woensdag 26 juni 2013

Ochtend

Boerken geeft de paarden water. Helder klaterend water dat uit lange aan elkaar verbonden slangen wordt aangevoerd. De paarden staan geduldig, het hoofd een beetje schuin, te wachten. Eens de emmers vol zijn, drinken ze. Ze houden van vers water. Boerken klopt ze zacht in de hals en zegt hun namen. Een teder gebaar voor een ruw mens. Niemand ziet het en Dichter bedenkt het als een beeld dat hij schrijft in zijn ruwe handschrift. In het Donker Kot geurt het  naar Thee met verse munt, gunpowder blaadjes en zoethout. Meisje komt naast hem staan en schenkt hem de verse thee. Ze legt haar hand op zijn schouder en wil wat zeggen en zwijgt. Hij legt zijn hand op haar hand op de schouder, de arm gekruist voor zijn borst, de elleboog rustend op de tafel naast zijn schrijfsels en zwijgt. De dag is een stilleven.

Ergens op een snelweg in een land tussen twee steden en onderweg naar een stad in een land waar hij een voordracht houden mag, glijdt Zakenman in zijn bolide over het asfalt en in zijn hoofd bruisen honderden gedachten tegelijkertijd. Hij is nooit tevreden. Hij zoekt steeds nieuw en beter en hoger en sneller. Hij overloopt in zijn hoofd wat hij straks vertellen zal en boven de horizon voor hem duwt de zon haar licht in het duister dat opgevreten wordt, genadeloos. 
Sent via BlackBerry offered by Proximus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten