"Zijt ge dan eindelijk begonnen aan wat er al zo lang in uwe kop zit en waarvoor wij er zijn. Die oude zot van een Knorpot en de geparfumeerde Zakenman en ik, onnozel Boerken en Stil Meisje natuurlijk die veel meer doet dan thee zetten met blaadjes uit China en gijzelf, Droeve Dichter, gij triestige plant. Wij, die in de rand van het verhaal wat mogen komen doen en zeggen om het te verluchten en wat in perspectief te zetten. Ja, ik weet het, ik ben maar een Boerken en ik val nu uit mijn rol, want ik mag dit allemaal niet doorzien. Ik moet over de weides stappen met grote passen en de handen in de zakken en de schouders hoog. Ik moet door de modder ploegen met emmers water. Ik moet vloeken en miljaren en stinken naar mest en modder en hooi en jenerver en zweet en mijn huid moet van zwart geblakerd leder zijn met de porien vol stof en zand en vuiligheid. Is het dan zo ver? Gaat ge beginnen schrijven? Zijt ge beginnen schrijven? Ik zie daar hoge stapels liggen. 10 of 15 duizend woorden al. Is het dat?"
Droeve Dichter mompelt wat en kijkt voor zich uit. In de verte maait iemand gras.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten