woensdag 25 september 2013

Wolken en woorden



De wolken botsen en schuiven over elkaar en smelten tot een dikke vette grijze pap die ondersteboven boven de bomen hangt. De populieren die met hun donkergroene kruinen die al naar het grauwe bruin neigen, net nog rossig gloeiden in de laatste zon van september. 
Dichter zit onder de kastanje in de tuin, met zijn rug tegen de stam die groen en vlekkerig is als een salamander en aan de andere zijde van de stam, die met houtskool gezwart is, zit Meisje in stilte. De uren gleden voorbij en ze spraken geen woord. Dichter keek over de polder en Meisje over de tuin, rug aan rug met tussen hen in de stam van de kastanjelaar, terwijl de stad razend om de tuin sluipt als een grommend roofdier om een bibberende ree die zich in de schaduw van het lage lover verborgen houdt en die angst ademt. Het roofdier snuift tevreden. Het heeft honger. En geduld.
 
Later die dag wordt het avond. Meisje staat op, maakt het water aan de kook in de keuken en Dichter staat op, plukt takjes Marokkaanse munt en samen zetten ze thee, die ze daarna drinken uit kleine glaasjes, zittend aan de verweerde tafel in het Donker Kot dat wit gekalkt is, kijkend door het raam naar de tuin en de polder en de schaduw van de stad en de avond die de wereld insluipt en daarna omsluit. 
 
De dag glijdt woordeloos voorbij.
 
 
 
 
 
 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten