maandag 28 mei 2012

Zwarte woorden

"Waar ik echt ga van knorren en brommen en grommen," zegt Knorpot, "is als mensen mij behandelen alsof ik een idioot ben, een onnozelaar. Als ze me dingen vertellen die pertinent niet waar zijn en denken dat ik dat nog pik ook. Dan borrelt mijn cynisme, dan spuugt mijn gal sarcasme en dan haat ik de mens en de mensheid en al haar leugens en gekonkel en alle ellende die dit klootjesras elkaar aandoet. Ik kan echt niet begrijpen dat mensen dat doen. En het overkomt me telkens weer net op ogenblikken dat ik milder word en zachter en liever en soms al eens goeie dingen zie aan de mens en zijn mensdom. Godverdoeme."

En Knorpot verdwijnt uit de tuin vol zon en wind en vogels en gaat in het donker kot zitten.

De anderen kijken hem na en het Stille Meisje wandelt weg de polders in en Dichter kijkt haar na tot ze bij de dijk komt en daar uit zijn gezichtveld verdwijnt en hij ademt wat hij ziet en proeft wat hij ademt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten