Als Knorpot grommend dat het herfst is en dat hij een hekel heeft aan de ochtend, zeker de vroege ochtend als het grijs is en miezert en kil is, zit Boerken hem grijnzend aan te kijken en zegt hij dat dit geen vroege ochtend is want dat de vogels al 3 uur geleden wakker werden en Boerken zelf dus ook en dat hij al flink gestat heeft langs de weides door de polder tot bij de Trage Stroom die laag staat en verder leegloopt in Zee en een beek wordt die stroomt in een diep bed van grijs en stinkend slib.
Knorpot maakt espresso en bromt dat dat hem niks kan schelen en hij kijkt naar buiten en zegt tegen het Stille Meisje dat samen met Dichter sinaassap drinkt aan de verweerde tafel bij het raam, dat de wolken vandaag wel van waterverf lijken die nog drijft in het water dat dik op het papier ligt.
Boerken snuift en zegt dat dat hem dan weer niks kan schelen, al hun gezever over wolken. "Ge hebt grote en kleine en donkere en witte en ge hebt grijze waaruit de regen komt en meer moet dat niet zijn."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten