vrijdag 13 januari 2012

De zoo en zo

De Gladde Zakenman glijdt in het bad van een hotel in een stad in een land en is nergens.
Straks trekt hij het strakke hemd aan, met de opvallende accenten. Je ziet dat het hemd duur is. Dit hemd kan lachwekkend zijn, weet de Gladde, maar hij weet dat hij ermee weg komt. Hij doet zijn zware horloge aan die hij gekregen heeft in een vorig leven. De Peetvader riep hem even bij zich en gaf hem het houten kistje met daarin de mooie horloge. Als hij ze om heeft ziet hij de blikken en in die blikken leest hij de tegenstander. De horloge is een hulp.
Hij trekt het strakke pak aan dat gegoten zit, in makkelijke en steeds kreukvrij vallende stof en waarvan de snit verraadt dat het een stukje vakwerk is.
Strakke goed zittende kleding maakt hem zelfzeker. Het is als het harnas waarin de strijder zich onkwetsbaar voelt. Een harnas zit ongemakkelijk. Zijn hemd en broek en jas zitten lekker.

Straks trekt hij de makkelijke schoenen aan, die duur zijn maar voor de eeuwigheid gemaakt lijken en om zijn voeten niet voelen als schoenen. Makkelijke schoenen waarin hij zich lekker voelt zijn belangrijk, weet hij. Ze ankeren.

Straks een vleug parfum. Zoet en zacht en niet agressief.  Een laatste haal met de handen door het haar voor de spiegel.

Beneden wachten de leeuwen, de tijgers, de panters, de slangen, de olifanten, de neushoorns, de vogelspinnen, de haaien, de arenden, de gieren, de raven, de krokodillen.

Beneden wordt in de eerste anderhalve minuut bepaald of hij de meute weet te temmen met bluf en durf en lef of dat hij nog voor de avond voorbij is zal zijn gebeten, gekwetst, gevierendeeld, verscheurd, gedood, opgevreten.

Hij oefent de gezichten. Hij oefent de voornamen. Hij kijkt hen in de ogen straks. Hij geeft ze de hand. Noemt ze bij de voornaam, vriendelijk glimlachend en hij steunt hun voorarm bij de elleboog met zijn vrije linkerhand.
Hij denkt aan de Peetvader. Hoe hij de ruimte wist te vullen. In stilte. In bescheidenheid.

De Gladde komt uit het bad. Hij kijkt op het horloge dat bij de badrand ligt. Nog een uurtje. Hij ademt rustig in en uit.

Beneden wacht de oorlog. De Gladde brengt zijn strijdkrachten op de been.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten