donderdag 6 juni 2013

Boterham

Boerken zit in het Donker Kot een boterham te eten ergens tussen de ochtend en de noen. De kruimels liggen als achtergebleven stenen in een oude brede diepe vallei die door een traag stromende gletsjer is uitgesleten. Hij eet traag malend en in stilte, turend naar buiten waar hij de gewassen hoort groeien in de zon. Stil Meisje zweeft naar buiten en met de deur open waaien de smaken van het Zuiden naar binnen: salie, rozemarijn en tijm. Een vlieg landt tussen de broodkruimels en is sneller dan de hand van Boerken die plat op tafel landt. De klap doet het Donker Kot trillen en scheurt de ochtend los van de dag. "Tijd voor een wijntje", zegt Knorpot die de klap heeft gehoord terwijl hij onder de Kastanje zat te lezen en hij gaat naar de kelder en neemt er een flesje dat iemand hem geschonken heeft als een "Chateau Simple" en die eens in het glas complex is en diep en roezig warm en helder fris en donker gebonden. 
Dichter die in stilte heeft zitten schrijven aan Stil Meisje, dat blijft weigeren antwoorden te geven en dat stil blijft, zodat hij nooit weet of ze wel gelezen heeft en die zo zijn hart blijft breken en zijn ziel krassen en hem klein maakt en onzeker, staat op, laat zijn vergeefse schreeuwen en smeken in woorden op tafel liggen en komt bij hen zitten en nipt van de wijn.

"Je mag de smaak nooit als een smaak zien. Je moet die opdelen. Hout. Rood fruit. Kruiden. Zuur. Zoet. Bitter. Vanille." 

Knorpot bromt verder: "Toen ik nog jong was als jij nu, Dichter, leerde ik mijn kleine zus, die moeite had met de 'sch' die klank in delen te bedenken. S-chouw. S-chool. Eerst een 's', dan de 'gouw'. En na een paar keer werkte dat en was ze vertrokken." 

Boerken kijkt Knorpot aan. "Gij geduldig genoeg om kinderen school te leren zeggen? Ik kan me daar niks bij voorstellen."

Buiten zweeft Meisje langs de hemel die wit in brand staat en die pijn doet aan de ogen en het vel brandt en ze kijkt niet om of omlaag en ze vergeet de polder en haar kleine bewoners en de kleine woordjes van Dichter en ze verdwijnt wit in wit. Stilte in stilte. 

De stilte wandelt het Donker Kot binnen en gaat tussen hen in zitten en ze zwijgen mee en zo wordt het bijna middag en dan horen ze de Duitse bolide van Zakenman stoppen naast het Donker Kot. 

Zakenman komt binnen in diepblauw pak en hij kijkt zorgelijk en verveeld. En voor de anderen kunnen vragen wat er dan scheelt, zegt hij zelf: "Vraag niets. Klote-ochtend. Verkoop. Tegels. Showroom. Ik wou gewoon veel liever hier buiten zitten in de zon onder de bomen." 

En dan: "Waar is ze?" Rondkijkend, zoekend naar Stil Meisje.

Dichter krijgt een steek in zijn hart en zijn ziel knarst als was ze broos glas in hard zand. Tenslotte zegt hij een woord en eindigt daarmee de ochtend: "Vrijheid".

Sent via BlackBerry offered by Proximus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten