dinsdag 26 maart 2013

Kou

Boerken zit in de kou, de kraag hoog en de hoed diep over de kop en hij tuurt scherp over de weides en de polder en hij telt de bomen op de dijk en de wolken in de lucht en de vogels die langs vliegen en de grassprieten en besluit dat het er veel zijn. Hij wrijft zich over de kin en voelt de baard van een paar dagen die zo lang is dat die prikt en aanwezig is en dus wrijft Boerken de eigen kaken en kin met een nieuwe tic, die weer verdwijnt als hij zich scheert, morgen of zo.

Ergens zit iemand gebogen over cursussen te studeren. In stilte en alleen en in diepe gedachten en verloren in vragen zonder antwoorden. Ergens waait een wind over zee vanuit het land. De wind is droog en snijdend koud.

Boerken staat op en neemt de kou mee.
Sent via BlackBerry offered by Proximus

1 opmerking:

  1. Iemand vraagt zich af. Hoeveel grassprieten zouden het geweest zijn?

    BeantwoordenVerwijderen