Ik ging schrijven dat het me verbaasd, maar dat zou een leugen zijn, want verbazing is een zeldzaam goed geworden in de Bananenrepubliek en bij uitbreiding de door de mensensoort gedomineerde planeet A.
Een fractie van die mensensoort kijkt elke elke dag weer opnieuw via het medium televisie naar Le Tour de France, een non event dat zich drie volle weken in bijna dagelijkse afleveringen van een aantal uur verder sleept naar -letterlijk- de laatste eindstreep, die getrokken ligt in de eeuwige velden van grote stad aan een trage stroom. Drie weken lang zitten een paar tientallen mannetjes van de menselijke soort op tweewieler die ze op primitieve wijze vooruit duwen, gebruik makend van tandwielen, een ketting en de spierkracht in hun benen. Die mannetjes zijn gehuld in kleurrijke spannende kledij, torsen helmen op het hoofd en zonnebrillen op de neus en ze rijden elke dag van de ene stad naar een andere, daarbij mijden ze hoge bergpassen niet, nu en dan, al zijn dat geen noodzakelijke obstakels op weg van A naar B, meestal. Ze worden vooraf gegaan en gevolgd door een hoog aantal personenwagens, vrachtwagen, autobussen, motoren, helicopters,...
De mensensoort registreert alles met camera's en stuurt de beelden naar een flink aantal honderduizenden televisies over de hele wereld. De mensensoort stuurt reporters die praten bij de beelden die ze zo proberen op te leuken tot spannende en aangrijpende gebeurtenissen. Wat ze niet zijn. En precies daarover wou ik verbaasd zijn, maar ik ben het niet.
Die reporters omschrijven het gebeuren beurtelings als een circus en een karavaan. Het Tourcircus of de Tourkaravaan.
Het lijkt alsof de leiders van deze karavaan, de ringmeesters van het circus, het echte spektakel willen mijden, omdat echt spektakel gevaarlijker is, want onvoorspelbaar, dan het non-spektakel dat enkel spankracht krijgt door oeverloos gekakel door reporters.
Gisteren, bijvoorbeeld, in de laatste rechte lijn naar de met witte verf getrokken eindstreep in een stadje in het mooie land F, gebeurde er iets wat leek op een event. Je moet beseffen dat als nog veel mannetjes op tweewielers samen zijn, kort voor het einde van hun dagelijkse tocht van A naar B, er enige deining ontstaat in de kudde mannetjes op tweewielers. Het is -en dat dagelijks- de bedoeling dat er zo snel mogelijk van A naar B getrokken wordt en in concreto betekent dat dat wie het eerste over die finale witte streep rijdt met de tweewieler, de winnaar is van de tocht van die dag. Dus gaan de mannetjes in die laatste rechte lijn zo hard mogelijk fietsen, allemaal en gaan ze wat duwen en trekken en elkaar de pas afsteken of tegen de kant aan duwen.
Gisteren gingen mannetjes, daar zijn het mannetjes voor, met testosteron in hun lijf en adrenaline enzoverder, elkaar wat duwen en kopstoten uitdelen. Behoorlijk gevaarlijk en mooi om zien, tegen de hoge snelheden die de mannetjes bereiken op hun tweewielers. Maar dat mocht niet. Want het koppigste mannetje (woeha, een woordspelletje van de schrijver dezes) mag niet meer meedoen. Jammer. Maar niet verbazend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten