maandag 31 januari 2011

Over smog en de geschiedenis en wormgaten en honger die onstilbaar is

Vandaag was er smog en ik reed er doorheen aan een lome snelheid die ik niet eens irritant vond, want terwijl kon ik rustig mijn e-mails verwerken. Ik kabbelde over de autosnelweg terwijl de vrachtwagens me links passeerden, gedreven door de tempomaat die ik op 91 km/u had gezet en ik werd er zen van.

Ik las hoe mijn vader me geschreven had, dat hij wel degelijk al twaalf jaar bezig was om de geschiedenis van zijn vader neer te schrijven. Zijn vader die twee wereldoorlogen had meegemaakt, die als kind in Nederland langs de Maaskant had gewoond als arme vluchteling bij rijke boeren en die tijdens de tweede met kinderen en huisraad op een stootkar gevlucht was voor den Duits, te voet helemaal tot in het Noorden van Frankrijk, die in de textielfabriek den Union had gewerkt, op dezelfde plek als waar ik, de kleinzoon, later verkoopdirecteur werd, die in de mijnen werkte, ergens in het Walenland, die als arbeider de metro hielp aanleggen in Brussel, die duivenmelker was, en levensgenieter en filosoof en een ongelooflijk opvliegende koppigaard, een karaktertrek die hij heeft doorgegeven op de volgende generaties. Mijn grootvader die woonde in dat kleine anderhalf hoge huisje bij den ijzeren weg. Die mijn vader had toevertrouwd dat zijn leven een boek waard was. En dus was mijn vader er aan begonnen. Twaalf jaar geleden.

Twaalf jaar is mijn pa al met die opdracht bezig: het bewogen leven van mijn voorouders neerschrijven. Vatten in woorden en zinnen en verhalen. Om nooit verloren te gaan. Dat te lezen vervulde me met vreugde. In de smog.

Iemand anders schreef me dat de larven van de Coloradokever vieze zwart rode onbeschermde vreetzakken zijn. Dat de coloradokever inderdaad uit de states was meegekomen. En zich als dan plaag over Europa had verspreid, ondanks verwoede pogingen hem uit te roeien, in de vorige eeuw. Mijn vader schreef me ook over de haag langs de boomgaard en de zoete geur.

Ik kan me de warme golf tussen het korenveld links en de hoge zoeterig ruikend haag rechts zo voor de geest halen. Een gordijn van hitte.

Ik reed van Peer naar huis door de smog. En smog is voor mij Shanghai. Er is geen stad in Azie waar ik leer dagen verbleven heb. Weken van mijn leven ben ik er geweest. Levend als een ex-pat. Luxe, decadentie, parties, brunches, lunches met de ambassadeur, chique hotels, dure zakendinners, zitjes op het circuit tijdens de formule 1, privé ritten met een Ferrari vanuit de paddock,... Niet een keer heb ik echt de zon gezien in Shanghai. Hoogstens een vaag silhouet, zwaar gesluierd door dikke smog, die de top van de wolkenkrabbers liet verdwijnen in grijs. Thuiskomen in Brussel was telkens opnieuw kunnen ademen en wennen aan de rust van het verkeer. Rijden door dikke smog is terugkeren naar Shanghai.

Ik kan heimwee hebben. Heimwee naar de kindertijd en de ongerepte natuur. Maar ook stinkend, walmend, zonloos, kil en koud, drukkend, luidruchtig, onbeschaafd en onbeschoft Shanghai kan ik missen. En Hong Kong en Jakarta, hotel Montarto in Bacquerat, Barcelona, de Driemeren wandeling in Kuhtai, de Eiger wand, Verbier, de Noordzee in de winter, Rotterdam, Chicago, Las Vegas, Budapest, Praag,... Ik zou niet alleen graag 9 levens leiden, simultaan, gescheiden, maar met wormgaten ertussen. Ik zou eveneens graag in het verleden, het heden en de toekomst leven, en op alle plaatsen tegelijkertijd.

Onmogelijke eisen. Onstilbare honger.

Mijn grootvader heeft al die plaatsen niet gekend. En wellicht was de honger naar al die plaatsen tegelijkertijd en al die levens en tijden hem onbekend. Maar hij heeft veel meer meegemaakt, denk ik, dan 9 mensen in 9 levens. En iemand schrijft de geschiedenis en dat is een veilig gevoel. Niets gaat verloren als het bestaat in woorden en zinnen.

Ik reed naar huis door de smog in Vlaanderen. Buiten vroor het.

1 opmerking: