maandag 28 november 2011

De Oude en het Grote Gelijk

Waar zit ge met uw stomme gedachten, dichterke? Wat denkt ge wel? Dat een ongeletterde stalknecht zoals Boerken, die misschien wel kan lezen en schrijven, maar die nooit iets anders leest dan misschien de gazet, maar zeker geen roman of gedicht, ineens brieven gaat schrijven vol lichte en gevleugelde woorden en vol poetische beelden over mistigheid en droevigheden? En denkt ge echt dat een meisje van adel zou bezwijken voor wat mooischrijverij van een ongewassen boerenkinkel die stinkt naar varkensmest, zweet en ongewassen kleren? Ziet ge Boerken al het Stille Meisje brieven schrijven? Haha.


De Oude staat met de neus in de lucht en heeft een beduimeld glas Duvel in de rechterhand en hij grijnst en lacht en zijn woorden zijn als stenen in een lawine en ze raken de dichter zonder genade. De Oude heeft bloed geroken en gaat als een wilde hond recht op zijn prooi af, niet omcirkelend of sluipend, maar gewoon recht naar het strot. En de Dichter wacht gelaten, als een gewond en uitgeput hert dat niet langer vlucht maar wacht op de verlossende knauw.

Waar gaat uw verhaalke heen? Nergens toch? Ge weet toch hoe dat gaat? Uw verhaalke is al honderdduizend keer geschreven maar dan veel beter dan gij ooit zult kunnen. Het mooie bleke meisje wordt even geraakt door de mooie woorden van de boer en daalt af uit haar ivoren toren tot in zijn stal, maar algauw ziet ze enkel zijn boertigheid, ruikt ze de zurige geur van zijn lijf en de stank van zijn ongewassen lompen. Ze komt steeds minder vaak tot in de stal en steeds korter en daarna niet meer en al snel vergeet ze hem en daarna heeft hij nooit bestaan. En hij wordt uitgestoten door de andere boeren en zijn broers en zussen en vader en moeder omdat hij zo stom is geweest zich van adel te wanen en uiteindelijk wordt hij het moe en verlaat hij het dorp om de rest van zijn leven te dolen en veel te vroeg en vergeten door iedereen te sterven. Alleen.


De Oude drinkt de Duvel leeg, veegt de mond schoon en wankelt buiten. De nacht is helder. De bries is koud en snijdend. De Oude vloekt. Binnen schrijft de Droeve Dichter stil aan een nieuw verhaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten