Boerken staat vooraan de zin en achteraan de zin staat ook Boerken. Dichter schrijft zichzelf tot leven en in de zinnen die hij zelf schrijft schept hij de ruimte om te kunnen zijn. Dichter zit in de woorden die een zin zijn onder de boom die geschreven staat in het gras dat hij geschreven heeft en hij heeft een schrift in de handen en schrijft daarin: Dichter zit in de woorden die een zin zijn onder de boom die hij geschreven heeft en hij heeft een schrift in de handen en schrijft daarin. Boerken komt naast hem staan omdat dat zo geschreven wordt en kijkt naar de woorden die Dichter geschreven heeft en ziet zichzelf in het woord Boerken.
Sent via BlackBerry offered by Proximus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten