zaterdag 6 oktober 2012

Drijvend op zee

Ik drijf in zee. Op mijn rug laat ik me dragen door het koele water. Ik heb de armen en benen rustig gespreid. Mijn hoofd hangt half in het water dat mijn gehoor dempt zodat ik enkel kan zien en ruiken en kijken en voelen en amper kan horen. Vreemd hoe als éen zintuig zoals het gehoor ten dele verdwijnt, dat de andere extra gespannen maakt en scherper. Ik sluit de ogen en de zilte vissige geur van de zee vult mijn geest en ik voel elke molecule om me heen als miljoenen kleine koele knikkers die me dragen.
Ik open de ogen en kijk naar de wolken in de hemel. Ik zie geen zee. Ik voel en ruik ze. De zee is in me en om me en ik ben drijvende in en op de zee en boven mij is de hemel en haar wolken en ik drijf weg als een stuk wrakhout dat met eb diep de zee verzeild. Ik weet dat als ik me even zou oprichten ik enkel horizon zie en geen land meer en dat me de adem zou ontnemen waarmee ik mijn longen vul om te drijven en ik de rust zou verliezen in armen en benen en nek en buik en zou verkrampen in paniek en ik zou niet langer drijven op miljoenen koele knikkers. Ik zou de golven horen en beginnen zwemmen, krampachtig ergens heen, daar waar ik land vermoed en mijn spieren zouden verzuren, mijn longen zouden branden en ik de miljoenen kille knikkers zouden me naar omlaag zuigen, hongerig, want de zee neemt alleen en geeft niets. Ik zou verdrinken in de koele zee van het Leven.
Soms is het beter gewoon te drijven. Afgesloten van de wereld. Zonder sturen. Zen. Tegen beter weten in. Niet willen weten. Niet opkijken. Ik kijk naar de hemel en haar wolken. ik sluit de ogen. Ik hoor niets dan het kloppen van mijn hart. Ik kijk in het zwart van het eeuwige niets en alles. Ik ruik de zee. Ik pomp de zee in mijn longen, tot mijn navel. Zo diep. Ik drijf en voel hoe ze me draagt.


Knorpot leest de woorden op de muur en knort dat de zee niet vissig ruikt, maar andersom en Boerken begint een heel verhaal over de kip en het ei en Knorpot zegt dat dat allemaal onzin is en tijdverlies en ze zijn het daar roerend over eens en drinken een jenever, want daar is altijd tijd voor en een goede reden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten