Dichter loopt door het gras op blote voeten. Het gras is koud en nat. De zon is een uur geleden in het Westen achter de horizon verwenen en in het Zuidwesten staat nog dicht tegen de horizon de maan in een lichtblauwe hemel die nog verlicht wordt door de gindse zon. De maan staat in haar eerste kwartier en groeit elke dag.
Dichter wacht op de sterren. Een glas bourbon in de hand. Een zwaar glas.
In de stallen hoort hij het zoeven van de oven van Smid en het slaan van de hamer en hij hoort het sissen van de gloeiende ijzers tegen de hoeven.
De hemel verkleurt van lichtblauw naat paars en dan naar blauwzwart om zwart te worden.
Het is windstil en tientallen krekels vullen de avond met een gevoel dat aan de Provence doet denken. Uit de stallen gloeit het licht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten