Misschien gaat de dag voorbij zonder dat die er geweest is, als wolk die voorbij kwam drijven en niemand die het zag. Dichter kijkt op en ziet een schaduw glijden over een roze wolk en het is alsof hij in een ijskoud bad gaat zitten, zijn lichaam spant zich als een boog, al zijn zintuigen staan scherp en de adrenaline giert door zijn zenuwbanen, want hoog in de lucht zweeft een vliegende dinosaurus. Dichter klapt zichzelf in het gelaat, maar het beeld blijft en hij schreeuwt het uit van angst en loopt in paniek naar binnen en daar zitten de anderen en ze kijken naar zijn spierwitte gelaat en zijn gespannen mond en zijn dichtgeknepen ogen en de zilte druppels op zijn voorhoofd en ze zeggen maar niets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten