maandag 13 januari 2014

De klok en de tijd

 Dichter slaapt niet en steelt de uren van de nacht en schrijft in stilte:

Er zijn geen mensen in het Donker Kot. Behalve ik. De kamer is leeg en het is er stil. Er valt amper licht in de kamer en de schaduwen zijn er dik als stroop. De kamer staat vol voorwerpen. Het is er niet stil, merk ik nu ik er aan wen. Boven de haard die leeg is en donker en die zacht tocht, staat een indrukwekkende ivoorwitte klok die plechtig de tijd wegtikt. Het statige tikken vult de ruimte als de zon aan een heldere zomerhemel en het brandt de stilte weg en breekt mijn hoofd en wrikt zich naar binnen waar mijn tijd wou vertragen en stil staan, op de duur. Ik ben de maan.

Buiten ruist de wind, weet ik. Ik heb op de dijk gewandeld en Meisje was er ook. We dachten dat er geen tijd was en toen was het tijd om afscheid te nemen en wandelde ze tegen de oranje zon in over het water van de stroom naar Zee. Haar voeten raakten het water niet en ik kon de vleugels zien die vanaf haar schouderbladen bijna onzichtbaar glinsterden in de het dikke lage licht. Ik wou haar achterna, maar het water was koud en zwaar en ik gaf het op. Ze keek niet om en verdween. En het donker kwam.

Achter de dijk die het lage land moet beschermen tegen de Trage Stroom, als het ongenadig stormt en het water het land wil overstromen, liep ik naar de huizen, vanuit de polder. Het was schemerdonker en de huizen waren laag en hoekig. De wegen waren verlaten en mijn stappen weerkaatsten tegen de stenen gevels. Hier en daar ontstaken mensen licht in huis en gele ramen en lichte schaduwen speelden op de bolle straatstenen.

Hier was ik binnengeslopen. De deur stond open en in de donkere gang opende ik de eerste deur aan mijn rechterzijde. Ik weet niet waarom.

Over de Trage Stroom hoor ik de hoorn van een boot.

Achter de horizon slaapt ze. Bij de Zon en de wezens van de Zee en mijn slepende gedachten en vage dromen. De klok tikt de tijd weg. Straks wordt het middernacht en kantelt de dag in een andere en steel ik de uren van de nacht. In de kamer tikt de klok de tijd tot stilstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten