Ooit lag ik een hele nacht alleen wakker onder de mooiste sterrenhemel die ik ooit ondergaan heb. Je bekijkt die niet. De sterrenhemel neemt je in. Zinderend. Je kan die horen en voelen. In elke vezel. Met elke vezel.
Ik was op een beurs in Las Vegas en had op zaterdag een Hummer gehuurd en was naar Death Valley gereden. Het motel vlakbij Dante's View was oud en aftands. Ik at er een 'kleine hamburger' die meteen de grootste was die ik ooit op mijn bord heb gekregen. Ik ben een halfuur op mijn donkere duffe kamer geweest, heb mijn sleutel terug gedragen en heb betaald. Ik ben naar Dante's View gegaan en heb er de sterrenhemel gezien zoals ik die nooit meer zal zien.
Het was mei en dus bitter koud die nacht. Ik zag de zon opkomen en de sterrenhemel verdween. De schaduwen verdwenen langzaam en ik heb uren zitten staren. Daarna ben ik met de auto de vallei ingereden en ben er, later op de middag, een uitgedroogde rivierbedding ingewandeld. Helemaal alleen heb ik uren gestapt en ik heb keien geraapt, en mooie takken, die door wind en zout aangevreten waren en bleek en bijna versteend leken.
Keien en takjes. Waar ik kom, zoek ik keien en takjes en ik stop ze in mijn tas, mijn rugzak, mijn broekzakken.
Op het keistrand van San Fruttoso heb ik honderden keien uitgezocht en geraapt en ik koester ze. Ze zijn me dierbaar. Zwart en witte combinaties. Elke kei anders. Sommige echt heel bijzonder.
Als keien konden spreken, zouden ze wijs zwijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten