donderdag 7 april 2011

1954-2011

Het dorpje V ligt diep onder de Scheldedijk. Het kerkje ligt tegen de veel te brede en hoge dijk weggedrukt. De spits met de haan komt amper boven de dijk. Rond het kerkje een paar oude graven, een muur en een hek.
Voor het kerkje draai ik rechts de polders in. Over wat ooit, wellicht niet zo lang geleden, nog een aarden weg is geweest, kronkelend tussen de boerderijen tot in de polders. Over die kronkelende weg ligt nu een laag asfalt, als een reep zwart gestolde lava tussen het gras, het onkruid, de rietkragen.
Net voor de polders draai ik links. Mijn zware logge 4x4 slippend naar links en rechts,trekkend en sleurend aan de trailer. De bocht tussen de wilgen links en rechts is te kort, de trailer schuurt zich tegen de verwilderde takken terwijl vooraan de Navara de neus in bergen afval boort. Het bakstenen gebouw ligt onder het mos en onkruid, heeft openingen als open en gapende wonden in de gevel, die op ander plaatsen dicht gemetseld is, daar waar vroeger de wonden waren. Littekens van beton en andere kleuren baksteen.
In de lage donkere stal rinkelen kettingen en klinkt dof gestommel. Ik stap binnen en laat mijn ogen wennen aan het duister. De geur van mest en hooi mengt zich met de dierlijke warmte en slaat me in het gelaat. Een paar tiental koeien wachten vies en vuil en gelaten op het einde van de winter. Ze staren me aan en loeien. Buiten de stal blaft een hond. Iemand vraagt nors "Wie is daar?"

Als ik het hooi geladen heb en me bijna klem rijdt in de modder en er tussen de bomen eigenlijk te weinig ruimte is om de combinatie te draaien, bedenkt ik dat ik de volgende keer met de andere kortere 4x4 moet komen, want dat dit millimeterwerk me geen tweede keer lukt. Ik schakel in 2wheel drive en rijdt op het smalle asfalt de polders in, om dan via de andere zijde het dorpje V aan de Schelde te verlaten.

Ooit zakten de heren uit mijn stad naar dit dorpje en ze staken er de dijken door, om zo hun trotse stad te vrijwaren van het kolkende en stijgende Scheldewater. Nu dwingen we de laatste boeren op de knieƫn, veroordelen hen tot armoede, omdat we hen vergeten zijn. Als deze laatste boer verdwijnt zal niemand treuren.

Ik zal er heen rijden, om een trailer vol hooi te laden, en ik zal merken dat de boerderij leeg staat en nog meer vervallen en morsig. Daarna komen de vastgoedontwikkelaars en de heren uit de fiere stad die vlakbij de polder willen resideren.

Geen moraal, dit verhaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten