woensdag 17 december 2014

Kleine Rakker deel 01


Hey Kleine Rakker,

Daar ben je dan. Ineens. Hoezo, denk jij en met jou allicht de lezer en jullie beiden kunnen me niet tegenspreken. Omdat ik de schrijver ben en die mensensoort duldt zelden tegenspraak, dat leer je nog wel. En jij omdat je pas geboren bent en je dus nog moet leren praten en tegenspreken. Als je op je mama lijkt, die mijn dochter is, zal je snel praten. En vlot durven tegenspreken. En dat zou ik fijn vinden. En de lezer, omdat bij schrijven tussen zenden en ontvangen tijd zit. Dat in tegenstelling tot praten. Praten is water van een frisse bron. Je drinkt ervan. Schrijven is als wijn maken. Dat leg ik je nog eens uit, later, als ik je wijn leer proeven.

Je bent dus onze kleinzoon. En je was er, ineens. Hoezo? Ineens? Was je mama dan niet enige weken zwanger en was haar buik die laatste dagen niet zo groot dat als ze in het bed op jouw teken lag te wachten, ze een en al buik leek? Een teken van jou ja. Dat het er te klein werd, daarbinnen. Je bleef maar wachten en wij dus ook. En dan was je er, ineens.

We kwamen de kamer binnen, wij twee, ik en mijn lief. Een paar uur eerder konden we nog doen alsof we jong waren en pas zelf kleine kinderen hadden en dan zagen we jou daar klein en aanwezig liggen bij jouw papa met die kleine gekke muts op je hoofd en waren we ineens grootouders. Is mijn lieve vrouw die de mama is van jouw mama nu je oma? En ik je opa? Of kiezen jouw mama en papa andere namen voor ons. En stel ik veel te veel vragen?

We kwamen binnen en je was er. Ineens. Meteen herkenden we je uit de duizend. Onze kleinzoon, zie. Hoe dat voelt kan ik niet schrijven. Je zal nog wel leren dat gevoelens beschrijven in woorden soms voelt als je veters knopen met je tenen. Hoe je veters knoopt zal ik je wellicht niet leren. Voor sommige dingen heb ik geen talent. En geduld. Vraag maar aan je mama hoe ik haar heb leren auto rijden. Dat lijkt pas gisteren. En dat is ook zo met leren fietsen. En haar eerste pasjes tussen mijn handen en die van haar mama, jouw grootmoeder. Al is dat een zonevreemd woord, want wij moederen niet. Grootmama dan maar?

Kortom, welkom makker. We houden nu al van je. Ook dat was er meteen. Net zoals de tranen in mijn ogen nu en de kastanje in mijn keel. Ontroering heet dat.

Welkom, kleine rakker.

1 opmerking: