dinsdag 15 januari 2013

Oude Knorpot en de ondraaglijke snelheid van de nieuwemedia


Helemaal eerlijk ben ik niet geweest, in mijn eerste stukje dat ik over de sociale media geschreven heb, maar ik verbloem dat graag als een vorm van Storytelling, en ik heb me laten vertellen, dat de snelle dames en heren van de sociale media, het vertellen van mooie verhalen ontdekt hebben en promoten.

Ik ga , heb ik me voorgenomen, in een later stukje meer vertellen over het Storytelling, wat zeer Old School is en een edele kunst, die ik, Grumpy Old Man uit de Oude Economie, toch wel denk te beheersen. En ik ga die edele kunst delen. De tips en tricks. Op mijn manier. Grommend.

Ik ga dan vertellen over de bijna onmogelijke spreidstand die ik voel tussen het vertellen van een sterk verhaal enerzijds en dat doen in twitterberichtjes van amper 140 tekens anderzijds. Om een olifant te eten is het misschien wel handig om die in schijfjes te snijden, zo zegt de weinig smakelijke beeldspraak, maar om een olifant te beschrijven, helpen die schijfjes niet echt. Ik ga echt vertellen hoe je een goed verhaal opbouwt. Een andere keer. Beetje spannende verwachting creëren is altijd handig. Dat heet een cliffhanger.

Deze keer wil ik het hebben over mijn leugentje en over dat snel in ‘snelle dames en heren van de sociale media’ en hoezeer een en ander me ergert, soms. Knorpot, nietwaar.

Eerst het leugentje: ik heb niet mijn hele carrière in de Oude Economie doorgebracht. Een jaar lang heb ik, zoals dat mooi heet ‘in de media gezeten’ en behalve een aantal aangename bijverschijnselen eigen aan het werken binnen een Multi Media Groep met als missie ‘mentertainement’, voelde ik me vooral zeer ongemakkelijk daar. Omdat ik traag was.

Ik voelde me als een luie, hoogbejaarde, half verlamde en door slaapmiddelen verdoofde luiaard tussen een bende hyperactieve, aan ADHD lijdende bavianen onder stress en op speed. Met andere woorden, ik was zeer langzaam. En mijn toenmalige medewerkers moeten dat ‘bavianen’ maar niet letterlijk nemen.

Ik kwam uit de Oude Wereld, waar een idee tot stand kwam na uitgebreide analyses en na zorgvuldig wikken en wegen en veel vergaderen en bevragen en testen en rekenen en nadenken en vooruit denken, geholpen door een batterij hulpmiddelen als stage gate-processen en business modellen. Waar ik geen ruimte had en mogelijkheden en budget om meer dan 10 nieuwe dingen per jaar te ontwikkelen en waar als er daarvan éen mislukte, dat al een behoorlijke ramp was en twee of drie flaters even erg waren als een combinatie van de pest en de cholera, de Spaanse, Chinese, vogel- en de varkensgriep samen, aangevuld met een vleugje Ebola.

Voor ik, in die wondere wereld van de Media, ook maar begon te overwegen om aan een idee te beginnen denken, waren er rondom mij al 831 bedacht, waarvan 785 ook daadwerkelijk waren uitgevoerd en 779 grandioos mislukt, wat betekende dat zomaar eventjes 6 ideeën wél gelukt waren (hoera) en morgen was een andere dag en er lag alweer een nieuwe lading ideetjes klaar. Ik werd er knettergek van.

Ik ben geen jager, en dus is de beeldspraak louter illustratief, maar ik had constant het gevoel dat ik met een groep jagers op pad was die gewapend met mitraillettes door het bos liepen en niet eens schoten op alles wat bewoog, maar gewoon hun ratelende wapens de hele tijd lieten knallen, erop rekenend dat er zo nu en dan een hert of een everzwijn ergens tussen de bomen zou lopen en plompverloren ook tegen een kogel. Het is als vissen met dynamiet. Tenminste, zo voelde het voor mij, Trage Mens.


Let op, ik praat over een paar jaar geleden. Toen Facebook nog concurrentie had van Hyves in Nederland en Netlog in Vlaanderen en iemand met zei dat ‘Netlog blits was en iets voor jonge mensen op zoek naar nieuwe vrienden en Facebook iets voor oude mensen op zoek naar oude vrienden’ en ik dan maar voor Facebook koos, want ik ben een oude mens en ik heb al moeite genoeg om mijn oude vrienden voldoende aandacht te geven, wat moet ik dan met nieuwe?
Toen Twitter in Vlaanderen inderdaad de impact had van een ‘gesprek tussen een paar onnozelaars aan de toog van een café in Dendermonde’ zoals een bekende Vlaamse oude krokodil zich een paar weken geleden nog minachtend uitliet over tweetende medemensen. Toen Pintrest en Instragram nog niet bestonden en ik me nog niet opgejaagd voelde door die Kloutscore die elke dag weer met een paar honderdsten daalt, als ik me op de sociale media niet gedraag als een overijverig Twitterende, Facebookende, Linkedinnende, Bloggende, Pinterestende en Instragrammende colibri in overdrive.

Ik voelde me toen al verloren in een tempo dat in vergelijking met de huidige snelheden een slakkengangetje was. Hoe voel ik me dan nu?
Wel…alles went. Zelfs lichtsnelheden.

Toch voel ik me duaal.

Ik hou van veel dingen tegelijkertijd en van een overvloed aan gegevens en feiten en gebeurtenissen en boodschappen. Ik ben behoorlijk verslaafd aan mijn sociale media. Ik hanteer twee smartphones en een laptop en een tablet of twee en er gaat geen minuut voorbij zonder activiteit. Ik ben een addict.

Maar af en toe wil ik ook een keer niet alleen in de sociale media duiken, maar er ook naar kijken. Grommelend. Omdat ik nu eenmaal graag als buitenstaander naar dingen kijk om erover te kunnen zeuren en zagen.

De sociale media doen me dan denken aan die ene keer dat ik in Hong Kong gebiologeerd uren heb zitten luisteren, de ogen gesloten, naar het geluid van een paar honderd Indonesische vrouwen en meisjes die op hun ene vrije dag -Zondag- allemaal samengekomen waren op een soort overdekt, schaduwrijk plein onder een wolkenkrabber, om er te picknicken en te kwetteren. Het gebabbel weerkaatst en zwelt aan en wordt een wolk van geluid. Je hoort een geluid waarvan je weet dat het uit miljoenen woorden bestaat, maar je vangt er geen enkel van op. Ik heb er het geluid van de sociale media gehoord. Het fascineerde me.

En soms ergert het me, dat het allemaal snel snel snel is en soms lijkt social media strategie inderdaad sterk op het bot en onhandig hanteren van een machinegeweer of vissen met dynamiet en vrees ik dat de munitie een keer op zal zijn en het bos helemaal aan flarden geschoten en de zee leeg.

Af en toe wil ik, Oude Knorpot uit de duistere en langzame Middeleeuwen, eens iets meer diepgang en dus traagheid. En een verhaal dat uit meer dan duizenden fragmentjes van 140 tekens bestaat. Uit ongeveer 1103 woorden, bijvoorbeeld.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten