Nooit heb ik het plan gehad een pamflet te schrijven. Dit is geen pamflet. Geen programma. Dit is een bedenking. Een opwelling van gezond verstand. Maar dit is ook een vorm van protest. En een goed bedoelde aanbeveling. Een droom misschien.
Ik woon aan de rand van de stad die me inhaalt en insluit en versmacht. De stad rukt op en overspoelt me. Waar eens velden waren leggen zich wegen neer als littekens in het landschap. De auto's razen erover rond de stad. Het lawaai rolt over de weinige velden mijn tuin binnen.
In de weinige groene zones die de kern van deze stad resten worden mastodonten van loodsen neergepoot en auto-showrooms en mijn tuin en weides worden steeds kleinere eilandjes in die blinde vloedgolf.
Verwijt ik de beleidmakers wat? Wie ben ik om vanaf de zijlijn toe te kijken en commentaar te geven. Ik wil niet mee te werken aan verzuring. Ik was en ben geen beleidmaker. Ik ben een mondig burger.
Hoe kunnen we jonge mensen aanzetten in de kern te komen wonen en er zich goed te voelen? Welke initiatieven kunnen we ontwikkelen om te weten wat de mensen die in de stad wonen werkelijk willen en wat we hen bieden kunnen waaraan ze misschien nog niet gedacht hebben?
Communiceren! Net zoals bedrijven klantgericht moeten gaan denken nu we door de media en middelen die we voluit kunnen gebruiken allemaal mondiger en beter geinformeerd worden, moet een stad burger-gericht gaan denken. Een CEO zou een Customer Exericience Officer moeten zijn. Was dat niet het grote geheim van meneer Jobs? Een stad zou een Citizen Exericience Officer moeten hebben. Die ervoor zorgt dat de mensen zich thuis voelen en tevreden. Dat vraagt om-denken. Van uitvoerende processen naar burger-gericht denken. Bij alles de interactie met de burger centraal stellen. Dat is best lastig. Steden in Nederland (daar ga ik weer) besteden miljoenen aan programma's en systemen om zo te leren denken en handelen en ervoor te zorgen dat dat burger-gericht denken en handelen een blijvend proces is. Een permanent groeiend geheel. Evolutief. Want de burger blijft veranderen. Trends komen en gaan. De media veranderen. Dat klinkt allemaal heel abstract, maar als je dan die Nederlandse gemeentes gaat bezoeken en bekijkt wat die doen voor, maar vooral samen met hun inwoners, dan sta je met open mond te kijken en denk je: wooow, zo kan het dus ook.
Ik woon aan Het Hoogveld. Dat wordt industrieterrein. Vraagt men mij wat men kan doen om de stad aantrekkelijker te maken voor jonge mensen? Jonge gezinnen? Neen. Dat vraagt men me niet. Maar ik doe maar even alsof. Mijn antwoord is dan: doe dat bedrijventerrein maar niet.
Doe met dat beetje groen binnen de ring wat anders. Natuurlijk speelt hier eigenbelang. Ik woon er. Ik kijk uit op dat beetje groen. Ik heb geen zin om binnenkort op een of andere loods te kijken. Ik heb hier paarden lopen op het laatste beetje weides die me ontnomen worden binnenkort.
Wat denk je. Maar ik ben een goede burger. Ik denk niet alleen aan mezelf.
Ik zou rond dat ene mooie kasseiwegje dat daar ligt, een Trendy Oase maken. Omzoomd met bomen. Populieren. Wilgen. En ik zou er het laatste beetje boer kinderboerderij laten zijn. En ik zou trendy hofjes maken. Want tuinieren is in.
Mensen willen terug naar vroeger. Naar echt. Met daartussen trendy clubs waar je iets kan eten en drinken. Een boomgaard. Serres. Waar je je eigen boom kan hebben, je eigen plekje in de serre. Je kan er met de fiets in. Of met karren. Of met kruiwagens. Ik wil er gerust bij aansluiten. Ik hoef mijn beetje groen echt niet voor mij alleen. Workshops tuinieren. Tuinfeestjes. Een smid. Een boer. Echte dieren. Echte fruitbomen. Een tractor. Laat die laatste boeren die ons resten ons helpen. Maak een aansluiting tussen de jeugd en de oudere bevolking in het doorgeven van tradities en weetjes en kennis en kunde.
Ik zie hoe de kinderen hier openbloeien tussen onze paarden en hooi en stro. Tussen gras en modder. Hoe ze vol bewondering naar de tractoren staren die het hooi brengen, geladen op die grote platte karren. Hoe de boeren fier de kinderen in de tractor helpen. Blij zijn nuttig werk te doen en daar appreciatie voor te krijgen. Hoe ze raad en daad geven. Ik zie hoe mensen paardenmest komen halen om in hun tuin te gebruiken.
De nieuwe Trendy Tuinen. Onderwijs. Integratie van jong en oud. Jonge gezinnen. Kansarmen.
Stel je voor dat het stadje D langs de Trage Stroom zoiets zou doen. Als eerste stad.
Stel je even voor.
Naief? Ongetwijfeld. Haalbaar? Ja. Feilloos plan? Zeker niet. De moeite om voor te vechten. Absoluut.
Dromen mag. En ik weet zeker: ik droom niet alleen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten