donderdag 15 november 2012

Stillevens.

"Er zijn dagen als deze. Dagen die lijken op andere dagen. Je zit in de auto en wacht. Je wikt de dag en de vorige en de volgende. Je vraagt je af of dit zo zijn zal. Of de stilte die voelt en weegt als een massief blok beton dat op mijn borstkas wordt gelegd terwijl ik op mijn rug in het gras lig, ooit zal voelen als zonnestralen in de lente, zo liggend in het groene gras. Ik zie het niet. Ik zie de leegtes, ik hoor de stiltes en het benauwd me. Het vernauIk schrijf het van me af en de bladeren vallen van mijn takken. Niemand merkt het of zegt het me. Ik blijf kaal achter en de winter komt. Soms, als een van mijn stekelige vruchten valt en iemand raakt, weet ik dat ik er nog ben, als boom. Iemand zegt 'au'. Iemand wandelt door de gevallen bladeren die in het kille nat van November op het asfalt liggen en gaan rotten, en niemand merkt de bladeren of de boom. De blikken staan elders. Op het verkeer, de etalages, de horloge.
Ik zit in de auto en wacht op de tijd en de tijd wacht op mij en wint altijd. Ik zit in de auto en kijk op de klok en wacht op 12 uur. Rond het midden van de dag verandert er niets. De tijd gaat door en kijkt niet om. De auto's rijden voorbij. De platanen verliezen hun vette bladeren. Ik kijk. Ik zie het."

Knorpot stopt het schrijven op zijn BlackBerry en stapt uit, wandelt rustig naar een restaurant in een stad in een land en gaat naar binnen. De ruimte is leeg. De tijd wijst nog steeds vooruit. De wanden zijn wit. De schilderijen hebben de tijd bevroren. 'Stilleven' mompelt Knorpot,"dood dus, want leven staat nooit stil."
De ober is saai en duf en werkt hier al 28 jaar, zegt hij zonder dat Knorpot erom vraagt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten