vrijdag 23 augustus 2013

Tijd

Dichter zit bij de Trage Stroom en wacht urenlang op Stil Meisje en de tijd om hem heen lijkt te bevriezen in de hitte van de zomer en komt als een brok graniet dat je over het grasveld probeert te duwen bijna tot stilstand. 
Dichter wacht en wacht en wacht en de zweetdruppels kruipen tergend omlaag langs zijn slapen en zijn rug en hij hangt de voeten in het water en kan het kriebelende mierennest rond zijn hart en ziel niet bedwingen en in hem spoken ijzig kille geesten die blauw zien en zielloos zwart zijn ziel in schaduw hullen. 

Meisje komt naast hem zitten en voelt meteen de winterse kou die rond Dichter hangt en ze merkt de distels om zijn huid en de doornige struiken om zijn ziel en de gifgroene nevel om zijn hart en ze aarzelt wat te zeggen.

"Waar bleef je zolang?" zegt Dichter en hoewel hij liefde wilde leggen in zijn stem, klinken zijn woorden als glasscherven.

"Iemand", zegt Meisje, "heeft me verteld over 'de elastieken tijd'. Die wel oneindig lang gerokken is als je op me wacht. Die te kort gespannen is als je wil dat iets lang duurt."

Dichter glimlacht. Zijn lijf en hart en ziel ontdooit en hij kust haar op de wang.
Sent via BlackBerry offered by Proximus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten