De Oude Knorpot drinkt van zijn Duvel en vertelt:
'De eerste bedrijfswagen die ik reed, heb ik niet zelf mogen kiezen. Op het einde van mijn eerste dag kreeg ik de sleutels.
Het was een donkerblauwe Mercedes 200D. De typebenaming E bestond nog niet, want die verwerpelijke C klasse was nog niet uitgevonden en Mercedes stond waavoor het had moeten blijven staan: oerdegelijk, betrouwbaar, onverslijtbaar, duur en lelijk.
Donkerblauw was dat lelijke voertuig, met donkerblauw interieur. Bijna 5 meter lang en bijna 2 ton zwaar en lelijk als alleen een Mercedes lelijk kon zijn, die dagen. Lelijk. Ik weet het. Literair is dit klote, telkens dat lelijk, maar ik kan niet anders. Lelijk. Lelijk woord trouwens. Afschuwelijk.
De auto van taxibedrijven, beenhouwers en bakkers. Ik was 25 en kreeg een auto waarvan de chauffeur een gemiddelde leeftijd had van minstens 67 jaar en die ongetwijfeld gezegend was met een IQ dat in de buurt van datzelfde getal uitkwam, want anders reed je dat ding niet. Niet vrijwillig. Ik had geen keuze.
Het ding had 4 wielen, 4 deuren, 4 versnelingen, een vrachtwagenstuur, en als enige optie 2 hoofdsteunen vooraan. De motor had een maximum toerental van 2000 zwaar geprotesteerde omwentelingen per minuuut en leverde zowaar iets meer dan... 60 pk. Als ik gas gaf kon ik het verzamelde werk van Dostojewski lezen voor er wat gebeurde dat op snelheid leek en voor ik de kaap van de 100 km/h bereikte, had ik tijd genoeg gekregen om datzelfde verzamelde werk uit het hoofd te blokken. Hele beschavingen konden ontstaan, tot bloei komen en weer vergaan voor ik op de snelweg ongeveer op kruissnelheid kwam en een postduif fladdert sneller naar het dichtsbijzijnde zonnestelsel dan ik uiteindelijk aan snelheden kwam die strafbaar waren. Ooit ben ik gelitst tegen 152 km/h. De weg daar was kaarsrecht en ging steil omlaag en het mirakel dat zich toen voltrok werd door de bereidwillige politiediensten vastgelegd. Ik was ze dankbaar. 152!!!
Op bochtige bergwegen reden Nederlanders in gele of oranje of groene Dafjes of Deusjevootjes of R4tjes met een reusachige sleephut aan de haak me lachend voorbij en huisjesslakken met chronisch vermoeidheidssyndroom toeterden van pure frustratie, bumperend tegen de achterkant van mijn Duitse monster, omdat ik ze in de weg reed.
De ellende hield op toen ik op een druilerige donderdagavond mijn Germaanse tank tegen een bus parkeerde, of beter, toen die bus zich in mijn rechterflank boorde ( ja, die had voorrang), de peuter die naast mij zat tot op mijn schoot knallend. Ik ben het bedrijf Maxicosi eeuwig dankbaar, want het redde het leven van mijn dochter.
Ik kreeg weer een Mercedes. Een E klasse. Weer blauw. Met 5 versnellingen zowaar en met 75 pk. Ik was de koning te rijk.'
Boerken luistert en vraagt dan wat de moraal is van he verhaal en De Oude Knorpot bromt dat hij een hekel heeft aan verhalen met een moraal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten