woensdag 1 augustus 2012

Rug tegen muur

Ik zit tegen we witte muur en laat de zon zonder genade op me inbeuken. Ik sta 's nachts op de dijken van de Trage Stroom. Ga zitten. Op het asfalt. Ik trek de knieen tot tegen mijn kin, mijn dijen tegen mijn borst en ik leg mijn armen om mijn schenen en ik staar over het trage water dat zwart ziet als inkt en naar zee stroomt. Zonder ophouden.
De nacht is zacht. Soms. Windstil en lauw. De nacht is striemend. Soms. Rukwinden en koude regen.
Het T-shirt wordt nat en ik ril van de kou. Als ik een paar uur later probeer op te staan is alles stram. Ik hoest en wandel naar huis. De pijn gaat niet meer weg.
Ik zit tegen de witte muur en vellen verbrand vlees vallen smeulend op de grond. Naast me staat een glas. Lome muziek deint. Ik ben moe. Ik verdoof mijn geest.
Langzaam doof ik.

Dichter schrijft woorden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten