Op de vooravond van die verkiezingen die volgens de media enkel in het stadje A belangrijk zijn, zitten in het stadje D, dat verder stroomopwaarts ligt bij diezelfde meanderende Trage Stroom, Boerken, Knorpot, Zakenman, Meisje en Dichter samen rond de blankhouten verweerde keukentafel van het Donker Kot waar Dichter woont. Buiten in de tuin met zijn Es en Kastanjelaar en zijn buxus struiken, zijn dikke witte boedha beeld en de tot bloembak omgevormde molen die vroeger kaf en koren moest scheiden is het donker. Het miezert.
Knorpot zegt dat ie net De Charmezanger heeft gezien, op tv en dat hij ooit in de jaren 90 met De Charmezanger ging eten, samen met die dikke pseudo Italiaanse tv vedette die al dood is en een mode-ontwerper en een schrijver die allebei Elvis heetten en een Brussels Alternatieve Priester en een Nederlandse Hoer die over haar belevenissen een boek had geschreven. Samen met zijn vrouw was hij er, en samen ook met De Architect die toen nog een Yup was en nu een Oosters Denker en diens toenmalige echtgenote.
De Charmezanger stond op het einde van de avond op, sloeg een opzchtige bontmantel om, zette een zonnebril op en een hoed en ging iedereen in de Italiaans Franstalige Brusselse restaurant een hand geven en vertrok, wuivend als de Paus. Het was een vrouwenmantel.
De anderen kijken hem aan en denken er het hunne van. "Weer een van zijn straffe verhalen", mompelt Boerken.
Ze schrijven samen een pamflet.
Ze willen van dat weinige beetje groen wat hen rest en wat hen samen houdt: de velden, weides en de strook kassei die bol is en zo mooi en oorspronkelijk, een groene oase maken.
Met tuintjes en wilgen en serres. En weides met dieren. Geiten, koeien en paarden en varkens en kippen.
Mensen kunnen er groenten kweken en fruit laten groeien. En dus fruitbomen.
Je kan er wandelen en fietsen en kuieren en luieren. Verstoppertje spelen en kampen maken.
"Er wonen zoveel jonge mensen met jonge kinderen en er is geen groen. Waar zien kinderen nog hoe groenten groeien en hoe koeien gemolken worden?" Zegt Boerken.
En Zakenman doet meteen aan city marketing en Meisje ontfermt zich over de kinderen en bedenkt karren en pony ritjes en kalfjes. En Knorpot wil kansarmen de kans geven er te werken. En wil de ouderen hun kennis en kunde laten overdragen op de jeugd, ook al slaan ze twee generaties over.
Ze praten over trends en waar jonge mensen met jonge kinderen mee bezig zijn. Hoe ze bewuster dan ooit kinderen opvoeden. Hoe ze hunkeren naar wat echt is en oorspronkelijk en eerlijk. Hoe ze groen en natuur verkiezen boven gebouwen en industrie en wegen. Hoe ze hunkeren naar dit project.
Hoe het stadje D een voorbeeld zou kunnen zijn voor Vlaanderen en Europa.
En ze bedenken en plannen en schrijven. En Boerken tekent een boomhut.
Ze dromen. Maar ze dwalen niet. Want ze hebben gelijk. En tussen Droom en Daad staan geen Wetten in de weg en geen Praktische Bezwaren deze keer.
Ergens volgend jaar komen de vrachtwagens en de bulldozers en vegen alles weg. Er komt industrie. En noch Boerken, noch Zakenman, noch Knorpot, noch Dichter, noch Meisje zullen het kunnen stoppen.
Vandaag hopen ze nog. Op gezond verstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten