Ineens is die eerste frisse bries er. Vanuit het Zuiden. Eerst bijna onmerkbaar, verfrissend, heel even. dan een tweede keer en een derde. Duidelijker. Frisser. Heel even slaat de hemel dicht met de dikke witte sluier van duizenden liter water, waar de zon zich weer doorheen brandt en je denkt: het waait wel over. En dan ineens, uren later, regent het. Eerst aarzelend, daarna hevig.
De bodem slorpt het verse water gulzig op. Op sommige plaatsen is de grond zo betonhard van droogte en de paardenhoeven, dat er meteen plassen staan. De modder komt straks. misschien.
Boerken zit in bloot bovenlijf buiten en laat de regen zijn bestofte lijf schoonspelen. Straks pakt hij zeep en wast hij zich in de regen in het hoge gras van de weides, waar de schaduw is van de dichte bomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten