dinsdag 25 februari 2014

Zee enzo

Dichter schrijft wat geschreven moet worden en schrijft langzaam en daarna smelt die van een mooie zin tot wat een zin hoort te zijn. Woorden worden zinloos gestolde herinnering.


Ik ben bij de vloedlijn gaan zitten. Straks zakt het water en glijdt de zee in zee en zit in midden het strand met voor me de zee en de horizon die een lijn is tussen hemel en water en met achter me de duinen die over mijn schouders mee kijken en ik verdwaal in wat vroeger was en ik herinner me warme dagen. Ik herinner me manden met eten en witte wijn en vooral de rust en de tijd. Ik kijk over zee. Vraag me af.
De zee trekt steeds verder weg. Het stand is steeds breder en kaler. 
Ik sluit de ogen en hoop dat er straks iemand naast me komt zitten. En dat ze haar arme om me legt en me zacht troost. Ze heeft een mand mee met eten. En witte wijn. En tijd en rust. En woorden. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten