zaterdag 28 september 2013

Zeeman

Zakenman parkeert zijn Duitse bolide onder het lover van trage bomen en ontdoet zich van het zakelijke vel en dan weer niet en stapt aarzelend uit de auto. Hij weet niet wie hij zal zijn en denkt er niet over na. Zakenman? Knorpot? Dichter? Zakenman aarzelt. Wat hij zelden doet. Hij aarzelt niet. Knorpot grommelt en trekt de schouders op en Dichter wijfelt en wikt en weegt de woorden die hij spreken zal, als steeds. Ze stappen naar een glazen huis en de zon is een gloeiende bol in een strak blauwe hemel met hier en daar een slordige veeg dunne wolken.

Zij schudden elkaar de hand: Zakenman en Zeeman en Zakenman wordt Knorpot en daarna Dichter en ze drinken espresso en water onder de zon. 

Een stoet vol rare mensen komt bij het glazen huis.. Een huwelijksfeest zoals je dat alleen in kunstzinnig magisch realistische films ziet.
Allemaal karakterkoppen en verweerde en kromme lijven. Dichter ziet ze langskomen en bedenkt hun verhalen, tekent hun levens in beelden die woorden worden en zinnen. Ze lijken allemaal op een levende karikatuur van zichzelf. Hij ziet iemand met opzichtig pak en een grijns die een kille huurmoordenaar lijkt, met een litteken over de hele kaak en hij ziet jongelingen die onwennig staan te staan in veel te grote pakken met vreemde haardossen en hij ziet veel te bleke en onhandige grote meisjes met lange kinnen en dicht bij elkaar staande ogen in lelijke jurken en bejaarden die krom lopen van het leven en hij mist de warmte want hij merkt dat die mensen elkaar niet aanraken en niet kussen of knuffelen alsof ze elkaar niet kennen of elkaar voortdurend ontmoeten als opgesloten in te kleine kooien en daarna tekent Knorpot assenkruisen in schriftjes om aan Zeeman zijn verhalen te doen en te dromen en vertelt Zakenman zijn sterke verhalen en Dichter mijmert over wandelingen en wolken en duinen en ze drinken koffie. Ver achter de horizon fluistert onverstoord de zee. 

Zeeman waaiert vele kanten uit als de wind die zoekende is over het strand en de duinen en het water en als Dichter lang genoeg luistert laat alles zich mooi aan elkaar breien en ziet hij het hele verhaal. Zijn verhaal is als de zee. Ongrijpbaar. Rustgevend. Onrustig. Onbegrensd. Helder. Bruisend. Bulderend. Traag als stroop. Beukend als een novemberstorm. Het verhaal van Zeeman. 

Een klok zonder wijzers tikt gestaag door.

Induan summer


Boerken en Knorpot zitten in de late septemberzon die oranje gloeit in een warmte die aangenamer is dan in de zomer en ze keuvelen zonder woorden. Boerken kijkt naar de paarden die gereden worden en Knorpot heeft de ogen gesloten en koestert zijn gelaat in de stralen als een oud reptiel dat de zalige gloed drinkt. Ze zeggen geen woord. Knorpot is lang weg gebleven uit de tuin. Vergeten door de schrijver die begaan was met Dichter en Meisje en Boerken en die Knorpot vergeten leek. Knorpot soest tussen waken en slapen en in die roes verhalen zich lange vertellingen die in mistige flarden in zijn lome gedachten spoken. 

Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10-smartphone.

woensdag 25 september 2013

Mist


De Polder ligt kil te soppen in een dikke grijze soep die stinkt naar de stad. Boerken staat naast Dichter. Dichter zit aan de verweerde tafel en kijkt naar de mist en de donkere akkers en weides die verdwijnen in grijs. De verre dijk en de populieren zijn vage schimmen die net niet verdwijnen en net niet verschijnen. Dichter zit bij een leeg blad papier. Naast Dichter zit Meisje. Dichter drinkt espresso in een klein en kleurig kopje waarop kleine vette bruine druppels getekend staan en Meisje drinkt bleke koffie met gestoomde melk in een dubbelwandige glazen mok. Boerken drinkt niets en staat te kijken. Staand. Boeren kunnen staande slapen, zoals paarden. 
"Waarom zie ik je zo in de ochtend nooit schrijven?" vraagt Boerken ineens.
Dichter praat zacht en zegt dat er 's ochtends zelden woorden zijn en Boerken trekt de schouders op bij zoveel gezever en even later stapt hij naar buiten. Dichter kijkt hem na terwijl Meisje in de keuken rommelt. Boerken wordt een schim en daarna verdwijnt hij in de grijze brij. Dichter kijkt naar de klok tegen de wand en ziet dat het bijna 8 uur is.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10-smartphone.

Wolken en woorden



De wolken botsen en schuiven over elkaar en smelten tot een dikke vette grijze pap die ondersteboven boven de bomen hangt. De populieren die met hun donkergroene kruinen die al naar het grauwe bruin neigen, net nog rossig gloeiden in de laatste zon van september. 
Dichter zit onder de kastanje in de tuin, met zijn rug tegen de stam die groen en vlekkerig is als een salamander en aan de andere zijde van de stam, die met houtskool gezwart is, zit Meisje in stilte. De uren gleden voorbij en ze spraken geen woord. Dichter keek over de polder en Meisje over de tuin, rug aan rug met tussen hen in de stam van de kastanjelaar, terwijl de stad razend om de tuin sluipt als een grommend roofdier om een bibberende ree die zich in de schaduw van het lage lover verborgen houdt en die angst ademt. Het roofdier snuift tevreden. Het heeft honger. En geduld.
 
Later die dag wordt het avond. Meisje staat op, maakt het water aan de kook in de keuken en Dichter staat op, plukt takjes Marokkaanse munt en samen zetten ze thee, die ze daarna drinken uit kleine glaasjes, zittend aan de verweerde tafel in het Donker Kot dat wit gekalkt is, kijkend door het raam naar de tuin en de polder en de schaduw van de stad en de avond die de wereld insluipt en daarna omsluit. 
 
De dag glijdt woordeloos voorbij.
 
 
 
 
 
 
 
 

dinsdag 24 september 2013

Wolken lezen


Dichter leest de wolken en telt ze niet. 

De wolken spreken in stilte. Ze worden geschreven op de lijn van de horizon en daarna drijven ze traag naar de tuin en hun schaduw glijdt mee over de polder die vredig is als een slapend paard.

De wolken vertellen lange verhalen die Dichter ademt met diepe halen van zijn lijf dat versteven is van de kou. De zon staat laag en reikt niet in de tuin.  Dichter zit in de kilte van de schaduw en leest de wolken.

Hij leest hun verhalen en wordt een woord. Dichter is een woord in de zinnen die de wolken schrijven. Hij wordt geschreven.

De polder is een slapend roofdier.

Dichter wordt een woord in het verhaal. Naast hem zit Meisje en zij lezen zwijgend de wolken. Zij zijn een woord. De polder slaapt. De wolken fluisteren zacht.

Samen is een woord.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10-smartphone.

woensdag 18 september 2013

Gezwollen woorden

Het donker kot staat gezwollen met stiltes en buiten davert de regen over de daken en de polder die maandenlang bleek zag van de droogte en zich hulde in stofwolken, en verzuipt nu in vette plassen en zwarte plakkende modder terwijl de nacht zich dichtplooit als een brief die niemand lezen zal en die vol woorden staat die machteloos voor eeuwig leven zonder adem. Dichter schrijft drie zinnen en lijkt op. Dichter schrijft een zin en denkt na. Dichter denkt lang na. Daarna vergaat de wereld.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10-smartphone.

dinsdag 17 september 2013

Zomer

Het regent. Keitjes van water knallen op het asfalt en de bolide van zakenman en de wereld is grijs en kil en de bolide rijdt in een schuimige wolk.
Het regent en boeken loopt gebogen en nors over de weides in rubber laarzen die plakken in de zwarte modder en de paarden staan met de kont naar de wind.

Dichter zit binnen en kijkt door ramen vol doorzichtige puisten van water die langzaam naar omlaag glijden naar een wereld die wazig is als ingestreken met vaseline en eentonig grijs.

Ergens over Zee zweeft een schim en neemt de zomer mee.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10-smartphone.

vrijdag 13 september 2013

Dichters rijm

Een avond in het Donker Kot dat helemaal wit geschilderd is en waar Dichter woont in zijn zinnen en verhalen. In de tuin buiten staan de bomen in het donker en ze luisteren naar wat Dichter schrijft. Droeve Dichter schrapt vandaag een deel van zijn naam en is voortaan dus gewoon Dichter omdat het leven nooit in cirkels komt maar wel rijmt. Net als zijn zinnen. En verhalen.
De bomen ruisen naar binnen en de woorden glijden naar buiten en Dichter proeft de kracht.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10-smartphone.

donderdag 12 september 2013

Eenzaam

Een stad in een land. Een hotel in een stad. Een kamer in een hotel. Een bed. Een wastafel. Een douche. Een flatscreen.
Zakenman eet alleen. Alleen op de kamer. Met een hand. Met een groene thee bij de hand. Gekoeld. Kijkend op de schermen voor hem, lezend en mails beantwoordend en hij verzuipt in eenzaamheid die beenhard is en zonder genade.
Hij vraagt zich niets af. Hij is een rots. Een eiland. Waar kent hij dat van? Een rots voelt geen pijn. Een eiland huilt nooit. De avond kruipt om het hotel in een stad als een rusteloze panter om een gewond dier. Straks gaat Zakenman op bed liggen en sluit hij de ogen en wacht hij op de slaap die niet komt.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10-smartphone.

dinsdag 10 september 2013

Wederkerige onzinnen.

Boerken staat vooraan de zin en achteraan de zin staat ook Boerken. Dichter schrijft zichzelf tot leven en in de zinnen die hij zelf schrijft schept hij de ruimte om te kunnen zijn. Dichter zit in de woorden die een zin zijn onder de boom die geschreven staat in het gras dat hij geschreven heeft en hij heeft een schrift in de handen en schrijft daarin: Dichter zit in de woorden die een zin zijn onder de boom die hij geschreven heeft en hij heeft een schrift in de handen en schrijft daarin. Boerken komt naast hem staan omdat dat zo geschreven wordt en kijkt naar de woorden die Dichter geschreven heeft en ziet zichzelf in het woord Boerken.

Sent via BlackBerry offered by Proximus

maandag 9 september 2013

Badwater

Dichter soest in een warm bad, sluit de ogen en lijkt nooit meer wakker te worden tot het bad is als ijswater en hij bibberend uit het zwart bevrijd wordt en diep adem haalt. Hij staat wankel op en wrijft zich droog en warm met een ruwe handdoek tot zijn huid titelt met bloed en rozig ziet. Hij poetst de tanden en leest de paar woorden die hij uit het hoofd kent en vraagt zich af wat ze echt betekenen. Soms weet je iets zeker, denkt hij, daarna lijkt het zeker en daarna lijkt het twijfelachtig en tenslotte twijfel je. Hoe raak ik weer naar twijfelachtig, onzeker en tenslotte zeker? denkt hij. 

Hij gaat de badkamer uit en kijkt even om.

Door meteen weer zeker te zijn, denkt hij en hij probeert de twijfel in het weglopende koude water te laten dat slurpend in een glazen draaikolk verdwijnt. 

Buiten is het al vroeg donker en het regent.

Sent via BlackBerry offered by Proximus

zondag 8 september 2013

Lava

Meisje is als marmer. Bleek en kil. Over haar wangen rollen traag dunne tranen die naar zout smaken, weet Dichter die voor zich uit staart en in zichzelf zoekt hoe hij haar helpen kan.  Een wolk schuift voor de zon en de tuin hult zich in schaduw en de stilte blijft hangen in de kilte van het zwijgen. 
Woorden verdampen nog voor ze uitgesproken worden en de tijd aarzelt niet en hapt gulzig de dagen weg tot weken en maanden en de wonde bloedt en ettert. Verdampte woorden stollen en worden lavavelden van zwarte steen. 

Dichter snoeit lavendel. Lijkt op lavaveld. 

Sent via BlackBerry offered by Proximus

zaterdag 7 september 2013

Dag aan Zee



Een dag.
Een dag in het leven.
Een dag aan zee.
Een dag waarop Droeve Dichter met Stil Meisje aan zee was en zij eerst 's avonds op het strand hadden gezeten terwijl van over zee een gitzwarte hemel vol regen en onweer aan land was gekomen en zij hadden zitten kijken, samen, dicht bij elkaar. Kijkend, hoe de hemel paarszwart was zoals braambessen en de zee eronder helder en bleek en blauwig groen als lavendelstruiken, en het leek alsof het licht uit het water kwam opgestegen.

Ze zaten samen met tussen hen in een fles witte wijn en ze zagen de regen als grijze en sluierende gordijnen onderaan de hemel slepend over het water.

Ze zegden geen woord en waren net voor de regen binnen.

De dag erna was de zee vlak en de lucht was volkomen stil. Stiller en liever kan de zee niet zijn. Er was geen zuchtje bries en het water was als een blad papier van dunne blauwige melk.

Ze wandelden uren met de duinen eerst rechts van hen en de vuurtorens die daar stonden schoven langs hen heen. Het strand was breed en bleek als verweerd hardhout en golfbrekers doorkliefden het zand vanaf de duinen tot diep in zee, omgeven door zwartgroene palen waar Dichter en Stil Meisje zich giechelend tussen moesten wrikken soms, zo kort stonden die bij elkaar. Zij schuurde haar buik en hij sloeg zijn arm even om haar schouders.

Tussen de palen en de golfbrekers die als gestrande stenen bultruggen de zee in kropen, stroomden krachtige beken zout water, die het zand diep open sneden.

Dichter liep blootsvoets. Hij was vertrokken met zijn oude wandelschoenen, maar had ze moeten achterlaten bij een golfbreker, want ze waren oud en versleten en verloren hun zolen. Meisje had gelachen. Ze had uren gebabbeld, helder en klaterend als verse regen die over het dak trippelt en hij had uren geluisterd.

Ze wandelden eerst heen -nergens heen-, met de duinen rechts, steeds lager en vlakker tot bij een verre landtong. De zon klom hoog en ze dronken thee en daarna keerden ze terug. Niemand zag hen. Ze waren twee koningskinderen. Twee godenkinderen. Dichter voelde dat ook hij vleugels had en was als Zij.




Sent via BlackBerry offered by Proximus

zondag 1 september 2013

Zomers

De zomer glijdt niet voorbij. Telkens Dichter denkt dat hij de tristesse van de herfst hoort zuchten aan de andere zijde van de dag, blijkt dat niet te kloppen en komt met een nieuwe dag weer nieuwe warmte met zonneschijn en droogte. Boerken. Vloekt op het traag groeiende gras en de zanderige bodem die stoffig opwaait in de wind en Knorpot geeft de bloemen en kruiden water met de tuinslang en Dichter kijkt naar de horizon en verlangt naar Marokaanse thee in kleine glaasjes.
Sent via BlackBerry offered by Proximus