vrijdag 10 mei 2013

Rook

De lente die over de polder gezaaid was, gisteren, is verdwenen. Verjaagd door de herfst met kille natte wind en slijmerige regen. 
Boerken heeft geen goesting om te werken en hangt bij Dichter in het Donker Kot in een stoel en Meisje maalt koffie en de geur van vers gemalen bonen wandelt door de keuken in de neus van Boerken en doet hem honger krijgen. 


Zakenman komt binnen in een geur van tabak die botst met de geur van koffie en Meisje trekt haar neus op en vraagt Zakenman of die stiekem rookt en die lacht en zegt neen. "Maar ik heb wel even staan praten met iemand, die aan rookverbod geen boodschap heeft en graag een sigaartje rookt."

Knorpot, die in de keuken aan het rommelen was, komt erbij zitten en grijnst dat het grappig was Meisje te horen denken dat ze Zakenman betrapte en dat het bij kinderen dan meestal zo gaat, dat de geur van tabak onmiskenbaar is en dat het kind ontkent en dat de ouders het eerst geloven en pas na een tweede of derde keer achterdochtig worden en dan toch gaan kijken of er niets aan de hand is. En dan vinden ze een pakje sigaretten, maar is dat 'er een van die rokende vriend, die vroeg om dat bij te houden' en als dat kind een volgende keer weer thuiskomt in een bel van tabak en verhullend gespoten parfum en de ouders vragen of ze aan de adem mogen ruiken is het kind verbolgen en gekrenkt en vraagt het bozig of de ouders hem niet geloven misschien en rolt de schuld ineens zwaar wegend als een grote ronde steen hun richting uit en zwijgen ze beschaamd. Tot ze op een dag toevallig ergens op een plein hun kind zien, onhandig rokend en als ze het kind er 's avonds mee confronteren, is het alweer boos om dat achterdochtig gespioneer in een nieuwe poging die rollende steen van de wroeging weer in hun richting te krijgen, waarop vader witgloeiend wordt.

"Waarom vertel je dit zo ineens?" vraagt Dichter. Knorpot kijkt op. Zijn ogen kleuren stoffig. Zijn mondhoeken zijn dun en neigen omlaag. Zijn neusvleugels staan open. Tussen zijn wenkbrauwen groeven twee diepe rimpels. Hij kijkt en zwijgt en zegt dan "Weet ik veel."

Meisje fronst het voorhoofd, een beetje zoals Knorpot dat doet en gromt ook als hem en zegt dat ze wel weet waarom hij dit vertelt en dat ze het wel snapt. En dat de vergelijking nergens op slaat. 

Knorpot aarzelt niet eens en zegt dan opvallend zacht dat Meisje gelijk heeft, hij excuseert zich fluisterend en sluipt de keuken uit. 



Sent via BlackBerry offered by Proximus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten