woensdag 24 oktober 2012

Ford

Het licht van heldere oktoberdagen is vettig en vol. Het weegt zwaar op de dingen en vertraagt de tijd. Het is oranje.

Terwijl Zakenman zijn Duitse bolide naar de hoofdstad stuurt tegen de zon in, lijken zij het licht te klieven zoals de bliksem de ether laat openscheuren die daarna hevig donderend dichtklapt.
Het dondert niet.

Zakenman luistert radio en aanhoort het nieuws uit de verre provincie in het Oosten en denkt aan de kroniek van een aangekondigde dood. En de onmachtige politieke klasse die met opgeheven hoofd en de ogen wijd open naar een betonnen muur loopt en telkens weer verwonderd is dat ze er tegenaan kwakken. Of doen alsof, tenminste. En aan de kip en het ei.

Hij denkt aan een onmachtig management dat niet weet hoe succesvol te ontwerpen en ontwikkelen. Dat de voeling is verloren met de klant, ergens onderweg. dat verkeerde beslissingen heeft genomen, keer na keer na keer en dan alleen achteruit kan deinzen en dat in haar langzame val duizenden families mee sleurt. Zelden die van henzelf, echter.

Zakenman hoort mythische namen als Taunus en Escort en Capri en vraagt zich af hoe het zover kunnen komen is. Zoveel verkeerd management ergert zakenman.

In zijn hoofd herschrijft Zakenman wat hij ooit over Saab heeft geschreven:


Ik heb Ford gereden. Een witte Taunus en bijna 20 jaar later had ik een Ka als tweede wagen. De eerste was schoon in alle lelijkheid en de tweede ongewoon tegendraads. Voor een Ford. Het merk was toen al op de dool.

Ford. Het merk deed wat je ervan verwachten mocht: veel onversneden rijplezier bieden.

Taunus, Escort, Capri. Wat een namen.
Ik had als kind een oranje Capri in rally versie, een dinky toy. Ik was er verzot op. Ik droomde van een Ford Capri. Later als ik groot was. Ik rij nu een Audi A5 Coupe. Ergens is dat mijn Ford Capri. Denk ik.


Ford was groot.Ik praat in de verleden tijd. De teleurgang van Ford stemt me triest, maar de tijd is een onomkeerbaar vooruit hollend monster en niets kan de verkeerde keuzes nog recht zetten. Een merk vergeet nooit waar het voor staat. En doodt zijn mythische namen nooit straffeloos.

Het stemt me triest, omdat het tekenend is voor de tijdsgeest, waarin bedrijven alsmaar groter worden door andere bedrijven te kopen en op te slokken en te integreren, geleid door veel te dure one-trick-pony CEO's die alleen kunnen gaan voor de vlucht voorwaarts, maar geen notie hebben wat echt strategisch inzicht betekent en dus ook niet strategisch kunnen denken, en er ook geen gevoel voor hebben. Want waar je niet goed in bent, kan je ook niet herkennen als een zwakte. dat is des mensen. Een knoeiende amateur schilder, ziet niet dat hij knoeit, omdat hij het talent niet bezit tot het scheppen van een kunstwerk en dus ook niet het talent heeft te weten dat hij dat talent niet heeft. Dat is bewezen.

Op die manier hollen CEO's vooruit, gedreven door angstige beleggers die kicken op goed-nieuws-shows. Die shows bestaan steeds uit drie elementen, liefst simultaan: groeien door overnames, synergie zoeken en knippen in kostenstructuur. Hoera. O ja, er is nog de after-party: als iets mislukt, gooi je het er terug uit. Krachtig besluiten de mislukkingen achter je te laten, stuwt steeds de koersen de hoogte in. Hoera. In elke oorlog heb je wel eens burgerslachtoffers. Jammer, maar helaas.


En zo werd de ziel van Fordverpulverd en vermorzeld en verscheurd en verknipt en uitgehongerd en hield Ford op Ford te zijn. En dat stemt mij triest. Niet omdat ik tegen vooruitgang ben. Niet omdat mondialisering me bang maakt, maar omdat in zoveel grote bedrijven vergeten wordt aan gezonde strategische marketing te doen. Omdat in zoveel grote bedrijven de CEO het verkeerde profiel heeft. Omdat in zoveel grote bedrijven men niet denkt of zelfs de wil heeft tot denken. Of het vermogen.

Ik ben triest omdat Ford het zoveelste een symbool is.


Zakenman telt het zonlicht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten