woensdag 25 september 2013

Mist


De Polder ligt kil te soppen in een dikke grijze soep die stinkt naar de stad. Boerken staat naast Dichter. Dichter zit aan de verweerde tafel en kijkt naar de mist en de donkere akkers en weides die verdwijnen in grijs. De verre dijk en de populieren zijn vage schimmen die net niet verdwijnen en net niet verschijnen. Dichter zit bij een leeg blad papier. Naast Dichter zit Meisje. Dichter drinkt espresso in een klein en kleurig kopje waarop kleine vette bruine druppels getekend staan en Meisje drinkt bleke koffie met gestoomde melk in een dubbelwandige glazen mok. Boerken drinkt niets en staat te kijken. Staand. Boeren kunnen staande slapen, zoals paarden. 
"Waarom zie ik je zo in de ochtend nooit schrijven?" vraagt Boerken ineens.
Dichter praat zacht en zegt dat er 's ochtends zelden woorden zijn en Boerken trekt de schouders op bij zoveel gezever en even later stapt hij naar buiten. Dichter kijkt hem na terwijl Meisje in de keuken rommelt. Boerken wordt een schim en daarna verdwijnt hij in de grijze brij. Dichter kijkt naar de klok tegen de wand en ziet dat het bijna 8 uur is.

Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10-smartphone.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten