donderdag 24 mei 2012

Een droom in een ziel

Dichter staart. Het blad is wit en in zijn hoofd waait de luwe leegte. In zijn ziel zit hij in de duinen en staart hij over zee. In zijn ziel hunkert hij naar zee en strand. In zijn ziel is hij.

Ik wil de wind voelen. Ik wil de zilte geur ruiken. Ik wil met halfgesloten ogen priemend over het strand turen. Ik wil de warmte voelen van de zon in een duinpan. Ik wil ademen. Ik wil mijn huid branden. Ik wil roepen en schreeuwen en tieren. Ik wil fluisteren. Ik wil zand voelen onder mijn rug. Ik wil zand in de hand nemen. Ik wil wandelen langs de waterlijn met de broek opgerold. Op blote voeten. Ik wil het kil koude natte zand voelen onder mijn voetzolen. Ik wil zien hoe mijn sporen verdwijnen als ik verder wandel. Ik laat geen sporen na. Ik ben een schim. Ik ben een schaduw van licht. Ik ben wit licht. Naast me ligt mijn zwarte schaduw over het vlakke strand. Ik loop omzichtig. Ik wandel fluisterend.

Dichter staart en het blad staart terug. Wit en leeg en vragend om woorden die niet zijn en niet geboren worden. Niemand schrijft. Niets wordt geschreven. Alles is leegte is alles. Het witte blad korrelt. Het witte licht bruist. De leegte brult. De stilte smeekt.

Tussen rottend hout dat zwart is en groen van mossen en wier. Het water is gesmolten lood. Vloeibaar metaal. Langzaam.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten