dinsdag 29 november 2011

Er is een dag ergens verborgen ergens tussen de plooien van de eeuwen

Op een ochtend in een oude donkere film, in een land waar de tijd terugloopt, wandel je als een gangster in de menigte terwijl je snode plannen maakt. Zij verschijnt uit de zon in een dunne zijden jurk zoals waterverf in de regen. Je vraagt haar geen verklaring, ze vertelt je toch dat ze er gewoon is, in het jaar van de kat.


De Droeve Dichter schrijft verder, nu niet langer vrij vertalend uit de teksten die hem toewaaien vanaf zijn oude platenspeler, maar als verbonden met een onmetelijke kosmos ergens diep in hemzelf en ver buiten zijn geest en denken en handelen.

Er is een dag verborgen ergens tussen de plooien van de eeuwen die is als die ene ijskristal diep in de eeuwig oude gletsjer die langzaam smelt en die ooit ooit ooit een waterdruppel zal worden meegesleurd door de gletsjerbeek de bergen of door brede vallei tot in de polders om er met eb en vloed te toeven in de trage meanderende stroom die en dan in zee te vloeien, zout slurpend als een hongerige wolf na weken tevergeefs jagen eindelijk een kleine haas weet te vangen in de sneeuw en die naar binnen schrokt zich verslikkend in de botten en de vacht en het eigen ongeduld. Er is een dag die is als die ene ster aan de hemel die ineens gaat zwellen tot een reus en dan implodeert en alle sterren om zich heen ongenadig wegzuigt in de drang naar macht en gewichtigheid en eeuwigheid.

Er is een dag als morgen en gisteren.

Een grasspriet buigt even in de winterse bries. Een grauw krullerig wilgenblad waait gehaast op om dan weer te landen ondersteboven in het gras dat donker is en niet langer groeit maar wacht op de winter. Vandaag zag ik een vlinder als was het lente de vleugels uitslaan. Eind november. Ik zag hem landen op de hardhouten poort in de lage zon. In de wei pluizen paardenbloemen. Eind november. 's ochtends werk ik buiten in de stallen en pas na mijn ontbijt komt de zon op tussen mijn stallen en de weides, waar ik de verre horizon zien kan, ongeschonden door de mens en zijn bouwsels. Tegen het avondeten duikt de zon in het westen alweer weg achter de horizon en bedekt de polder zich met de dikke donkere deken van de nacht.

Morgen is een dag.
Er is een dag.


Binnen brandt de haard. Buiten waait de kille Noorderwind. Boerken zet de paarden binnen. De Gladde Zakenman tikt een verslag uit. De Oude Knorpot kijkt televisie en geeft snerpende commentaar. De Scheve Schilder denkt aan schilderijen en zegt geen woord. De Droeve Dichter schrijft zijn kosmos op een wit blad in zwarte letters. Het Stille Meisje leest brieven en drinkt thee. Ergens is een dag verborgen tussen de plooien van de eeuwigheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten