zaterdag 5 mei 2012

Over handen en een hart

Knorpot toont zijn handen waarvan de leerachtige huid die te klein lijkt, scheurt en kraakt en bloedt en zwarte randen tekent en hij zegt dat de pijn nu eens schreeuwend, dan weer jankend, dan weer brandend en soms ook kloppend is, met elke hartslag. "Weet ik tenminste nog dat ik leef", zegt hij.

Hij heeft vandaag duizend kleuren grijs geteld en de voorbije nachten duizenden tinten van het diepste zwart, maar heeft erover gezwegen, want het leidt toch nergens toe om daar omstandig over te berichten, heeft hij geleerd. Niemand luistert.

Hij vertelt hoe hij uren in de tuin heeft gezwoegd met schoppen en stenen, worstelend met zware grond en te zware zakken en zijn rug kreunt bij elke beweging en zijn hoofd is als beukenhout en zijn handen zijn open wonden. Hij staart naar het gras dat donkergroen is en vettig van modder en regen. Zijn geest verdwaalt.

Knorpot zet de vingers wijd open en de diepe snee in de palm van zijn hand scheurt weer open en de pijn giert langs zijn polsen en voorarmen tot in zijn schouders. Hij wil praten en zwijgt. Hij wil ademen en ademt. Hij wil vertellen om zo leegt te vullen, maar de leegt vult hem en hij is leegte. Hij is duizend kleuren grijs. Hij is dun.

Iemand stompt de gevoelens af. Je kan dat oefenen. Je negeert ze.

"Je negeert het roepen en tieren en schreeuwen en fluisteren en smeken en huilen en jammeren van je gevoelens en op de duur zijn ze te moe en geven ze op en dan heb je er geen last meer van. Net zoals ik als ik die wonde maar blijf open scheuren, ik wen aan de pijn ervan."
"Zo kun je toch niet leven?"
"Dat hangt van de definitie van leven af."

Buiten draait de wind. Het miezert. Het is kil. Binnen brandt de haard en is het droog en warm. Knorpot staart naar het vuur en voelt zijn handpalm branden en zijn hart kloppen. 'Ik heb dus een hart', denkt hij.




1 opmerking: