donderdag 20 september 2012

Kil vloeibaar metaal.

De dag strompelt en struikelt en sleept en kreunt en zucht en gaat gebogen onder een lage hemel die zwaar is en gezwollen. Het is kil en de wind is mild in kracht, maar snijdend koud. Als een mes snijdt de tocht zich dwars door Knorpots dunne jas. Knorpot houdt de jas vast met de hand voor de hals in een vergeefse poging de bijtende kilte af te houden. Bevend stapt hij verder.
Zijn hoofd voelt vol watten en gonst. Zijn maag is leeg en smeekt. Zijn ogen zijn moe en tranen. Zijn keel is schor en stekend. Zijn adem is zwaar en schurend.
Knorpot opent de armen, laat de jas los. Hij plooit helemaal open en laat de wind dwars door zich heen razen. Hij legt het hoofd in de hals en drinkt de hemel van ijskoud vloeibaar metaal. Hij schopt en slaat en beukt tot hij van binnenuit gebroken is en gekneusd. Niets helpt. De pijn blijf. De leegte wordt het alles en het alles wordt leegte.

Kwik!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten