vrijdag 21 januari 2011

Miro, niet de painter

Ooit reed ik samen met Miro dwars doorgheen Bulgarije. In Sofia tegen de bergen had ik de avond ervoor een galadiner bijgewoond aan de eretafel, naast de minister van Sport, een ex hoogspringster. Die nacht werd haar ex vermoord door de maffia.
Het hele sfeertje op dat bal was erg maffioos. Denk aan de scene van het trouwfeest in The Godfather. Ik kreeg er een trofee overhandigd. Het mooie en unieke beeld staat hier nog steeds op de kast, als een herinnering aan de tijd dat mijn leven behoorlijk wacko was. Ik kwam op de Bulgaarse televisie.

Die ochtend werd ik vroeg uit bed gelicht door Miro. We hadden in de bergen boven Sofia geslapen in een chique hotel voor de rijken van de stad. Het was nog donker. Miro was generaal geweest in het leger. Na de val van het regime had hij wapens en tanks verkocht en nu had hij geld, veel geld. In zijn bedrijven werkten alleen vrouwen die hij zeer duidelijk niet voor hun intellectuele capaciteiten had uitgekozen. Het was duidelijk welke twee attributen hij wel belangrijk vond en ik moet eerlijk bekennen dat ik daarna nooit meer zoveel C, D en wie weet welke cups op zo weinig vierkante meter kantooroppervlak te zien heb gekregen.

We reden de bergen door, en daarna omlaag, tot waar de snelweg stopt en overgaat in een slecht geasfalteerde weg waarop Miro steeds tussen de 150 en 200 km bleef rijden, alles en iedereen links en rechts voorbijrazend, bochten of niet, met in zijn kielzog een tweede zwarte en totaal geblindeerde BMW x5.


Als ex generaal had Miro nog steeds een privé legertje. Op de achterbank twee zware vuurwapens want 'this is gipsy country'.

Nu en dan wordt de smalle asfaltweg breed, en staan er loodsen langs. Hier waren de vliegvelden. Ik sta doodsangsten uit en denk bij elke bocht, elke helling dat dit de laatste is. We missen tegenliggers op een haar, en Miro geeft geen krimp.

Het is 500 km tot Varna, en dan nog even tot Golden Beach. Tussen de bergen en Varna is het landschap letterlijk kaal geplukt. Het gras is kort en dor gegraasd. Er is geen boom of struik te bespeuren. Brandhout. Het landschap ligt bezaaid met afval.

We checken in in het eigen hotel van Miro, op Golden Beach. Het draagt de naam van zijn vrouw en zij heeft het ding mogen inrichten. Overladen met gouden ornamenten, Afrikaanse beelden, en muren, gordijnen, bedlinnen met luipaardprint, net als haar kleding. En voor en achter haar een bodyguard. Er zijn geen gasten in het hotel. Ik word ontvangen als een koning, kan geen stap zetten zonder dat twee bodyguards ook mij volgen en dat voelt bijzonder onveilig. Het eten is goddelijk. De wijnen zijn de allerbeste. Mijn kamer is een balzaal met giga privé terras en eigen zwembad. De zwarte zee is rustig en de kleur is heel eigen.

De dag erna rijden we langs de zee naar Roemenie en trekken de grauwe bergen van Transylvanie in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten