woensdag 4 mei 2011

The human race

Hij heeft een tijd gezwegen. Als een dorpsgek die hoog op de berg naar de wereld kijkt en merkt hoe die onveranderlijk is. Hoe er chaos heerst. En hoe de mensen er zich wentelen in idiote gedragingen en repetitieve woordjes. Hij heeft gekeken en hij heeft gezwegen. In zijn binnenste was geen rust en geen stilte, maar heerste oorlog tussen stormen van woede en aardbevingen van onmacht en tsoenami's van afkeer. Hij keek, zag en zweeg, want waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen. Hij zweeg en wachtte tot de rust zou weerkeren, maar met de stilte kwam enkel onrust.

In die weken heeft hij veel gelezen en nachtenlang onderzoek gedaan in een poging de mens en zijn gedragingen te doorgronden, te begrijpen en te kunnen plaats geven in een universum waar zin en onzin duidelijk onderscheiden zijn en het doen en laten van de mens gedreven is door zin. En hoe meer hij zocht naar houvast, hoe minder strohalmen hij vond met zijn tastende handen, en hoe meer hij zocht naar vaste grond, hoe dieper de afgronden gaapten onder zijn tastende voeten, en hoe meer zijn geest zocht naar zin in de woorden, hoe zinlozer de antwoorden onder zijn tastende gedachten. De mens is een afschuwelijk dier. Of kan een afschuwelijk dier zijn.


Hij schrijft terug. Schoorvoetend. Hij probeert de mensen te sparen, want enkele mensen maken 'de mens' niet. Gelukkig.

Als een kluizenaar op de hoge berg, ver verheven boven de lelijkheid. Overschouwend. Er middenin. Hij bestudeerde menselijke gedragingen en moest merken hoe dun de lijn is tussen normaal gedrag en totale ontsporing. Hoe weinig mensen nodig hebben om te verglijden van zinvol en medevoelend handelen naar zinloos en primitief gedreven worden door de laagst mogelijke instincten die nog weinig menselijks vertonen. Hij las, bestudeerde en kon alleen voelen hoe zijn maag verkrampte en zijn geest knetterend van protest probeerde het onbevattelijke te vatten.

Hij vroeg zich af.

Hij stelde zichzelf de vraag of tussen hemzelf en dat ontmenselijkte handelen ook maar zo'n dunne lijn zou zitten en hij wilde het antwoord niet kennen.

En daarna daalde hij de heuvel af en begaf zich tussen de mensen en werd een met de chaos en vergat de chaos, want je kan niet overschouwen waar je zelf deel van bent.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten