Verzuipen in herinneren en vergeten en weten en schrijven met beelden, zuinig het sluipen van de tijd drinkend. Een cactus staart hem aan.
Dichter zet koffie en eet een croissant met jonge Gouda en kijkt door het raamn naar buiten over de tuin en de polders en het oranje licht van de lage herfstige zon in het Oosten.
De populieren op de dijken zijn al bijna kaal. De kasjtanjelaar wordt rossig bruin bij de randen van zijn kruin en onder zijn oude takken ligt het grauwgroene gazon bezaaid met duizenden frisgroene stekelige maatpakken die knellend omheen om de kleine zwart bruine kastanjes zitten.
Dichter nipt van de koffie en komt tot leven.
Dichter krabt door het haar en steunt het hoofd met een hand onder kin, kaak en slapen. De dag legt zich als een kat in het zonlicht. De uren plooien zich omheen zijn glijdende geest zoals een bloem zich sluit. De tijd ontrafelt zich en Dichter wacht nergens op en voor wie wacht komt alles steeds te laat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten