zaterdag 26 april 2014

Pink

Zakenman zit te praten bij een derde kop Ristretto met Sportman en terwijl hun woorden heen en weer waaien en verhalen bouwen over hoe de dingen zijn en worden moeten, denken ze aan een terras in de zon waar het avond wordt en ze filosoferen terwijl dronkenschap de hoeken ronder maakt en de woorden groter en de beelden scherper en Zakenman wordt Knorpot met zijn gekraste ziel en hij wil Sportman hoeden voor de raad die Zakenman geeft en die Knorpot herkent en die hem eraaan herinneren waar die krassen vandaan komen. Het wordt noen en ze krijgen honger en ze gaan de stad in en kopen een broodje en Sportman vertelt over de woorden van Dichter en de tristesse soms en Knorpot grijnst en zegt dat Dichter zelden triest is en dat de tristesse gewoon komt bij het schrijven omdat de woorden schrijven triest maakt omdat dat nu eenmaal eenzaam is en leeg en dat de woorden daarom naar tristesse smaken.

In de tuin onder de bomen ligt Dichter en hij telt de wolken rustend in de schoot van Meisje. Zij streelt zijn slapen en zegt geen woord. Woorden zijn soms overbodig.

In de stad eten Zakenman en Sportman hun broodje. De ene wit. De andere bruin.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten