij dat dan al zou doen, verkoopt hij ze. Toch?

Het allerleukste vind ik het om mijn directe concurrenten te bekijken, die hun prospectie zowat te grabbel gooien zoals die bejaarde Spaanse Sint dat lekkere snoepgoed: de ene na de andere prospect verschijnt in het openbaar als nieuwe relatie, als zijn het scalpen aan hun gordel en ik volg het spoor graag. Zo weet ik zonder dat ikzelf enige inspanning moet doen en wekenlang moet jagen en speuren in de kille en vijandig harde wereld daarbuiten die ‘de markt’ heet, wie allemaal wel eens interesse zou kunnen hebben in mijn product en mijn service. Mijzelf in dit geval.

Low hanging fruit, en de enige functie van dat laaghangende fruit is geplukt worden en prompt verorberd, afsluitend met een luide boer. Niets zo makkelijk als oogsten wat een ander door hard labeur en met verlies van zweet en tranen voor je zaait. Dat laatste allemaal puur theoretisch hoor, want ik mag dan wel een Grumpy Old Man zijn, ik ben wel every inch a gentleman, maar soms voelt het lekker te weten dat ik het zou kunnen doen, dankzij Linkedin. En valt het mijn kleine brein op hoe roekeloos zakenmensen hun zakelijke veroveringen aan de hele wereld tonen.



Conclusie

Normaal moet een column een pakkende conclusie hebben die een beetje samenvat wat je proberen vertellen hebt al die tijd en die heb ik niet en ik kan niet zeggen dat ik dat nu meteen storend vind en als u het me vertellen wil, kan dat. Ik sta u graag te woord, nadat u zich aan mij geketend heeft op Linkedin en deel wordt van mijn verzameling, want the race is still on.

zaterdag 9 februari 2013

Cassius Clay

Een maand perst zich obsceen in een uur alsof een olifant paart met een muis en ik onderga het gelaten alsof ik onder liters morfine zit en platgeslagen ben door Cassius Clay in zijn beste jaren, rond me dansend als een stekende bij die tjak tjak tsjak mij in het gelaat timmert sneller dan mijn ruggemerg reageren kan en uit steeds onverwachte hoeken en kanten en ik tol en draai en wankel en de wereld wordt vaag en schimmig en diep en plat tegelijkertijd en de geluiden worden dof en de pijn verandert in watten tot de wereld onder me verdwijnt en ik erop val, plat op de rug, de armen open en wacht op het zwart.
De tijd lacht.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Testament van een 49R deel 2

En de Boer, hij ploegde voort.

Binnenkort word ik 50. Heel lang ben ik zoekende geweest in dit leven. Wat ik ermee wou en vooral welke rol ik in dat leven wilde. Het is mij nog steeds niet duidelijk en dat zal het nooit zijn. Ik ben nooit tevreden met slechts een rol.

Ik ben Boer geworden en in die rol kan ik me koesteren zoals die twee katers die zich hier naast mij in de zon liggen te koesteren. Een zon die twijfelt tussen de schraalheid van de winter en het fris zoete van de lente.

Lang heb ik de wereld willen veroveren. En wel snel. En als dat niet kon, dan toch de halve wereld. Ik ben een alfa mannetje. Geen erf waarop ik stap of ik kijk hoe ik er op het hoogste punt van de mesthoop kan komen om er met de borst hoog, luid kan kraaien. Ik ben een haantje.

Ik wilde de wereld veroveren. Eerst als schrijver, maar dat met de hand schrijven was lastig en dat herwerken van manuscripten was niets voor mij. Op zoek gaan naar uitgevers en de brieven krijgen met de vraag een en ander te herwerken en dat ik dan wel in aanmerking kwam, misschien, was evenees mijn ding niet. Ik ben in die zin te vroeg geboren. Of de computer en het internet zijn te laat gekomen. Niet getreurd.

Ik wou de wereld veroveren als tekenaar en schilder en ondanks mijn talent daarvoor, want bescheidenheid is een mij onbekende gave, werd dat niet echt wat, want hoe groot ook dat talent, ik ontbrak in grote mate de gave en het geduld me te laten scholen en dat is wel enigszins nodig als je echt uiting wil geven aan wat in je borrelt. Tekenen en schilderen bleven me het gevoel geven dat ik het meesterwerk in mij vorm gaf met de koppoters van een 5-jarige of dat ik mijn Ontdekking van de Wereld aan het schrijven was met de boom-man-oom woordenschat van datzelfde kind. Het ergerde me. Als je ergens talent voor hebt, weet je ook wat je niet kan. En ik kon zeer veel niet.

Zakenman werd ik bij toeval. Als iets tijdelijks. En ook daar wilde ik elk erf veroveren en inpalmen en liefst snel en daarna Belgie, West Europa, Europa, het Westelijk Halfrond, de Hele Wereld. Ik heb het verder geschopt dan ik ooit gedroomd had. Blijkbaar was de combinatie van mijn ongeremde ambitie in combinatie met mijn gave mensen te lezen en ze dus te motiveren en sturing te geven, voldoende, want ik zie bij mezelf geen enkel ander talent dat mij geholpen op die tocht doorheen dat harde wereldje. Of toch: de gave van het woord. Geschreven en gesproken. En mijn wil de dingen te begrijpen door ze te ontleden, analyseren, er dan nieuwe dingen mee te doen of te maken. En dat opnieuw en opnieuw en opnieuw en opnieuw. Voortschrijdend inzicht is my middle name. Tot grote ergernis soms.

Mijn talent om mensen te lezen is een gave maar ook een gif. Ik geloof mensen moeilijk. Ik lees hun lichaam. Proef hun woorden. Lees de leegtes en de stiltes. Ik zie elke leugen, elke onwaarheid, elke aarzeling, elke verbloeming, elke techniek die mensen toepassen om dingen verborgen te houden. En als ik dat voel, dan ben ik onstuitbaar. Het is iets buiten mij, een monster dat mijn geest overneemt en dat de bodem wil, die elke steen gaat draaien en keren en gaat graven en niet rusten kan voor hij alles weet.

Ik ben zeer vergevingsgezind. Niet haatdragend. Maar ik verzuur helemaal als er mij dingen ontsnappen en ik voel dat ze er zijn.

In die zakenwereld ben je een boom. Je begint klein en dan groei je tot een boom. Maar ik ben niet gemaakt om een boom te zijn, want ik kan niet beslissen waar ik mezelf dan wil planten.

Ik heb het gehad.

Ik heb 'mijn bedrijfje' geleid. Ik heb tientallen miljoenen omzet gedraaid. Ik heb de wereld bereisd en land na land veroverd. Ik stuurde een productie eenheid, we ontwikkelden, vermarkten en verkochten producten zoals dat mooi heet, en we groeiden in 5 jaar tijd van een niemandal naar een Europese speler.

Hoe graag ik het ook gedaan heb, het is nooit helemaal mijn ding geweest. Ik voelde me als een observator in de rol van de protagonist. De schrijver die ineens een personage is geworden en onmachtig in zijn eigen roman.

Ik wou als Zakenman de wereld veroveren en dat was een fijne tijd. Nu help ik anderen de Wereld veroveren met raad en wijsheid en doorzicht en inzicht en door analyseren en ontleden en boren en graven en bouwen opnieuw en opnieuw en opnieuw. Het bevalt me. Misschien vind ik voor mijn 50ste dan toch de rust in de onrust. Misschien is toegeven aan mijn onrust wel wat mij rust geeft. De toekomst snelt ons steeds sneller tegemoet. De wereld om ons heen verandert steeds ingrijpender en dat met een steeds hogere snelheid. Beweeglijkheid en onrust zijn een gave. En geven rust. Ik ben een gezegende.

Ik boer en realiseer een droom die ik nooit gehad heb. Het boerenleven past me en de Boer nestelt zich in mij.
Op mijn Boerderij praat ik als een boer. Ik spreek er liefst weinig. Ik werk door als ik ergens mee bezig ben en laat mijn bezoekers staan. Vegen is vegen. Stallen uitmesten is stallen uitmesten. Voederen is voederen. Hooi binnen halen is hooi binnen halen. Omheiningen herstellen is omheiningen herstellen. Paarden binnen en buiten zetten is paarden binnen en buiten zetten. En ik laat me niet afleiden.
Ik praat weinig. De meeste vragen beantwoord ik met 'ja' of 'neen' en het valt me op dat mensen vragen stellen waarop ze zelf het antwoord kennen of dat ze die zomaar stellen zonder dat het belangrijk is of ik het antwoord ken, maar vooral zonder dat ze iets gaan doen met het antwoord. Dan mompel ik. Iets in een lettergreep of 3.

Het is goed zo. Het leven is simpel. Het weer is goed of slecht. Het regent of niet. Het is koud of warm. En de dingen die gedaan moeten worden, moeten gedaan worden.

En ik schrijf. Veel.

Als boer vind ik wat ik vond in het vele reizen: de alleenzaamheid. En die vind ik ook in het schrijven.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel



vrijdag 8 februari 2013

Zeepbellen

Twee zeepbellen
En een Blackberry
Stiltes die de leegtes vullen
Adem die de longen verstikt
Woorden die brokkelen
Als oud papier
De inkt verschenen
De bellen spatten
Een paar druppels glibberig water
En daarna niets

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Horses

De oude koningin is de poort
De grachten zijn van dik modder
Legers vechten op de akkers
Zonder klank als een lentebries
De polders zijn van glas
De wolken krassende kraaien
Een verre toren
Het vuur in de nacht
Een signaal dat niemand begrijpt
Hemel en Hel en kikkerdril
Honderdduizend zwarte stippen
Ik zie je staan
In de hoek van de wereld
Kom naar mij in de kilte van de nacht
Opnieuw
Ik heb het hart van een moeder
Het harnas van de dolende ridder

De zon pelt de schil van mijn ogen
De oude koningin smeltend ijs
De muren zijn van brood
Mijn woorden stervende paarden
In stilte
Wachtend

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

donderdag 7 februari 2013

Aero dynamik

Mijn huid ligt aan flarden
Mijn binnenste lekt gele etter
Als dunne honing van kamille
In mijn raten krioelen de bijen
Ik voel hun poten als regen
Die ijzig tikt tegen mijn binnenvel
Mijn hoofd implodeert en knelt
Mijn hersens snakken om adem
Stikkend en reutelend langzaam
rottend
Stinkend en geurend naar overrijp fruit
Mijn handen klauwen
Mijn vingers verse wijnranken
Kronkelend om mijn denken
Dat me ontsnapt als het sijpelende bloed
Als oude port uit eiken vaten
Het sneeuwt in me
Mijn landschap onder wit poeder
Onder een grauwe lucht
En wind uit het Oosten
vriest mijn akkers hard
En scheurt mijn huid aan flarden




Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Kwadratuur van de cirkel

Neonlicht dat knettert
Knisperend de ruimte vult
Met zwart en wit
Ik kijk het beest
En schijn de zaklamp
In de geelgroene holte
Van de blinkende ogen
Sneeuw likt mijn gelaat met
Honderden dode kattetongen
Lik ik de sneeuw op mijn gelaat
Mijn ogen blinken
Hun holtes zijn groen en geel
En schijnen als een zaklamp
Het beest bekijkt me
Wit en zwart
De ruimte vult knisperend
En knetterend dat neonlicht

De nacht is een vierkante cirkel
Cirkelt vierkant de nacht

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

woensdag 6 februari 2013

Ik ben een klok

"Ik ben een klok die stil is blijven staan. Tweemaal per dag wijs ik het juiste uur, op voorwaarde dat iemand naar me kijkt, net op dat ogenblik en gelooft wat hij of zij ziet. Ik ben een klok die stil is blijven staan. Ik weet niet waarom. En ik zie mezelf niet. Ik weet niet waar de wijzers staan. Ik weet dus niet wanneer die twee maal zijn, elke dag.
Sinds ik stil ben gevallen en mijn radarwerk niet kriept en kraakt, ben ik in rust en het deert me niet. De tijd viel toch niet te vatten. Valt niet te vatten. Ik laat de tijd nu vrij. Ik ben een klok die is stilgevallen."
Knorpot leest de krabbels en grijnst en schenkt Thee in een glas en geeft dat aan Dichter en tikt hem zacht op de schouder en grommelt wat.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Ochtendgloren

De avond bloedt leeg
Met de zwarte inkt van de nacht
Waarin ik mijn pen doop
En me het duister in schrijf
En donker schrijf
En de kou
En de leegte

De ochtend drinkt
Het zwarte bloed
Van de nacht

In het eerste daglicht
Meet ik de schade
En lees ik de zinnen
Als in een spiegel

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

dinsdag 5 februari 2013

Elastieken tijd

Het is stil in het Donker Kot als Knorpot binnensluipt en moet merken dat er niemand is. Geen Dichter, geen Boerken en geen Stil Meisje en dus ook geen Zakenman, want die komt hier alleen voor Haar.
Omdat hij wil weten wat er gaande is, stapt hij door de polder die vannacht de mokerslagen kreeg van een heftig onweer met ongenadige windstoten en nu lijkt te herstellen, moeizaam en kreunend, tot bij de brede dijk waarachter de Trage Stroom schoon en machtig en verheven boven het lage land zich door het land meandert. Op de dijk zit Dichter op een vergeten omheining die groen ziet van het mos en wankel lijkt. Hij tuurt naar Zee en Knorpot hoeft het hem niet te vragen, want kent het antwoord, maar vraagt het dan toch, omdat hij iets moet zeggen en praten wil: "Is Zij naar Zee?"
Dichter knikt en zegt stil "Je weet hoe ze is. Ze hoort niet hier in de polder en al zeker niet als het hier 's nachts spookt en buldert en raast zoals deze nacht. Om zes uur raasde het onweer over mijn Donker Kot en daarna werd ik wakker en lag haar briefje er. Ze schreef dat ze een paar dagen de rust van de zee zou opzoeken. Niets meer."

Knorpot gaat naast Dichter zitten en mist haar ook. Als ze verdwijnt, laat ze een leegte in hun ziel. Elk op zijn manier.

Dan ziet Knorpot dat Dichter zitten schrijven heeft en hij kijkt naar Dichter met een blik die vraagt of het mag en hij neemt het blad waarop korte zinnen staan, onder elkaar.

'De tijd is een monster
Een goddelijke waanzin
Verlangen en tijd

De tijd is twee magneten
Met dezelfde pool
Naar elkaar duwen

Dag en nacht
Winter en zomer
Goed en Kwaad

Als je de tijd wil indijken
Gedragen door gemis
Gevoed door verlangen

Nestelen zich uren
in de seconden
En beuken zich
Genadeloos
Vele weken
In de minuten
En een kudde maanden
Vult de uren
Jaren als een lawine
Beuken zich in de dagen

Het is een beest

Het beest heeft begin
Noch einde

Het beest steelt die
Uren, dagen, weken,
maanden en jaren

Van die keren
Dat je de tijd wil rekken
Gedragen door genieten
Gevoed door de wil
Te blijven
In een eeuwig hier en nu

Als
Je de tijd wil
laten uitdeinen
Dan
Verscherpen de uren
tot secondes
De weken vernauwen
Tot minuten
De maanden krimpen
Tot uren
En de jaren worden
Een week korter en korter
En korter

Gestolen door de tijd
Die je verkorten wou
Van die tijd
Die je rekken wou

Er is geen elastieken tijd
de tijd is een goddelijke kooi
Waarin mensen verkommeren
Waarin mensen vervetten
Verhongeren als ze honger hebben
En
Als een gans gevoederd worden
Wanneer voldaan

De tijd is
Een monster

Water dat ik probeer
Vast te houden
Met mijn handen

Telkens weer

De tijd geeft zich nooit'

Knorpot zucht en grolt dat dit niet een hoogtepunt is in Dichters bestaan, maar dat hij het vat en herkent. Daarna staren ze samen stroomafwaarts en ze verlengden de dag met hun verlangen.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Ik ben steen

Ooit heb ik een steen gevonden. Of de steen heeft mij gevonden, misschien. Een platte steen. Niet dik, niet groot, een paar centimeter, maar behoorlijk plat. Een steen om in je zakken te hebben. Niet te zwaar en niet storend.

De boot legde aan bij een kleine abdij in een smalle hoge baai van de Cinque Terre en we stapten op het maanvormig keistrand dat van antraciet leek. De keien fascineerden me meteen. Ik ben altijd al een verzamelaar geweest van stenen en steentjes en takjes, maar dit strand ontnam mij de adem. De stenen zijn er allemaal zwart met wit. Ik begon meteen te rapen, te wikken, te wegen, te kijken. Ik zocht iets. Iets zocht mij.

En ineens had de steen mijn hand. Een perfect gladde, platte kleine steen die perfect in de hand lag en aan de ene zijde egaal wit is en aan de andere egaal zwart, alsof twee platte pannenkoeken van steen onlosmakelijk aan elkaar zitten. Yin en Yang. Dag en Nacht. Goed en Kwaad. Waarheid en Leugen. Het ene bestaat niet zonder het andere. Vormgegeven in een steen. De perfecte en unieke steen. Die daar duizenden eeuwen ligt te wachten tot ik die tussen de miljoenen andere stenen die ene vind.

Ik ben de steen. Als zwart boven ligt, ben ik zwart en duister en triest. Ik ben niet rond. Ik ben plat. Ik kan mezelf niet omdraaien en ook niet de wind of een kleine beweging. Als ik zwart ben, weet ik dat wit en vrolijk vlakbij is, maar ik kan er niet bij en ben onmachtig me te wentelen.
Als ik vrolijk ben, en met mijn witte zijde naar boven lig, ben ik vrolijk en speels en aangenaam. Zwart, dat is die verborgen zijde aan de onderzijde. Ik ben een kleine steen. Licht. Iemand kan die zomaar over flippen. Van wit naar zwart. En omgekeerd.

Zo'n steen schenken is jezelf weggeven.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

maandag 4 februari 2013

Vlinder

Mijn hand omklemt
de deurklink
Een scharnier jankt en
de tocht
Jaagt zich langs mijn merg
Sluit me de ogen en
Ik droom zwart
Het gras legt zich plat
Schrijft zwierige volzinnen
In de slagregen en de wind
Die jakkert en jaagt
En met striemende zweep
Het land geselt
Ongenadig
Als de tijd
Mijn leven inneemt
En de ruimte zich opent
Als de vleugels van de vlinder
Twee ogen
Die misleiden soms
Ik open een deur en de kamer
Is leeg
Als steeds

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

Ik is een vulkaan

"Ik heb mijn lijf in bad gelegd. Het water is aangenaam en omsluit mijn lijf en het schuimt en geurt naar iets dat op lavendel lijkt. Op de badrand ligt de zeep waarmee ik me eerst heb ingezeept, daarna me heb afgespoeld. Met fris lauw water, zoals ik dat in Japan heb geleerd. Pas dan laat ik het bad vol lopen en leg ik me te rusten en mijn lijf sluit mijn ogen en ik loop erin verloren.
Op de badrand ligt zeep en een stukje vulkanische steen.
Ik ben een vulkaan. Diep in mij broeit de lava. Kolkend en kokend en onstuitbaar vurig. Nu en dan ben ik een hevige aardbeving die schokt en schudt en barst en beeft en alles verwoest zonder genade. Soms barst ik uit en braak ik vuur en gloeiende stenen en asse en solferdampen en rondom mij vergaat honderden dorpen als Pompei en als ik weer tot rust kom kruipen de mensen tegen mijn flanken en regent het in mijn vulkanische vlaktes waar brede rivieren stromen.
Ik neem de vulkanische steen en ik laat mijn ogen dichtvallen en ik bid op mijn eigen manier. Tot niemand en zonder woorden."
Dichter leest het voor. Traag en hees. En Stil Meisje zegt geen woord en de stilte vult de kamer met vloeibare suiker.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel

zondag 3 februari 2013

Small cars and keys and honey and tea.

"Sommige auto's zijn echt krap", zegt Bohemien ineens. "Een soort go-karts met wat luxe, die veel geld kosten. Wellicht leuk om mee te rijden. Vraag me niet hoe ik daar nu bij kom. De geest van de mens is als honing. Vloeibaar en dan weer niet. Zoet voor wie proeven wil."

"Auto's", zucht Knorpot. "Ooit stapte ik uit een auto, stak mijn hemd in mijn broek en stapte naar de mijne die wat verderop stond en ik merkte te laat dat ik daar in weer en wind en regen stond en dat mijn sleutels uit mijn broekzak ontsnapt waren en daar ergens in die auto lagen die al weggereden was."

Zakenman lacht en zegt dat hij zijn autosleutels altijd aan zijn broek vastklikt.

Dichter drinkt thee en zwijgt.

vrijdag 1 februari 2013

Grijze dag

Mijn dag was grijs en de zee was bruin als een geploegde akker in zandgrond en de wolken werden opgejaagd door de wind en ik sloot de ogen, hield de armen open en liet de kou mijn lijf binnendringen en bibberend probeerde ik woorden te fluisteren die de wind zouden bezweren en de wolken verjagen en de lucht zou blauw worden en het water grijziggroen en de woorden bevroren en bleven stil en de dag waaide voorbij.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel