vrijdag 9 januari 2015

Jezus en de cartoon en de schrijver en Charlie.




Ik heb een poos gewacht. De schok was te groot en er verzamelden zich zoveel woorden in mijn geest, dat mijn hele denken een infarct deed en er alleen zwart verscheen. Of zoals bij Kamagurka: wit. Want zwart is wit en omgekeerd.

Ik voelde me erg betrokken. Net als elk van u.

Ik teken. Ik schrijf. Ik teken niet veel meer. Ik tekende cartoons. Vroeger. Toen ik jonger was. Mijn cartoons wonnen nu en dan een prijs en hingen in Knokke. Ik karikaturiseerde mensen en situaties. Dat doe ik slechts sporadisch meer. Gewoon. Het hield op. Gezin, maar vooral werk en ambitie vraten de tijd aan die je nodig hebt om creatief te zijn. En ik heb die tijd zelden terug gestolen om me achter het witte blad papier te zetten en potlood en stift te hanteren. De gom, daar hou ik niet zo van. Net zoals ik niet graag snoei.

Ik hanteerde een milde vorm van humor. Nooit kwetsend. Ik kan dat verstoppen onder het schaamlapje 'Vlaamse aard' zoals ik de afgelopen dagen in de media horen kon, maar doe dat niet. Ik ben bang. Bang om te kwetsen. En ook dat is een leugen. Ik ben bang (jawel, bang) om door anderen gekwetst te worden. Ik hou ervan geliefd te worden. En dus ben ik bang mensen te kwetsen. Want dan kwetsen ze je misschien terug. Scherpte lokt scherpte uit. Soms keren ze je gewoon de rug toe en negeren ze je. Ook dat ervaar ik als pijnlijk. Ik hanteerde dus de milde vorm van humor. Uit zelfbehoud. En, geloof ik graag, toch ook omdat ik gewoon niet graag mensen kwets. Ik heb een hoge mate van medelijden in me.
Daarmee wil ik alleen vertellen, dat ik de grootst mogelijke bewondering had en heb voor de tekenaars bij Charlie, die ook mijn goden waren. Om hun ongelooflijke moed en onafhankelijkheid. Niet zoekend naar dat geliefd worden, zoals ikzelf. Maar scherp de dingen in vraag stellen. Door bijtende satire soms.Erg eenzaam vaak. Denk ik.

Vastigheden leiden tot verstarring, Verstarring is als een meer zonder nieuwe toevoer. Het droogt uit en wordt ziek en troebel. Het stinkt. Satire zaait twijfel. Twijfel laat de verstarde monumenten wankelen en brengt ze tot leven. Twijfel maakt mensen beter. Twijfel maakt de wereld beter. Twijfel bezielt. Fanatisme ontzielt. Fanatisme is de ultieme vorm van verstarring.

Vorig jaar rond de jaarwisseling, tekende ik op mijn splinternieuwe Microsoft Surface twee cartoons over Jezus. Een waarbij de os en de ezel vervangen worden door een windturbine en een waarin Jezus, gebukt onder het kruis op zijn rug, een selfie neemt. Ik leef nog.

Nu ik aan het schrijven ben over kwetsen en gekwetst worden en zelfcensuur, moet ik het even over dat schrijven hebben. Want met de komst van de Blackberry, ben ik weer beginnen schrijven. Ik gebruik de mazen van de tijd, de plooien en kreuken die vallen tussen de dingen van het dagelijkse leven, om op dat toestelletje te rammen en Schrijverijtjes te maken. Dat doe ik nu reeds een jaar of 5. En ik heb tot mijn eigen schade geleerd ook hier milder te worden. Want al schrijvend namen de woorden soms een loopje met me en ik heb mensen gekwetst en geschokt. En achteraf had ik daar spijt van. Ik heb geleerd hoeveel impact woorden hebben. Nog steeds. Ik schrijf mijn stukjes en merk hoe ik daarmee mensen raak. Soms dieper raak dan ik wil. Of soms geheel anders dan ik bedoelde. Of kon vermoeden.

Toch heb ik nooit overwogen om te stoppen met schrijven. Er is geen reden. Noch om te schrijven. Noch om ermee te stoppen. ls dit is wat mensen 'een roeping' noemen, dan is het dat: een roeping. geroepen worden. misschien is het ook een weinig bescheiden vorm van zelfverheerlijking: kijk eens wat ik allemaal kan. Hou van me. als ik kots in de goot onder het kwijl, half dood.

Schrijven is iets geworden als ademen. Dat doe ik gewoon. Anders ga ik dood.

Deze week gingen mensen dood omdat ze ademden.

Je suis Charlie.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10-smartphone.