Terwijl ze Duvel drinken en klare jenever, vertelt Knorpot over vroeger en hoe ook hij zakenman was en dure pakken droeg en mooie schoenen en opvallende horloges en zoeterige parfum en hoe hij van het ene lunch naar de volgende businessmeeting naar het zakendinner reed in Duitse auto's met laagprofielbanden en lederen interieur en hoe hij de eerste mobiele telefoons koesterde als statussymbool en hoe hij zijn ziel verloor in de roes van het snelle geld en wijn en de lekkere gerechten en de gewonnen orders. En Boerken luistert stil en drinkt zijn jenever leeg en schenkt een nieuwe voor zichzelf.
De avond valt en nu de winter nadert, worden de nachten koud en Boerken kijkt naar buiten en ziet zichzelf en De Oude Knorpot in de spiegel van het raam en hij bedenkt dat hij oud geworden is en altijd Boerken is geweest en altijd Boerken zal zijn en hij weet niet of hij dat hem tevreden maakt of niet.
Buiten is het donker en koud. Binnen zitten twee zwijgende zielen zich te bedrinken en ze wachten tot De Droeve Dichter thuis komt zonder ziel.
De dag kantelt in de nacht en wentelt zich langzaam tot de volgende dag. Hetvis stil. De wereld draait door, maar zij twee merken het niet. Hun tijd staat stil vandaag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten