zaterdag 9 november 2013

Tot dan.

In de koepel van rozig blauw en witte melk slapen 3 kleine wolken.  Het canvas van de polder is vers geverfd met vette olieverf en terpentijn. De polder is van dikke modder en dik gras met rottende wortels en ruikt naar aarde en populier. Boerken stapt tot waar de einder de koepel raakt en valt van de aarde. 
Dichter ziet het gebeuren in het schrijven voor zich, op het dikke papier met een dik zwart potlood geschreven woorden in lange zinnen die nergens vandaan komen en nergens heen meanderen. Boerken komt naast hem staan en wijst naar een woord op het blad met een vinger die getekend lijkt met houtskool en vraagt niets. Dichter schrijft hem de kamer uit en zichzelf een thee van Marokkaanse munt en daarna sluit hij de ogen en verdwaalt hij in inzichten die hem niet wijzer maken. De woorden botsen en kraken en kriepen als kwetsend plooiend ijzer. 

Aan de muur hangt de reusachtige kop van een dood beest en in de haard flakkeren de vlammen en op de tafel voor hen staan twee glazen champagne en de Zee in het Noorden wiegt zichzelf in slaap, woordenloos alleenzaam en rillend van de kou. Het is het uur van de Elf. Daarna houdt de tijd op. 



Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10-smartphone.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten