donderdag 26 december 2013

Drie rokende tonnen en smokkelwaar


Boerken loopt over de akkers. De polder is groot en vlak en grauw en ligt gevangen tussen aan de ene zijde de sluipende stad die steeds dichterbij komt en die asfalt en betonnen loodsen kotst en huizen en auto’s en vrachtwagens en treinen en aan de andere zijde de hoge dijken met populieren die de Trage Stroom begeleiden die bruin is en en die zuchtend en steunend het water dat dik is als stroop naar Zee duwt. Boerken loopt met een kruiwagen vol hooi op het modderige pad tussen de weides en de paarden kijken op en hun adem zijn gouden wolkjes in de lage winterzon. Boerken schuift en glijdt en wankelt. De modder is vet en zwaar.
In het Donker Kot bij de stallen zit Dichter aan een verweerde houten tafel en hij schrijft wat u nu leest met potlood op papier en naast hem zit Zakenman en die tokkelt lange berichten op zijn BlackBerry en in de keuken maakt Meisje verse thee met gedroogde blaadjes die helemaal uit China komen.
Knorpot komt naar binnen in een bel van koude lucht en hij wrijft de handen warm en vraagt om een kop koffie. Hij kijkt Dichter aan en vraagt wat die schrijft vandaag. Dichter aarzelt en Zakenman staat op en zegt iets over drukdrukdruk en afspraak en businessmeeting en deal closen en andere lege woordjes. Hij stompt Dichter tegen de schouder, maakt een grapje over productplacement en dat Dichter nog zo gek niet is, kust Meisje op de wang en groet Knorpot en stapt naar buiten. Even later horen ze zijn grijze bolide wegscheuren.
“Ik schrijf onzelf een plekje op SocialMedia.nl”, zegt Dichter. “Op Tweede Kerstdag moet dat kunnen. Het moet niet altijd jou zijn, Oude Knorpot, die ze te lezen krijgen, die arme lezers. Jij bent giftiger dan een ratelslang en venijniger dan een schorpioen en zuurder dan salpeter. Het mag ook even zachter.”
Buiten geeft Boerken de paarden hooi. Hij is een donkere dot olieverf en de zon staat laag boven de horizon. Dichter slurpt thee en Knorpot zoekt vlijmscherpe woorden. Meisje glimlacht en de zon valt naar binnen door het raam en Knorpot vindt de woorden niet en zwijgt.
Tenslotte, nadat het zwijgen vloeibaar is geworden, zegt hij zacht: “Denk je dat dat mag? Zomaar Boerken en Dichter en Knorpot en Zakenman en Meisje binnensmokkelen? SocialMedia.nl gaat over de sociale media, toch? Niet over polders en akkers en Trage Stromen.”
Dichter kijkt naar buiten. De donkere wolken boven de polder stapelen en botsen zacht tegen elkaar aan en de hemel wordt helemaal grijs en de zon dooft in te veel te natte verf en de hersftigheid van midwinterse triestheid. “Ik schrijf dit”, zegt hij. “Mensen lezen het. Daar gaat het toch om? Trouwens, sinds wanneer ben jij bezig met wat mag en niet mag? Jij bent toch de eeuwige dwarsligger die probeert wat niet mag en die niet doet wat moet?”
Ze drinken thee en kijken zwijgend naar buiten. Het is stil in huis. in de verte verbrandt Boerken dorre bladeren in drie rokende tonnen. De rook is wit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten