Een bakkes, open, schreeuwend. Ogen gesperd op de brug van de daverende en oorverdovende stilte. Het masker van een mens schreeuwt in blauw en groen en gifgeel en niemand hoort het, want je ziet het en je kan pijn vermoeden en het zijn en eenzaamheid en angst en frustratie, maar je weet het niet want de schreeuw is loos en leeg en stil als de stilte in de bergen. Onder de brug stroomt de trage rivier onstopbaar als de tijd, steeds verder om dan uit te vloeien in de oneindige onmetelijke zee die vergeten heet en nergens begint en nergens stopt en grenzeloos is en eindeloos. De hemel is oranje gloed en zwaar en drukkend. Iemand snakt naar adem en twee mensen kijken blauwig en bewegingloos toe. In de verte zoemt de haven.
Ik zit op een bank in de hoge ruimte en staar naar de schreeuw en ik wil een mes nemen en het uit het kader los snijden en oprollen, onder mijn arm nemen en het thuis tegen de muur hangen, met punaises en er onder schrijven met viltstift. In hoekige hoofdletters. 'GODVERDOMME'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten