vrijdag 5 april 2013

Boerken en de zondvloed

Boerken staat dus in de gietende regen waar we hem achter hebben gelaten, de armen gespreid, de kop achterover, de ogen gesloten en de handen en de mond open om de regen te vangen en te voelen en zich vol te zuipen met het hemelwater en het regent en regent en regent en op de duur staat Boerken tot de enkels in het water en daarna tot boven de knie en daarna reikt het water tot aan zijn middel en wordt Boerken gewekt uit zijn roes en bouwt hij gauw gauw een ark met planken en balken die hij vindt en uit zijn stallen sleept, een beetje slordig en zonder plan zoals altijd en als het ding klaar is en het midden houdt tussen een krom kot en een wankele boot, laadt hij er zijn paarden in en een verlopen koe en twee varkens en een geit, een paar kiekens en een konijn of drie en hooi en stro en graan en hout en jenever en blikken vol voedsel en een mes en een vork en dan varen ze weg terwijl het water verder stijgt en de huizen onder water zet waar mensen eerst op de daken kruipen in de kou en daarna een na een verzuipen of bevriezen en Boerken maakt van zijn hart een steen en laadt niemand op en hij heft het hoofd en kijkt naar God die vanaf een wolk toekijkt en glimlacht en pas na 33 dagen zet hij de hemelsluizen dicht en daarna dobbert Boerken nog 333 dagen verder tot zijn ark. die ondertussen kriept en kraakt en lekt en bijna uit elkaar valt, vast loopt op de nog verzopen bodem van modder en viezigheid en Boerken stapt uit, grijpt een handvol slijk, ruikt er aan en mompelt dat het goeie grond is en zaait graan en drinkt jenever en laat zijn dieren grazen.


Sent via BlackBerry offered by Proximus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten