zondag 25 maart 2012

Verdronken Vlinder

Ik ben een jongen met
een vlindernetje en
ik vang woorden
die dwarrelen en
bengelen en
borrelen en
dwalen en
waaien.

De Droeve Dichter
zit beneden de dijk
bij de Trage Stroom
en kijkt over het water
dat onrustige scherpe
donkere golfjes tekent
op een metalen canvas.

Over het water
strijkt een kille wind die
de kou van het water
fluistert op zijn huid
die schrijft in kippevel.

Hij drinkt witte wijn en
prevelt gedichten
die dwarrelen in zijn hoofd

Langs de brede rivieren
in het Noorden zweeft
het Meisje van de Zee
als een fee van waterverf
en zachte regen langs
de zonnestralen over
het water en zij warmt
de bries en stilt het water.

De knotwilgen in de polder
luisteren stil en hun botte stammen
staan krom en openen
zich bovenin
in dikke gezwellen
van honderden littekens
en ze huilen niet
en je hoort ze niet jammeren.

Gelaten tonen ze
de machtige takken
die ze hadden kunnen hebben
en die nu ronde bleke wonden zijn.

Elk jaar opnieuw groeien
ze nieuwe jonge frisgroene
twijgen die snel groeien
tot stevige takken en
elk jaar opnieuw
worden ze gekapt
en gepijnigd
en toch janken ze niet
en geven ze niet op.

Ze zijn zen.

Wilgen zijn mooie bomen.

Dichter staat op
en gaat bij het water staan
en daarna wandelt hij tot bij de wilg
waar hij een fles heeft verstopt
met daarin een boodschap
en in die boodschap leest
niemand zijn verhaal over
een boodschap in een fles
in een wilg
bij de Trage Stroom.

Boven zee is de wind geluwd.


Knorpot en De Grijze Filosoof staan wat verder en ze kijken naar de Droeve Dichter die bij de wilgen staat te treuren in de wind en Knorpot zegt:
"Ik denk soms na over de zin van het leven en ik vraag me dan af of daar een werkwoord in staat en zo ja, welk werkwoord en of daar een onderwerp in staat en ik weet zeker dat er lijdende voorwerpen zat zijn. En dan bedenkt ik dat het leven best zinloos is en bij deze ook mijn overpeinzingen en ik weet niet of ik daar zo gelukkig mee ben."

De Grijze Filosoof kijkt Knorpot grijnzend aan en zegt:
"Leven, mijn beste Knorrende oud manneke, is wel degelijk een werkwoord. En als je niet de doelen tot doel neemt, maar het leven elk moment bewust leeft, heeft het geen zin, is het onzinnig er zin in te zoeken. Zin in het 'leven' hebben is meestal genoeg."

Het is stil over de polders. De wind is een stilte geworden en schrijft een leeg woord.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten