De klok op de blackberry toont dat het bijna 2 uur is en hoewel je al van voor middernacht in bed ligt, weet je dat dit een quasi blanke nacht worden zal, om welke reden ook. Je hoeft de lezers niet alles te vertellen en je hoeft zeker niet te vertellen over die zaken die in de nachtelijke uren als spoken door je kop gaan jagen en de slaap verhinderen. Jij en je spoken, dat is nu eenmaal iets dat je met niemand delen kan.
Je kop wordt er dof van, een soort klagende hoofdpijn dreunt op het gedraas van de airco die je niet afzetten kan. Ga je wat lezen tot de slaap komt? Of schrijven? Niets helpt, dat weet je ook. Je kan enkel wachten op het aanbreken van de nieuwe dag. De eerste hint van licht. De eerste vogel die ontwaakt. Een dag is pas af als je de volgende begonnen bent.
Je kop vol watten.
Buiten roepen mensen. Ze doen maar. Je ligt toch wakker. Je doet het licht aan, grijpt de ipad, maakt verbinding met internet en je schrijft. Je schrijft niets en je schrijft voor niemand. Je schrijft de spoken niet weg, al deemsteren ze, even.
In de gebroken stilte van de nacht schrijf je. Je schrijft over de stilte die er geen is en de nachten zonder slaap. Je schrijft de uren weg. De tijd hortend en stotend. Je lijf vermoeid. Je geest wil rust en slaap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten